Wie persoonsgegevens verwerkt, moet de geregistreerde daarvan op de hoogte stellen. De verwerker moet zijn identiteit bekend maken (van belang als adresbestanden worden verhandeld) en aangeven wat hij met de gegevens van plan is.
Deze verscherping van de informatieplicht hebben minister Sorgdrager (Justitie) en staatssecretaris Kohnstamm (Binnenlandse Zaken) opgenomen in hun plan voor een nieuwe privacywet. Het wetsontwerp is voor advies naar de Raad van State gestuurd.
De nieuwe wet sluit meer aan bij ontwikkelingen op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie. De huidige regels (Wet persoonsregistraties) richten zich op de gegevensverzamelingen zelf, terwijl de nieuwe, die zijn opgesteld in het verlengde van een Europese privacyrichtlijn, met name betrekking hebben op de gegevensverwerking. Met de actieve informatieplicht voor registratiehouders annex verwerkers komt een einde aan de situatie waarin zaken zijn toegestaan totdat de betrokkene bezwaar maakt; geregistreerden hoeven straks niet meer zelf op onderzoek uit.
De Registratiekamer krijgt meer bevoegdheden. Zij mag straks boetes opleggen bij onrechtmatige gegevensverwerking. Ook nieuw is dat ze per branche of zelfs per organisaties een toezichthouder kan aanstellen.