Microsoft blijft t�ch werken aan een eigen protocol voor multi-user Windows NT-oplossingen. Eerst leek het softwarebedrijf via een licentie-overeenkomst met Citrix het zogenoemde Intelligent Console Architecture (ICA)-protocol voor al zijn systemen te gaan gebruiken.
Nu wordt duidelijk dat men voor Windows-systemen een zogenoemd Hydra-protocol ontwikkelt, gebaseerd op de T.share-specificaties uit MS Netmeeting. Met dit protocol zijn multipoint dataconferenties mogelijk. Voor niet-Windows-machines blijft het ICA-protocol de aangewezen oplossing.
De technologie die Microsoft voorstaat bestaat uit Windows NT (de Hydra server), Windows CE client (Hydra-client), en het Hydra protocol. Microsoft werkt ook aan specificaties waaraan de terminals moeten voldoen willen ze met Hydra kunnen werken. Een Hydra-terminal, zeg maar een eenvoudige PC of netwerkcomputer, zal aan 4 MB Ram en 4 MB Rom genoeg hebben om op te kunnen starten, een verbinding met een Windows NT server op te kunnen zetten en om de gebruikersinterface weer te kunnen geven. De Hydra-client zal kunnen draaien op 16- en 32 bits Windows, netwerk computers en Unix-systemen.