Hij heeft een eigen bedrijfje en verhuurt zichzelf aan degene die het hoogste uurtarief biedt. Of hij regelt via een bemiddelingsbureau steeds weer tijdelijke contracten. Het leger ‘flexwerkers’ – laten we ze voor het gemak freelancers noemen – in de IT breidt zich gestaag uit.
Een van de talrijke adviseurs die freelancers koppelt aan opdrachtgevers zag zijn bestand van vijfduizend mensen het afgelopen jaar met minstens 10 procent toenemen. En dat is niet zo verwonderlijk. De IT-branche maakt vette winsten, de aandelenkoersen bereiken recordhoogtes, maar de werknemer merkt er – wat salaris betreft – weinig of niets van. Ook de tarieven die bedrijven neertellen om externe krachten in te huren, stijgen de pan uit. "Waarom zou ik mezelf niet verhuren?", denken vele van deze ‘externen’ of ‘gedetacheerden’. Toch is financieel gewin lang niet in alle gevallen de drijfveer om de veilige vaste baan te verlaten.
Genoemde bemiddelaar onderscheidt drie hoofdcategorieën in de automatiseerders die zich bij hem aanmelden. De grootste groep noemt hij ‘De Gefrustreerden’. Het zijn mensen die met veel bombarie zijn binnengehaald bij grote softwarehuizen als CMG, Ordina of Cap Gemini. Ze zijn gelokt met de belofte dat ze snel veel zullen gaan verdienen, maar merken dat ze slechts een nummer zijn. "Grote, beursgenoteerde softwarehuizen zoeken op dit moment alleen omzetgroei ten koste van de medewerker en de eindgebruiker", vertelt de bemiddelaar. "Als werknemers klagen dat ze steeds maar weer op vervelende klussen worden ingezet, krijgen ze te horen dat ze niet moeten zeuren, omdat ze veel verdienen. Ze merken dat het bedrijf nooit tijd voor hen heeft en ze zien de tarieven stijgen. Op een gegeven moment beslissen ze: dan begin ik maar voor mezelf." Het zijn vooral jonge mensen die de gemiddelde leeftijd van de freelancer – tot voor kort vijfendertig tot veertig – flink naar beneden drukken. De freelancer is nu vaak midden twintig tot dertig jaar oud.
Specialist
De tweede groep bestaat uit oudere, ervaren automatiseerders, die "de shit hebben meegemaakt", aldus de bemiddelaar, en besluiten te profiteren nu het wèl goed gaat. Deze mensen worden vaak ook door het eigen bedrijf gestimuleerd voor zichzelf te gaan beginnen. Dat beschouwt hen als risicogevallen. Deze groep heeft jarenlange ervaring opgebouwd in een bepaalde richting. De kennis is diep, maar mist breedte. De slechte tijden begin jaren negentig hebben hier een grote rol bij gespeeld. Bedrijven namen geen enkel risico en zetten de ‘specialist’ steeds weer in op hetzelfde gebied. Ook voor cursussen en omscholing was weinig geld. Of werknemers kregen wèl bijscholing waar dan vervolgens in de praktijk niets mee werd gedaan. De oudere medewerker wordt ook als risico beschouwd, doordat bedrijven steeds meer zelf opdraaien voor ziekte en arbeidsongeschiktheid van werknemers.
In de derde categorie freelancers bevinden zich wonderlijk genoeg vooral werklozen. De bemiddelaar: "Iedereen schreeuwt over het tekort aan arbeidskrachten, maar er lopen nog steeds genoeg mensen rond mèt ervaring, maar zonder werk." Hij rekent tot deze groep ook degenen die terecht zijn gekomen in ontslag- of outplacementregelingen. Maandelijks komt hij in contact met rond de dertig mensen per regio die min of meer noodgedwongen gaan freelancen.
Vrouwen
Vrouwen beginnen ook voor zichzelf, maar veel minder vaak dan mannen. Volgens de bemiddelaar is dit vooral een gevolg van de kortere tijd die ze hebben om in de automatisering terecht te komen en daar vervolgens fatsoenlijk werk te vinden. Zijn bestand bestaat uit 10 tot 15 procent vrouwen. Ze worden door bedrijven vaak gevraagd als tegenhanger voor de ‘mannencultuur’.
Een freelancer kan fors verdienen. Lagen de tarieven een jaar of vier geleden tussen de 70 en 95 gulden per uur, inmiddels ligt dat bedrag tussen de 90 en 130 gulden. Hij tekent hier wel bij aan dat de freelancer tegenwoordig ook meer geld kwijt is aan het zich indekken tegen risico’s. Het sociale stelsel wordt immers steeds verder uitgekleed.
De tijden zijn goed, de tarieven hoog en er is werk in overvloed. Toch geeft de bemiddelaar vaak het advies niet voor zichzelf te gaan beginnen. Hij raadt het mensen af die in hun leven en werk vooral op zoek zijn naar veiligheid, geborgenheid en zekerheid. Zij zullen het moeilijk hebben met de druk die het voeren van een eigen bedrijf met zich mee brengt. Ook de ‘absoluut uitvoerende’, degene die niet assertief is en het liefst alles door anderen laat regelen, kan er volgens hem beter niet aan beginnen. Risicomijders willen nog wel eens denken dat werken met tijdelijke contracten meer zekerheid biedt dan freelancen. De bemiddelaar noemt dit echter schijn. Uitkerende instanties zijn de term ‘verwijtbaar ontslag’ veel strenger gaan hanteren. Wie na afloop van het contract geen nieuw werk aanboort, heeft grote kans bijstand in plaats van WW te krijgen.
Kennis
Sommigen hebben in loondienst een dermate riant salaris dat ze als freelancer een buitensporig hoog tarief zouden moeten vragen om hetzelfde inkomensniveau te bereiken. Van anderen is de kennis niet courant. Zij zullen eerst een opleidingstraject moeten afleggen. De ervaring leert echter dat veel freelancers niet bereid zijn tijd (en dus geld) te investeren in zelfontplooiing. De bemiddelaar: "Een freelancer wordt in 90 procent van de gevallen gevraagd om wat hij kan. Hij doet steeds hetzelfde kunstje. Zo loopt hij het gevaar op een dood spoor te raken. Wie op een serieuze manier wil freelancen, moet binnen drie tot vier jaar een bedrijf opbouwen met toegevoegde waarde, anders heeft hij een carrièreprobleem." Hij ziet nu velen die snel willen profiteren van de hoge tarieven en van plan zijn daarna weer gauw in vaste dienst te gaan. Softwarehuizen leiden hun mensen echter wèl op en de freelancer moet mee. Anders kan het wel eens helemaal niet zo gemakkelijk blijken om weer een vaste baan te vinden, waarschuwt de bemiddelaar. Voorlopig gaat het in de hele branche goed. Het jaar 2000 en de Euro zullen in ieder geval tot het jaar 2003 voldoende werk verschaffen. Tot die tijd investeren bedrijven dus alleen of voornamelijk in stabilisering. Daarna volgt de inhaalslag die ook weer een enorme inzet van automatiseerders zal vragen met name in de tele- en datacommunicatie en de spraaktechnologie.
Toekomst
En daarna? De bemiddelaar ziet de toekomst van de zelfstandige automatiseerder zeer rooskleurig in. De nieuwe freelancer zal namelijk de hele wereld als zijn werkterrein kunnen beschouwen. Hij zal net zo makkelijk telewerken voor een Indiaas als een Amerikaans bedrijf. Heeft hij een vergadering, dan is videoconferencing de oplossing. Belastingtechnisch zal deze globale ‘flex-IT’er’ natuurlijk wel voor de nodige problemen gaan zorgen.