Er is geen sprake van een geringe animo voor het hbo-informatica onderwijs.
Het artikeltje ‘Animo voor informatica nog steeds gering’ (Computable, 6 juni 1997), gecombineerd met het artikel ‘Wildgroei in hbo-informatica’ (Computable van 30 mei) geeft mij aanleiding tot de volgende reactie.
Het hbo-informatica onderwijs in Nederland kent reeds geruime tijd drie hoofdstromen: bedrijfskundige informatica opleidingen (bi, vijftien stuks), hogere informatica opleidingen (hi, dertien stuks) en één opleiding informatica en informatiekunde (i&i) in Den Haag.
Dat deze opleidingen niet allemaal hetzelfde programma voeren is verklaarbaar, ondermeer door de regionale binding van opleidingen. Ik zou dat zeker geen wildgroei willen noemen; het bedrijfsleven waardeert die regionale binding zelfs.
Gelet op bovenstaande is het jammer te constateren dat in het artikel met betrekking tot het hbo alleen gesproken wordt van hi-opleidingen. Voor de volledigheid geef ik daarom de getallen voor alle hbo-informatica opleidingen. Ik beschik over de telling van 24 mei jl.:
96/97 | 97/98 | verschil | groei | Aantal opleidingen | |
bi | 695 | 796 | 101 | 15% | 15 |
hi | 1022 | 1326 | 304 | 30% | 13 |
i&i | 308 | 409 | 101 | 33% | 1 |
Totaal | 2025 | 2531 | 506 | 25% | 29 |
Met een verwachte instroom van 2500 studenten per 1 september aanstaande en een groei van gemiddeld 25 procent kan naar mijn mening niet meer gesproken worden van een geringe animo, in ieder geval niet voor het hbo-informatica onderwijs.
Kees van Loon,
algemeen directeur Haagse Hogeschool, sector Informatica