Investeren in Voorsprong, het ICT-actieplan voor het onderwijs, voorziet in een stapsgewijze opzet. Een groep voorhoede-scholen begint. Bovendien worden Europese tenders uitgezet.
Dit blijkt uit het implementatieplan dat behoort bij Investeren in Voorsprong dat deze week naar de Tweede Kamer werd verzonden. Voor de uitvoering van het plan is een onafhankelijk procesmanagement ‘ICT in het onderwijs’ verantwoordelijk. Dit management heeft een makelaarsfunctie en stimulerende rol. In het rapport wordt voor een incrementele benadering gekozen, omdat ICT razendsnelle ontwikkelingen doormaakt. Centraal in het actieplan staan nascholing, hard- en softwarelevering en de beschikbaarheid van lokale netwerken en een landelijk educatief breedbandig netwerk. Voor het plan dat loopt tot 2002 is voor 1997 en 1998 272 miljoen gulden beschikbaar. Mede omdat minister Ritzen voor zijn plannen slechts financiële dekking heeft voor die twee jaren is er gekozen om te beginnen met de voorhoede-scholen.
Aanmelding
Scholen kunnen zich aanmelden tot 15 september om mee te doen aan de eerste stap van het implementatieplan. Daarbij zal de school moeten kunnen aantonen dat de computer breed wordt ingezet in het onderwijs. Door middel van een ICT-beleidsplan moet de school zijn ideeën omtrent ICT in het onderwijs duidelijk maken. De voorhoede-scholen zullen zo snel mogelijk volledig worden toegerust met nieuwe hardware en netwerk-aansluitingen. Ook krijgen ze extra middelen voor bijscholing en voor de aanschaf van digitale leermiddelen. Om welke bedragen het per school zal gaan is nog onduidelijk. De voorhoede-scholen moeten een voorbeeldfunctie krijgen. Scholen die later inhaken moeten hulp krijgen bij de voorbereiding, bijvoorbeeld met financiële ondersteuning voor bijscholing van het management en de docenten, en voor PC-privé-projecten. Per jaar start een nieuwe tranche scholen, zodat in 2002 alle scholen voor primair- en voortgezet onderwijs aan de beurt zijn geweest. Nadat alle scholen voldoende zijn toegerust met ICT-middelen, wil de minister vanaf 2002 het gebruik van ICT in het onderwijs formeel verankeren. Dat betekent dat het gebruik ervan onder de kwaliteitseisen valt waaraan elke school dient te voldoen.
Tenders
Gelet op de Europese regelgeving zullen Europese tenders worden uitgeschreven voor drie categorieën hardware: (1) de totstandkoming van een elektronische transportdienst voor een nationaal Edunet, tussen ondermeer alle onderwijsinstellingen van primair, voortgezet en beroepsonderwijs en volwassenen-educatie, landbouw-onderwijs, lerarenopleiding, openbare bibliotheken, musea en archieven. Deze transportdienst heeft breedband- of videokwaliteit. De gebruikskosten ervan moeten laag en voorspelbaar zijn. Andere overheden en overheidsdiensten zullen van deze technische infrastructuur eveneens gebruik kunnen gaan maken.
(2) Het aanleggen van interne netwerken binnen de scholen. Deze zijn van dezelfde kwaliteit als die van Edunet, maar grotere onderwijsinstellingen dienen wel de mogelijkheid te hebben te kiezen voor gedifferentieerde oplossingen. Deze netwerken beperken zich tot schoolgebouwen. Tussen gebouwen wordt gebruik gemaakt van Edunet, waarbij beveiliging van gegevensstromen mogelijk moet worden. (3) Aanschaf of lease van multimedia- en netwerkcomputers, en van servers voor allerlei zaken als: CD-Rom, elektronische post, mediatheken enzovoort.
In verband met de continuïteit zal gekozen worden voor meerdere leveranciers. De onderwijsinspectie zal voor de monitoring van het project moeten zorgen. Als kritische factoren worden ondermeer genoemd de bijscholing van docenten die een permanent karakter moet hebben en een gezonde markt voor digitale leermiddelen die op termijn moet ontstaan. Dat laatste wil de overheid bereiken door de bestedingsruimte van scholen voor leermiddelen te verruimen. Ook worden marktpartijen buiten Nederland gestimuleerd om op de Nederlandse mark te investeren.