Suns topman Scott McNealy kwam in Nederland een golfballetje slaan met een paar grote klanten. De gelegenheid werd tevens aangegrepen voor een media-blitz. Een van de opmerkelijke resultaten was een groot stuk vorig week donderdag 31 juli in de kwaliteitskrant NCR Handelsblad. Lézen dat stuk, want McNealy bepleit vooral grote raketten op het huis van Gates.
Mijn vriendin, die niets van de computermarkt wil weten, las het stuk toevallig en vroeg, wat is er met die man aan de hand? Heeft hij een probleem of zo? Ik dacht daar over na en inderdaad, Sun Microsystems heeft een probleem.
Dat probleem is niet zozeer Micosoft, zoals McNealy het doet voorkomen. Het probleem is eerder Dell Computer en andere agressieve leveranciers van op Intel chips gebaseerde systemen. De snel groeiende computerfabrikant Dell zegt dat de onderkant van de werkstationmarkt voor het oprapen ligt. Dus exit Sun. Het Intel-platform wordt zo snel krachtiger dat de makers van bedrijfseigen systemen daar problemen mee (zullen) krijgen. Het Intel-platform is immers aanzienlijk goedkoper dat dergelijke systemen.
Nu is de werkstationmarkt applicatie-gedreven, dus dat maakt het wat makkelijker voor Sun. Er is niks aan de hand zolang er geen Windows NT-versie van een applicatie beschikbaar is. Maar onlangs vertelde mij een leverancier van Geografisch Informatie Systemen dat ze momenteel aan nieuwe klanten alleen nog de Windows NT-versie van hun software kunnen slijten. Slechts bestaande Unix-klanten kopen nog Unix. Behalve de lage prijs voor de hardware, noemde deze directeur ook de mogelijkheid om het GIS gemakkelijk te integreren met Windows-applicaties als Office als één van de redenen voor die opmerkelijke ommezwaai in productvoorkeur.
De directeur in kwestie had voordien bij Digital gewerkt, waar hij Alpha-werkstations moest zien te slijten. Alpha is zo’n beetje de snelste chip die er momenteel gemaakt wordt, maar het verschil met Intel neemt snel af. Wij hadden niet verwacht, zo zei hij eerlijk, dat de Intel-machines zo snel in kracht zouden toenemen.
Men kan zich afvragen of Sun in staat blijft om een niet-Intel platform te ondersteunen, het Sparc-ontwerp. Want ondanks verwoede pogingen in het verleden, is McNealy er niet in geslaagd van Sparc een breed platform te maken. Intel rukt op in de markt en kruipt langzaam naar boven, richting werkstations en servers. Kijk maar wat Compaq doet met zijn zware Proliant-servers of wat Tandem van plan is. Steeds meer leveranciers van hardware hebben de handdoek in de ring gegooid en gaan over op Intel of gaan samenwerken met Intel.
Een van de meest bedreigende ontwikkelingen voor Sun is zonder twijfel het samenwerkingsverband van Hewlett-Packard (een van de grootste concurrenten van Sun) en Intel. Die twee ontwikkelen de opvolger van de huidige Pentium-generatie. Daarmee wordt het Intel-kamp sterk: HP, Dell, Compaq. Blijven over Digital, IBM, Sun en Silicon Graphics.
Digital heeft de snelste chip, de 64-bits Alpha, en wil daar naast OpenVMS ook Windows NT op draaien. In het verleden kon dat al, zij niet in ‘native’ 64 bits-versie. Digital voert verder nog een aantal Intel-machines zodat dit bedrijf twee ijzers in het vuur heeft. IBM heeft zijn lessen geleerd en zal als het nodig is zijn strategie snel aanpassen. IBM wedt dus op verschillende paarden. Sun daarentegen heeft geen keus. Hard vooruit met Sparc of wat anders? Samenwerken met Digital soms?
Of Java een oplosssing biedt, is een open vraag. Met Java zouden chipontwerpen en besturingssystemen er niet meer toe doen. Het nadeel van Java is momenteel tweeërlei: er is nog nauwelijks serieuze software en het is intrinsiek traag. Voor werkstations is dat dus geen oplossing. Of de netwerkcomputer (NC) een gunstige wending aan de toekomst van Sun kan geven laat zich bezien.
McNealy’s aanpak is nogal doorzichtig, zegt Michael Dell. Vraag maar eens aan Sun of men ook Javastations levert voor een Windows NT-server. Nee, natuurlijk niet, want dan kan men geen Sun-servers meer verkopen. Daardoor dreigt een Sun oplossing duurder uit te vallen dan een conventionele pc-oplossing aldus Dell. Hij voegt er aan toe dat hij nog nooit een klant is tegengekomen die zegt dat hij minder krachtige clients nodig heeft.
Dat wil niet zeggen dat er geen belangstelling is voor thin clients. Mainframe-shops zien dat idee wel degelijk zitten. Onlangs spraken we een IT-manager die zijn mainframe geleidelijk vervangt door Windows NT-servers in combinatie met Citrix Winframe-terminals. Citrix Winframe lijkt bij IT-professionals meer in de belangstelling te staan dan de NC. De eerste oplossing is immers direct leverbaar is en kan bestaande Windows-applicaties draaien. Bovendien kunnen allerlei oude systemen benut worden als terminal: zelfs oude 386-pc’s, Macs of speciale Windows-terminals.
Nu zal het mogelijk allemaal wel meevallen met de sores van Sun. Momenteel profiteert Sun van de Internet-rage en de Java-boom. En we weten ook wel dat Solaris voor Sparc superieur is aan Windows NT (waarom is trouwens die Intel-versie van Solaris zo traag?). En dat de grote, bedrijfsbrede systemen niet om Unix heen kunnen.
Maar één, volstrekt onbelangrijk detail blijft knagen. De huidige Nederlandse Java-evangelist bij Sun, een inspirerende spreker en uitmuntend marketeer, heeft achtereenvolgens gewerkt voor Wang Laboratories, Apple Computer en nu dus Sun Microsystems . . .
Ad Mulder,
freelance medewerker Computable