De discussie over de netwerkcomputer, PC of Net-PC doet een beetje lachwekkend aan. Larry Ellison, de bedenker van de NC, beloofde dat zijn uitvinding niet meer dan 500 dollar zou gaan kosten. Inmiddels spreken de meeste NC-producenten van prijzen in de buurt van de 1000 dollar. De leveranciers van de diverse varianten leggen vooral de nadruk op een lage prijs en de lagere onderhoudskosten.
Inmiddels zijn er al zoveel verschillende netwerkcomputers op de markt dat ze allesbehalve uitwisselbaar zijn. Guus Budel, directeur van Syntegra, wijst er terecht op dat het bouwen van dergelijke ‘gemengde’ omgevingen leidt tot hogere kosten. Het beheer van deze omgevingen is zo ingewikkeld, dat goedkoop toch weer duurkoop wordt.
Vorig jaar voorspelde analist Robin Bloor al dat de wildgroei in netwerkcomputers zal leiden tot problemen in het beheer. De enige oplossing is het beheer van bedrijfsinformatie centraal te regelen. Het is immers nog steeds zo dat ruim 70 procent van deze informatie in mainframes is opgeslagen.
Opvallend in dit verband is de samenwerking van Netscape met zeventien softwarefabrikanten. Deze groep bedrijven wil via het Web toegang krijgen tot bedrijfsinformatie op het mainframe. Dit gegeven is ook de verklaring voor de overname van Amdahl door Fujitsu. Amdahl is weliswaar noodlijdend, maar het beschikt wel over veel kennis van de mainframemarkt. Via deze onverwachte overname versterkt Fujitsu zijn positie dan ook aanzienlijk.
Wim Amerongen, redactie Computable