Docenten die vanaf 1998 het nieuwe vak informatica in de bovenbouw van havo en vwo willen geven, moeten een scholingsprogramma afwerken van 1680 uur. Eén jaar voltijdse studie. Een Commissie Docentenscholing Informatica (CDI), samengesteld uit vertegenwoordigers uit het hoger onderwijs, voortgezet onderwijs en bedrijfsleven (de Fenit) heeft dit aan minister Ritzen voorgesteld.
De commissie, onder voorzitterschap van prof. dr. ir. Fred Mulder (hoogleraar informatica-onderwijs aan de Open Universiteit, Heerlen), ontwikkelde een aantal adviezen. Deze hebben enerzijds betrekking op een globale specificatie van inhoud en omvang van het scholingsprogramma voor informaticadocenten, en anderzijds op de opzet van een eerste, experimentele scholing voor docenten die het keuzevak informatica op hun school gaan geven.
Eerstegraads
Het is de bedoeling dat de docenten na voltooiing van het scholingsprogramma het vakgebied informatica in de volle breedte, en met voldoende diepgang in een aantal deelgebieden, overzien en dat zij alle in het schoolvak te realiseren eindtermen op eerstegraads niveau beheersen. Het scholingsprogramma krijgt vorm in de componenten zelfstudie, fysieke deelname (aan groepswerk, spreekuur, excursies) en niet-fysieke communicatie (met studiebegeleider en andere cursisten via e-mail, groupware, telefoon en post), ongeveer in de verhouding 60:20:20. De opleiding zou zich tenminste moeten uitstrekken over twee jaar. Dat kan niet anders omdat de cursisten de scholing moeten kunnen combineren met hun taak als docent. Voorts zal het schoolvak een keer volledig moeten zijn verzorgd op de eigen school.
Zolang er nog geen initiële lerarenopleiding voor informatica is, kan een College van Toezicht Docenten Informatica Voortgezet Onderwijs een einddiploma afgeven. Dit college heeft een door het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen vastgestelde taakstelling, zodat het diploma het karakter draagt van een bevoegdheidsverklaring. Er kunnen ook vrijstellingen worden verleend voor onderdelen (of eventueel het gehele programma) op basis van gecertificeerde activiteiten, dan wel te documenteren praktijkervaring. De door het college verstrekte bevoegdheidsverklaring wordt in een door het ministerie te ontwerpen regeling omgezet in een formele eerstegraads bevoegdheid.
Cursuskosten
De commissie meent dat het voor een goede ontwikkeling en positionering van het schoolvak informatica van groot belang is om bij de start van het scholingsprogramma direct te streven naar een goede verdeling over docenten met een alfa-, bèta- en gamma-achtergrond, terwijl ook de man/vrouw-verhouding evenwichtig zal moeten zijn. Er worden geen bijzondere eisen gesteld aan voorkennis en ervaring. Specifieke wiskundige voorkennis is niet noodzakelijk en ook wordt er niet uitgegaan van bepaalde ICT-vaardigheden. Uitgangspunt bij de financiering is dat ook de scholen een deel van de kosten voor hun rekening nemen. Van de docenten wordt verwacht dat ze bereid zijn deels eigen tijd te investeren in hun opleiding.
Het is de bedoeling dat de cursuskosten volledig voor rekening komen van het ministerie. De aanschafkosten van een volwaardige werkplekconfiguratie thuis en de exploitatiekosten zijn voor de school. De branche-organisatie Fenit werkt aan een kortingsregeling voor apparatuur thuis. Onder de exploitatiekosten vallen zaken als reiskosten, telefoon, Isdn-aansluiting, Internet-abonnementen en kosten van digitaal berichtenverkeer.
De docent investeert zelf 280 uur in de scholing. Het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen verleent volgens de plannen faciliteiten voor de vervanging van de docent gedurende 700 uur. Het ministerie moet nog reageren op de voorstellen. JL