NCR legt met zijn systemen die gebaseerd zijn op de databasetechnieken van Teradata het accent op datawarehousing. Het bedrijf wil hiermee een eind maken aan verliezen die waren opgelopen tot twee miljoen dollar per dag.
Dit bleek op de gebruikersbijeenkomst van vorige week werd. AT&T nam NCR in 1991 voor een bedrag van 7,4 miljard dollar over. Vervolgens moedigde AT&T NCR aan om zijn productenpakket te verbreden, onder andere door PC’s te gaan verkopen. Daartoe pompte de telecomgigant maar liefst 7,4 miljard dollar in het overgenomen bedrijf. Weggegooid geld. NCR slaagde er niet in de producten aan de man te brengen. De verliezen liepen op tot twee miljoen dollar per dag.
Bodemloze put
Eind vorig jaar zag AT&T in dat NCR een bodemloze put was en in december mocht NCR onder eigen naam verder. Lars Nyberg, afkomstig van Philips, was de nieuwe topman die schoon schip mocht maken. Hij ontsloeg wereldwijd 8500 mensen en stopte onder andere de PC-operatie. Dankzij de ingrepen van Nyberg slaagde NCR erin binnen twee kwartalen weer uit de rode cijfers te komen.
Nyberg dwong NCR zich te concentreren op de gebieden waarin het sterk is: communicatie, de financiële wereld en de detailhandel. Juist op deze gebieden kan NCR profiteren van de database van Teradata. Dit werd in 1991 overgenomen. Deze database werkt met parallelle technieken, die nodig zijn om grote gegevensverzamelingen te kunnen bewerken. NCR claimt dat vier van de vijf top-winkelketens in de VS zijn uitgerust met een database van Teradata.
Consument
Op de gebruikersbijeenkomst legden diverse bedrijven uit op welke manier zij profiteren van data-warehousing en -mining. In zo’n datapakhuis worden vooral gegevens bijeengebracht om het gedrag van de consument te kunnen doorgronden. Sean Kelly, één van de eerste gebruikers van een datapakhuis in Europa, wijst erop dat de architectuur van dergelijke gegevensverzamelingen nog steeds niet eenduidig is.
Kelly, werkzaam bij Telecom in Ierland, analist en spraakmakend auteur van artikelen over datapakhuizen, signaleert belangrijke lacunes.
"Winkelketens hebben wel behoefte om het gedrag van de consument vast te leggen. Maar in de praktijk heeft niet iedereen toegang tot dezelfde gegevens. Bovendien verdwijnt het dealerkanaal steeds vaker", aldus Kelly. Zo heeft Ford een maand geleden het dealerkanaal afgeschaft, omdat het nu zelf een database heeft opgebouwd waarmee het zelf rechtstreeks aan de klant kan verkopen.
Kelly wijst er verder op dat de huidige generatie datapakhuizen niet goed werkt. In Europa is de helft niet toegesneden op de eisen die gebruikers stellen. Volgens de Meta Group ligt dat cijfer in de VS zelfs dichter bij de 70 procent.
Terugverdienen
Stephen Graham, software-expert van onderzoeksbureau IDC in Canada, hield zijn gehoor voor dat de terugverdientijden van datapakhuizen extreem uiteenlopen. "Wij onderzochten 62 bedrijven. Daaruit bleek dat sommige de investering snel terugverdienen, maar andere helemaal niet." Volgens Graham is dat te wijten aan de grote verschillen die er tussen takken van industrie en handel bestaan. "Er is in het geheel geen sprake van een standaard model. Daarom heeft het ook geen zin om een bestaande toepassing als voorbeeld te nemen."