Al tien jaar lang laat Martin Healey zich iedere week gedwee opsluiten in een dwangbuis van 800 woorden. Nu krijgt hij alle ruimte om rond te dwalen in de wereld die hem zo lief is: die van de informatie-technologie. Computable interviewt zijn ster-columnist – een aimabel mens en amusant causeur – over Microsoft, gegevenspakhuizen, de netwerkcomputer en de toekomst.
De reactie van een lezer geeft weer hoe geliefd Martin Healey zich heeft gemaakt met zijn wekelijkse columns in Computable. Hij loopt met uitgestoken hand op Healey af om hem te bedanken voor zijn treffende observaties en analyses. Healey neemt de complimenten in ontvangst als een echte Britse gentleman en knoopt een praatje aan. De lezer is duidelijk verguld de ‘grote’ Martin Healey te ontmoeten.
Groot is Healey zeker niet, althans niet in de letterlijke zin van het woord. Wel veel grijzer dan op de foto die zijn wekelijkse column in Computable siert. Zijn wenkbrauwen daarentegen zijn net zo zwart en borstelig gebleven als vroeger. Ondanks zijn grijze haar oogt hij jonger dan 62 jaar.
Healey is in Apeldoorn om, volgens traditie van de laatste jaren, het congres van Value Added Consultancy in Apeldoorn te openen als inleider. In de klare taal die voorbehouden lijkt aan sprekers uit de Angelsaksische wereld en die lezers van Computable kennen uit zijn columns, laat hij trends in de IT-wereld de revue passeren. Niet als een neutrale toeschouwer, maar als een betrokken waarnemer die zijn afkeur of voorkeur niet onder stoelen of banken wenst te steken. Maar altijd beredenerend en analyserend, zijn betoog doorspekt met ironische en prikkelende observaties, zodat je er ook wat aan hebt als je het niet met hem eens bent.
Mainframe
Aan het eind van uw inleiding vergelijkt U de concepten van Microsoft met die van Sun, Oracle en Netscape. U laat het publiek bijna raden wie het meeste baat zal hebben van de netwerk computer, als die het haalt. Niet Oracle, Netscape of Microsoft, maar… "(met een grijns) IBM. Waarom? In de toekomst krijg je toegang tot het Net via de televisie, niet alleen meer vanaf de PC. De penetratiegraad van een simpel informatiesysteem wordt een veelvoud van het huidige getal – astronomische aantallen. Dan zijn er heel grote centrale systemen nodig om alles in goede banen te leiden. Enters IBM. Natuurlijk is er concurrentie, ook waar het gaat om het soort super-systemen waarover we nu praten. Denk aan Hewlett-Packard met grotere versies van Hpux. Maar het mainframe is de meest voor de hand liggende kandidaat: IBM, Amdahl, Hitachi en anderen. Allemaal met hetzelfde MVS besturingssysteem. Hierop kunnen de grote informatie-databanken draaien waar het Internet-nieuwe-stijl om vraagt."
Sun Microsystems heeft sinds kort radio-spotjes met als uitsmijter: ’the network is the computer’…
"De definitie is correct. Maar het lijkt me overigens een prima sales-pitch voor IBM. Als we in de toekomst goedkope snelheid en bandbreedte krijgen in de communicatie, kun je de centrale rekenkracht neerzetten waar je maar wilt. Terug in het midden, waar het goedkoper te beheren valt. Ik viel bijna om van het lachen toen ik Microsoft kort geleden hoorde beweren dat het clusteren van honderden NT-systemen een goede vervanging is voor een mainframe. Bespottelijk."
Het mainframe is lange tijd afgeschilderd als de dinosaurus van de IT-wereld.
"Dat is Microsoft-speak", plaagt hij. "Wat was het groeipercentage van mainframes in 1996? Ongeveer 46 procent. Veel en veel meer dan wat dan ook in de PC-sector. IBM’s probleem is niet of de mainframe-markt groeit; die groeit als kool. Hun probleem is dat ze veel minder kosten dan vroeger, zodat ze geen 46 procent omzetgroei krijgen. De terugkeer naar mainframes is goed op gang, daar bestaat geen twijfel over. Een mainframe is voor de meeste organisaties veel goedkoper dan wat dan ook."
Waarom?
"Het is een gecentraliseerd stuk gereedschap; clustering en dergelijke gebeuren daar al jaren. Het is ontworpen voor upscaling: capaciteit, dat is het sleutelwoord. Door de moderne bedieningssoftware zijn ze tegenwoordig simpel in het gebruik. De bedieningskosten liggen dan ook laag."
Kunnen we spreken over de terugkeer van het mainframe of is het nooit weggeweest?
"Het is eigenlijk nooit weggeweest. Wel is er een trend geweest om de mainframes te vervangen door geclusterde Unix-systemen. Men is wel degelijk omgeschakeld naar gedistribueerde in plaats van centrale systemen. In sommige gevallen is dat nog steeds de beste gok, met name als ook de organisatie gedecentraliseerd is met vestigingen over de hele wereld."
"We hebben er verkeerd aan gedaan gedecentraliseerde systemen te bouwen omwille van de decentralisatie. Ik bepleit overigens geen terugkeer naar de wereld van de ‘oude’ mainframes met domme terminals, systemen waarmee alleen de IT-afdeling overweg kon. Het gaat veeleer om de technologie om gebruiksvriendelijke systemen te fabriceren."
Waarin verschilt het ‘nieuwe’ mainframe van het oude?
"Voornamelijk omdat het als server in gebruik is, en niet als compleet systeem. De database en de modules van toepassingen draaien op de server; de toegang daartoe gaat vanaf een thin client. De nieuwe generatie applicaties zal optimaal gebruik maken van deze client/server-aanpak. Het ‘front-end’ is daarbij meer het venster van de gebruiker op het systeem. De client wordt opgebouwd uit kleine, herbruikbare modulaire dienstenpakketjes, meestal in Java geschreven."
N(i)et-PC
In uw columns windt u er geen doekjes om waar u zelf staat in de discussie tussen Net-PC en NC.
"Ik geloof dat de netwerkcomputer onvermijdelijk is. Het is de juiste architectuur om een communicatieprobleem op te lossen. Ik heb geen personal computer nodig, maar een toegangspunt. Maar dan wel graag met behoud van de functionaliteit van de PC, de muis, het grafische interface. Ik wil niet terug naar de domme terminal van vroeger, ik wil alleen de eenvoud van een terminal. De voornaamste reden waarom de NC onvermijdelijk wint, is van financiële aard: het is goedkoper een NC te bezitten dan een PC vanwege de beheerkosten van de laatste. Dat blijft zo, wat ze ook zullen doen om de PC beter en (dus) goedkoper beheerbaar te maken. De vraag is dus niet of de NC er komt, maar veeleer wanneer, hoe en met welke partners."
Hebben Intel, Microsoft, Hewlett Packard en de anderen in de alliantie dan geen schijn van kans met hun Net-PC?
"Er ligt een kans op de markt. De stap van de PC naar de NC wordt nooit in één keer gezet. Healey houdt rekening met een langdurige overgangsperiode tot de NC volwassen is. "Uiteindelijk wil ik op een willekeurig terminal afstappen, de stroom aanzetten en het systeem gebruiken. Simple as that."
Groupware
U maakt zich nogal vrolijk om de nieuwe versies van veel gebruikte applicaties om te schrijven en te rekenen. Ze hebben snellere processoren nodig, meer geheugen. Maar de producten gaan er functioneel niks op vooruit.
"Tekstverwerkers zijn een klassiek voorbeeld. Nog steeds is er slechts één auteur, die alle stijlen, lettertypes en zo moet instellen. We moeten naar een scenario toe waarin we gereedschap krijgen om met documenten om te gaan die meerdere auteurs hebben en goed gestructureerd zijn. De stijl wordt automatisch bepaald bij publicatie van het document, niet bij aanmaak. Schrijf in vredesnaam nooit een handleiding met een tekstverwerker; die is om brieven te schrijven. Met spreadsheets is het net zo gesteld. We worstelen nog steeds met producten die een gloednieuw uiterlijk geven aan ouderwetse technologie."
U sprak over het gebrek aan respect voor software voor werkgroepen. Juist die software verbindt mensen met elkaar, niet computers, zo zegt u. Wat bedoelt u daarmee?
"Niet zozeer een gebrek aan respect, als wel dat ik ‘groupware’ classificeer als een flinke stap voorwaarts, omdat we ons daarmee voor het eerst echt bemoeien met mensen die met elkaar communiceren. Voor e-mail geldt dat tot op zekere hoogte ook, maar dat is toch meer een point-to-point communicatiedienst. Groupware brengt ‘logische’ groepen samen, zodat geschreven informatie in een gestructureerde omgeving aan elkaar wordt doorgegeven."
"De volgende stap is groupware te integreren met de andere systemen, zodat mensen via groupware geïnformeerd raken over besluiten die gevallen zijn. Een menselijk soort van communicatie dus. Video en stem vertonen in potentie nog menselijker trekken, maar dat ligt toch ingewikkelder. Tekst is door bijna iedereen te begrijpen en is een simpele en praktische manier om menselijke groepen te definiëren en af te bakenen".
Wat is het voornaamste obstakel om de mogelijkheden ten volle te benutten?
"Zo’n obstakel zie ik eigenlijk niet. Er zijn nu elf miljoen gebruikers van Lotus Notes. De penetratie is dus al heel significant. De komst van e-mailsystemen als Exchange en Groupwise was even een stap terug. Die werden immers ten onrechte aangezien voor groupware-producten, hoewel ze de databanken voor tekst en de ‘application services’ ontberen. Ik vind dat eerder een verzameling archiefkasten dan groupware."
"Lotus Notus is het enige groupware-product. Iets wat er op lijkt is opgenomen in de Netscape-omgeving, maar dat schiet voorlopig nog fors tekort met betrekking tot mogelijkheden om gestructureerd met documenten om te gaan".
Exchange en Groupwise vindt hij beide goede producten. "Exchange is een prima e-mailsysteem, maar het is geen groupware".
Gegevenspakhuizen
Gegevenspakhuizen mochten ook optreden in uw lijstje van meldenswaardige trends. Waarom?
"Er is een fundamenteel verschil tussen wat nodig is voor een transactie-databank en een informatie-databank. Een transactie-databank staat lezen en schrijven toe, en is te updaten. Daarnaast moet hij in staat zijn tot een hoge prestatie onder zware belasting. Zo’n databank wordt daarom opgebouwd volgens een structuur met heel veel kleine tabellen met replicatieve velden. Kom je met zo’n structuur aan bij de knowledge worker (kenniswerker), die de data analyseert en vervolgens een beslissing over beleid neemt, dan heb je een probleem. De structuur van de transactie-databank leent zich niet erg voor analysewerk. Bovendien beschikt de onderneming over meerdere potentiële bronnen van relevante data".
"Bij datawarehousing draait het om het maken van een informatie-databank die je voedt met de data uit de productiesystemen, in een formaat dat zich leent voor analyse, ook van historische gegevens. Een gegevenspakhuis is een noodzakelijk kwaad. Een analytisch tool moet je niet naar de productiedata trachten te ‘mappen’. De productie-databank blijft schoon; de analist leest zijn ‘gekopieerde’ analyse-data uit de informatie-databank".
Twee gescheiden typen databank dus, die evenwel opgebouwd en gestructureerd worden met dezelfde dbms-technologie van een bepaalde leverancier. In een gegevenspakhuis dat van karakter query-only is, kun je naar hartenlust parallelle technologie in hardware en software toepassen, aldus Healey. In de transactie-databank, met zijn kruisreferenties tussen de tabellen, is die techniek moeilijker aan te wenden.
Hebben we het dan ook over verschillende beroepsgroepen: de beheerders van de productie-databanken en de analisten?
"Ja, de productie-databanken blijven onder beheer staan van hun traditionele beheerders. Informatie uit die databanken halen, rapporten draaien, klassieke ‘queries’ doen aan de productie-databank, dat gaat gewoon door. Een informatie-databank helpt de analisten en besluitvormers, maar zal productie-databanken nooit overbodig maken. Je hebt ze allebei nodig."
Kun je van een machtsoverdracht spreken richting kenniswerker?
"Ik denk het wel. We stellen de analist of besluitvormer in staat zijn werk te doen. In 90 procent van de gevallen hecht de onderneming veel waarde aan de kenniswerker, die door zijn analyses de verkoop met 10 procent weet op te stuwen. Meer waarde dan aan degene die ervoor zorgt dat de operationele systemen blijven draaien. Of dat correct is, is een andere zaak. Hoe meer tools je in handen van de besluitvormers geeft, des te belangrijker ze zullen worden."
Toch denkt Healey niet dat daarmee de dagen van de IT-managers van de productie-databanken geteld zijn. "Naarmate de systemen voor gegevensverwerking, kantoorsystemen, gegevenspakhuizen en kennissystemen meer geïntegreerd raken, zullen de operationele systemen even goed of zelfs beter gerund moeten worden. Er komen echter functies bij."
Elektronische handel
Zijn ondernemingen zich bewust van de rijkdom aan informatie in hun databanken? Groeit dat inzicht in de potentiële bron van toegevoegde waarde ?
"Het is een groeiend concept. Mensen in bedrijven zijn in toenemende mate bezig informatie uit databanken beschikbaar te stellen aan een bredere groep van gebruikers, intern en extern. Een gegevenspakhuis wordt meestal opgebouwd voor een concreet project. Typisch een opzet om een probleem op te lossen voor een beperkte groep medewerkers. Ik zou het dan ook eerder een datamart dan een gegevenspakhuis noemen."
Toen het principe er eenmaal was, begonnen er ook ‘echte’ pakhuizen te komen op het niveau van de hele onderneming. Ze werden aangewend door een veel grotere groep van interne gebruikers, maar ook door klanten die Internet als toegangspoort benutten. "Ik verwacht een grote groei in het aantal externe gebruikers en externe diensten. Bedrijven moeten wel goed nadenken welke informatie ze aan externe gebruikers ter inzage willen geven."
Wie zijn die externe gebruikers?
"Het voornaamste externe gebruik zal elektronische handel zijn: direct via de webserver bestellen, in het productie-systeem kijken wat een bedrijf in voorraad heeft. Het gegevenspakhuis is daarentegen een informatie-dienst, en is van minder waarde voor het leggen van die externe verbinding."
"De reden dat je bijvoorbeeld steeds meer web-Olap tools (online analytcial processing) ziet, ligt in de trend om weg te gaan van PC’s in een netwerk. Het client-deel van de Olap-tool zit niet meer op de PC; alles zit op de server. Je hebt dan alleen een browser op de PC nodig. De server doet alle Olap-functies. Dat is meer een valide aanpak van een intranet dan van Internet. Je wilt immers niet iedere buitenstaander laten rondsnuffelen in je gegevenspakhuis."
Veel bedrijven gebruiken een intranet om informatie over hun eigen organisatie en sleutelgegevens van grote klanten universeel binnen de onderneming beschikbaar te hebben.
"Dan spreek je bijna over een klassieke Lotus Notes applicatie met een web-interface naar de Notes applicaties en heb je alle groupware-functies tot je beschikking. Je hebt geen Web nodig, maar web-technologie. Met die indirecte toegang tot de Domino-server krijg je een veel gladdere toegang tot je informatie."
Microsoft, NT en Unix
Uw columns wekken niet de indruk van een Microsoft-bewonderaar te komen.
"Windows NT is een goed besturingssyteem, maar de verkoopcijfers worden zwaar overdreven. Verscheepte aantallen van een product van tweehonderd dollar aan de distributiekanalen moet je niet vergelijken met de installaties van Unix-systemen van twintigduizend dollar. Een geweldige hype. NT is een goed product, goed ontworpen, maar is onvolwassen, zoals Unix dat tien jaar geleden was. Door producten van derden komt het beheer nu op een met Unix vergelijkbaar niveau: je kunt Novell’s Directory Services krijgen voor NT."
"Met die onvolwassenheid zal het in de loop der tijd dus wel goedkomen. Als MVS naar beneden afzakt en NT opklimt, zit Unix tussen hamer en aambeeld. Dat betekent dus in het bijzonder problemen voor Hewlett-Packard en Sun. Als Intel-servers van bijvoorbeeld Compaq gebundeld worden met een volwassen Windows NT en de lagere en middensegmenten van de markt gaan bedienen, voorzie ik dat de Unix-aanbieders omhoog gedwongen worden. Daar zullen ze in botsing komen met de MVS-systemen die downmarket gaan. Dat zal uitmonden in een markt die redelijk tussen die drie platformen is verdeeld. Het probleem is dat NT nu een bedreiging vormt voor het bestaan van Microsoft."
. . . ?
"Het probleem met NT is dat het werkt. De hele marketingstrategie van Microsoft is namelijk gebaseerd op dingen die niet werken. Om de twee jaar komen de gebreken zo duidelijk aan het licht dat je een nieuwe versie moet kopen. Maar waarom zou ik iets als NT vervangen? Daar komt een fascinerend probleem bij. Neem een afdeling met 25 PC’s in een netwerk. Daar heb je vijfentwintig licenties van Windows 95 voor nodig en één Windows NT Server-licentie. Plus Office-producten. En nu het alternatief: koop één licentie van NT Server, zet er Lotus Notes Domino bovenop met de ingebouwde intranet-faciliteiten plus de ‘groupware’ en, belangrijker nog, de ingebouwde Java-machine om ‘suites’ van gloednieuwe Java-applicaties te gebruiken. Binnen twee jaar kun je ‘suites’ verwachten van op Java gebaseerde kantoor-applicaties. Die zullen veel eenvoudiger dan Microsoft Office zijn en veel dichter aansluiten bij wat gebruikers willen."
Zijn er tekenen die op de komst van dit soort Java-suites wijzen?
"Van de nieuwe investeringen in Californië zit 80 procent in bedrijven die Java-applets schrijven. De hele bedrijfstak grijpt de mogelijkheden van Java aan. Pas wel op: Java staat nog in de kinderschoenen. Het is het begin van een ontwikkeling, niet het eind.
Terug naar ons denkbeeldige kantoor, waar 25 PC’s staan, een combinatie van 386- en 486-pc’s. Krachtig genoeg om de browser te draaien, die ze al hebben. Resteert voor Microsoft: één licentie voor NT.
Is Microsoft een monopolist?
"Misschien in technische zin niet, maar feitelijk wel. Ze verkopen producten met een verkeerd concept, ouderwets en achterhaald. En dan kunnen mensen ‘upgrades’ kopen van die verouderde software. Waar is de nieuwe technologie? Als er een keer wat nieuws komt, wordt dat verpletterd door de marketingkracht van Microsoft."
"Dat bedrijf is een ramp. De gebruiker wordt volgestopt met overbodige producten die hij elke twee jaar kan weggooien. Ongelooflijk duur, maar ze komen er elke keer mee weg. Het ergste is dat het ontwikkelingen de verkeerde kant op stuurt. De Macintosh is vijftien jaar oud en in de PC-wereld zijn we opgewonden omdat we de Macintosh hebben ingehaald. Na vijftien jaar notabene. Waarom zijn we niet vooruitgegaan? Omdat de marketing van zwaargewichten overheerst."
Netscape tijdelijk
U maakte in uw inleiding een grap over Isdn en 64 kilobit-lijnen. Hoe belangrijk is snelheid en bandbreedte voor ’the network is the computer’? Acht u de telecom-bedrijven in staat die te leveren?
"Zij spelen de sleutelrol. De backbone is wel in orde, en er zijn interessante technologieën beschikbaar om de woning binnen te komen: kabels, kabel-tv en Adsl (asymmetric digital subscriber loop). De centrales zijn het knelpunt, die zijn niet snel genoeg. Daar zullen de PTT’s fors in moeten investeren, want je hebt hoge snelheid nodig van begin tot einde. Er valt genoeg geld te verdienen, dus die investeringen zullen er wel komen."
Het met fanfare binnenhalen van 64 kilobit verbindingen noemt Healey "een grap". "Ik kijk verlangend uit naar het vervangen van dat soort lijnen, niet naar het introduceren ervan." Net zo negatief oordeelt hij over Isdn: "te weinig en te laat". Dan ligt technologisch gezien een directe stap naar kabelmodems of Atm (minimaal 25 megabit/sec.) meer voor de hand. Deregulering en concurrentie tussen de aanbieders zal de snelheid hoe dan ook opjagen. En met gevoel voor de actuele ontwikkelingen op de markt in Nederland: "Als de Nederlandse PTT het niet doet, doet British Telecom het wel."
Tot slot de strijd tussen Microsoft en Netscape op het browser-front. Is Netscape nog steeds een browser-bedrijf of een communicatie-bedrijf?
"Geen van beide. Het spijt me het te moeten zeggen. Op termijn gaan ze de browser-oorlog verliezen, want ze geven de software niet langer weg zoals met hun concurrent Exchange gebeurt. Ik zie Netscape als een tijdelijk verschijnsel op de markt. IBM, Oracle en Sun hebben hun eigen browsers laten vallen ten faveure van Navigator, als een anti-Microsoft campagne. Vandaar de honderd miljoen dollar turn-over in het laatste kwartaal."
"Die steun van Oracle en IBM krijgt Netscape slechts zolang het die reuzen uitkomt. Wat gebeurt er als Exchange marktleider zou worden? De kans om uit dat dilemma weg te komen door het aanbieden van intranet-oplossingen voor bedrijven brengt ze in directe concurrentie met de 11 miljoen Lotus Notes gebruikers."
Hebben we iets gemist hebben in ons gesprek?
Aarzelend: "Ja. Ik denk dat de toekomst er niet zo rooskleurig uitziet als ons wel eens voorgespiegeld wordt. Alle voorspellingen over de toekomst van de IT-industrie gaan ervan uit dat de wereldeconomie blijft groeien. Ik heb mijn twijfels over de wereldeconomie. Ik vraag me wel eens af of mensen over tien jaar zich echt zorgen maken over een of ander informatiesysteem, of dat ze bezig zullen zijn voedsel te bemachtigen. De IT-industrie leeft in een kleine, beschermde omgeving. Als er een wereldrecessie komt, wie zit er dan nog te wachten op informatietechnologie? Alle voorspellingen zouden wel eens waardeloos kunnen zijn."
De lach op zijn gezicht is verdwenen, zijn stem wordt vlakker en plotseling ziet hij er uit als de 62-jarige die hij is. "Ik ben doodserieus. Ik heb kleinkinderen en hun toekomst ziet er lang niet zo rooskleurig uit als ik zou willen. Let’s hope I’m wrong."
René Rippen, coördinator Achtergrond & Opinie