Nadat we eind vorig jaar een korte, kritische analyse over leverancier Apple hadden geschreven, werden we bedolven onder ‘flames’ en ‘hate-mail’ van Apple-fanaten.
Een ware vloedgolf, nog niet eerder vertoond in de lange historie van dit blad. Het merendeel van de reacties was van een weinig verheffend niveau: onlogisch, niet op feiten gebaseerd of ronduit beledigend. ‘Kan deze rotte appel niet uit de redactie verwijderd worden’ was nog één van de vindingrijkste en vriendelijkste aanbevelingen.
De reacties hadden gemeen dat ze angstvallig vermeden op de inhoud van de gewraakte Offline in te gaan. De zaken die daarin als (mede-) oorzaak werden genoemd voor de betonrot bij Apple, herhaalden ze nog even kort; Apple’s (te) lang volgehouden politiek van gesloten systemen; mede daardoor minder (en vaak ook duurdere) software en randapparatuur dan voor het Wintel-platform; (te) lang een premium prijs vragen voor Apple-apparatuur; technologische voorsprong verspeeld en op sommige punten in het defensief (multitasking, beschermd geheugen; innovaties gaan nu soms zelfs omgekeerd van Wintel naar Apple, zoals bij PCI-bus); instabiliteit van het Mac OS aldus ervaringen van sommige gebruikers (zie ondermeer de website van Bugnet).
In plaats van deze argumenten aan te vechten en met feiten te ontzenuwen, verwijt men de Offline-auteur liever dat hij zich verliest in ‘borrelpraat’ of veronderstelt men een wereldwijd door Microsoft gefinancierd anti-Apple-complot. We moeten de briefschrijvers en e-mailers teleurstellen. We hebben niets tegen Apple, we hebben ooit nog geprogrammeerd op een Apple II. En nee, we hebben geen aandelen Microsoft in ons bezit en Computable heeft een strikt onafhankelijke redactie.
Voor Anton Waslander, docent Historische Informatieverwerking te Leiden, en ingezondenbrievenschrijver (Computable, 11 juli 1997) heb ik nog een tip. Raadpleeg eens de zoekfunctie van de Computable-website. Zoek de gepubliceerde artikelen in de weekkrant over Microsoft. En let vooral op de initialen onderaan de meer kritische artikelen.
Overigens leert de verknochtheid van Apple-gebruikers aan hun apparaat dat er een hechte, emotionele band tussen computer en mens kan ontstaan. Dat laat een interessante vraag open: zou die band zich ook kunnen ontwikkelen als de PC vervangen wordt door een ietwat onpersoonlijker NC – een apparaat waar absoluut niet meer in de registry geknoeid kan worden door de gebruiker zelf.
Op de dag dat Apple-baas Gil Amelio zijn congé heeft gekregen en de koers van aandeel Apple op de laagste stand sinds twaalf jaar staat, ziet het er ondanks alles minder slecht uit voor Apple dan het lijkt. Men heeft nog genoeg geld in kas en ook bij een gehalveerde omzet kan het bedrijf met zijn sterke productnaam nog zeker twee jaar overleven, tenminste, als men zich niet nog meer vervreemdt van de software-ontwikkelaars die voor het Apple-platform schrijven (het benoemen van Steve Jobs tot nieuwe ceo is in dat verband niet aan te bevelen).
In de Offline van eind vorig jaar vroegen we ons af of Apple de ellende over zichzelf afgeroepen heeft en of het erg is dat een computerpionier ten onder gaat. Het antwoordt luidde toen: ja, het is eigen schuld en nee, het is niet erg. De concurrentie in de IT-markt is groot, en dat is goed. Wie producten maakt die om de een of andere reden niet aantrekkelijk (meer) zijn, verliest. Zelfs een ooit onverslaanbaar geachte IT-monopolist als IBM (van januari 1969 tot januari 1982 liep in de VS een anti-trust onderzoek tegen de wizards uit Armonk, het grootste en meest ingewikkelde proces ooit) had het een paar jaar geleden zeer moeilijk. En, tot troost voor de Apple-liefhebbers, ook Microsoft zal ooit eens een dergelijk lot beschoren kunnen zijn.
Ad Mulder,