Af en toe lopen bedrijven wel eens tegen een Belg of Duitser aan, maar verder zijn buitenlandse werknemers in de Nederlandse IT zeldzaam. Koudwatervrees, taalachterstand en internationale concurrentie zijn de belangrijkste redenen.
Vijftig-plussers die ooit zijn weggesaneerd. Werklozen die al jaren geen kantoor van binnen hebben gezien. En vers afgestudeerde psychologen zonder aantoonbare affiniteit met informatica. De automatiseringsbranche licht iedere kei op in haar verwoede speurtocht naar personeel.
Het werven van werknemers in het buitenland lijkt een kleine stap. Maar opvallend genoeg is het volstrekt onontgonnen terrein voor Nederlandse IT-bedrijven. "Het water staat ons nog niet zo ver aan de lippen dat we over de grens moeten kijken", zegt een IBM-woordvoerder. "We zetten wel medewerkers van buitenlandse vestigingen op internationale projecten. Maar we werven niet internationaal. Tenminste, n�g niet."
Voor database-gigant Oracle geldt hetzelfde. Op het totale personeelsbestand in Nederland van achthonderd mensen zijn er maar vijf met een buitenlandse nationaliteit. Die zijn min of meer per ongeluk langs komen waaien (bijvoorbeeld via een open sollicitatie) of ze komen van een buitenlandse vestiging.
Niet dat Oracle niet globaal zou willen rekruteren. Het bedrijf worstelt net als elk ander met gebrek aan deskundigen. Oracle mag echter niet onder de duiven schieten van de business units in andere landen. Dat is de afspraak. "We zouden het zelf ook niet leuk vinden als Amerikaanse collega’s hier werknemers inpikken", zegt een woordvoerster. Met haar constatering dat Oracle in 93 landen zit, is het wervingsprobleem van het bedrijf wel goed aangegeven.
Headhunters
Eigenlijk speelt het tekort aan IT’ers in de hele Westerse wereld. Alleen al in de Verenigde Staten, zo schrijft Business Week, staan 190.000 high-techbanen open, meestal van programmeurs. Wereldwijd zou het rond de 400.000 vacatures betreffen. Vooral aan Sap-specialisten, Internet-experts en Java-programmeurs is een onverzadigbare behoefte.
Amerikaanse headhunters stropen de aardbol af op zoek naar brain power. Met gemengd succes. Want waar moet je zoeken? Bulgarije? Veel programmeurs C++, maar met de Engelse taal is het kwakkelen geblazen. India? Met 3,5 miljoen afgestudeerden in wetenschap en technologie een gigantisch potentieel. Echter, zo blijkt uit recent onderzoek, het intellect van India is al behoorlijk uitgeput. Oekraïne? Wiskundig talent in overvloed hoor, maar voor het maken van bedrijfsapplicaties hebben ze flinke bijscholing nodig.
De koppensnellers in de VS probéren het in ieder geval. Hun Nederlandse collega’s zijn nog niet zo ver. "We lopen af en toe wel eens tegen een Belg aan, maar echt gericht zoeken doen we niet", zegt Bart van den Berg, consultant van Krijt Werving & Selectie. Het headhuntersbureau, gespecialiseerd in automatisering en telecommunicatie, doet 50 à 75 bemiddelingen per jaar. "Waarom we niet over de grens kijken? Eerlijk gezegd ben ik al een half jaar aan het kijken of ik iets kan opzetten. Maar het bouwen van een internationaal netwerk kost veel tijd."
"Werven in het buitenland is een zwaktebod", beweert Tjeerd Dorlandt van Compujob. "Als je je best doet, lukt het altijd in Nederland. Zoekt en gij zult vinden, weet u wel." Compujob heeft rond de 26.000 automatiseerders in zijn bestand. Daartussen zitten slechts enkele tientallen buitenlanders.
Wat van ver komt, is niet altijd goed, benadrukt Dorlandt. "C++ is in het Engels niet zo veel anders dan in het Nederlands. Maar verder is taal natuurlijk een belangrijk probleem. Zeker als het gaat om werknemers uit landen in Oost-Europa of Azië. Bedrijven stichten dan liever ter plekke een softwarefabriek."
Kluizenaar
Beheersing van de Nederlandse taal is een belangrijk selectiecriterium, vindt ook Maarten van den Berg, medewerker PR en marketing van ASZ, het geprivatiseerde rekencentrum van het Gak. Dit jaar probeert het bedrijf honderd nieuwe medewerkers in dienst te nemen. ASZ is een puur Nederlandse onderneming en hoeft zich dus niet te houden aan afspraken met buitenlandse zusterorganisaties. Maar een sterke neiging in het buitenland te zoeken is er niet. "Communicatie wordt steeds belangrijker in de IT. We willen geen kluizenaar die achter zijn beeldscherm Cobol inklopt, maar iemand die actief participeert in het bedrijf. Ook naar de klanten toe", legt Van den Berg uit.
Toch heeft ASZ ongeveer vijftien Engelsen in dienst. Vijf jaar geleden zochten ze hun heil in Nederland, aangetrokken door de hogere salarissen. "Ze spreken inmiddels behoorlijk Nederlands", zegt Van den Berg. "En Engels is natuurlijk minder snel een barrière. Stel dat je iemand uit Tsjechië aanneemt; ik zou daar toch wel huiverig voor zijn."