De in New York gehouden Microsoft ‘schaalbaarheidsdag’ diende om sceptici overtuigen dat standaard PC-hardware en -software in staat is om de grootste computerjobs aan te pakken. Analisten van Gartner blijken niet overtuigd.
Elke organisatie, hoe groot ook, kan nu met Microsoft-software en industriestandaard hardware (lees PC’s) elke bedrijfskritische applicatie draaien", vertelde Bill Gates in New York. De enterprise-versie van Backoffice, inclusief SQL Server, voorziet volgens hem in de schaalbaarheid, beschikbaarheid en interoperabiliteit die grote organisaties vereisen. Applicaties als luchtvaartreserveringssystemen en handelssystemen van effecentenbeurzen, waarmee duizenden gebruikers tegelijkertijd transacties uitvoeren, zouden overgelaten kunnen worden aan het PC-platform.
Om deze beweringen kracht bij te zetten had Microsoft in samenwerking met een aantal partners, waaronder Compaq, Hewlett-Packard en IBM, een reeks indrukwekkende demo’s geïnstalleerd. Er werd ondermeer een banksysteem gedemonstreerd dat draaide op twintig Compaq-servers en dat maar liefst één miljard transacties per dag zou kunnen afhandelen. "Daarmee heeft de PC het mainframe ingehaald", aldus Jim Allchin, senior vice-president van Microsoft en verantwoordelijk voor het Windows NT-platform.
Analisten houden het voorlopig op hype en marketing. "De meeste demonstraties van Microsofts SQL Server betroffen zaken die in de komende vijf jaar beschikbaar zullen komen, niet wat er nu leverbaar is", zo schrijven de Gartner-analisten Betsy Burton en John Radcliffe. In een analyse van de ‘schaalbaarheidsdag’ komen de twee tot de conclusie dat de getoonde testopstellingen, hoewel indrukwekkend, vooral kunstmatig waren.
Geen bewijs
Ter illustratie van die uitspraak dient een beschouwing van ondermeer de demonstratie van de online bank die een miljard transacties per dag kan verwerken met behulp van Windows NT 4.0, Transaction Server 1.0 en SQL Server 6.5. Het enorm hoge aantal transacties werd behaald door ze te verdelen over twintig Compaq-servers, elk uitgerust met vier processoren. Elke server draaide zijn eigen SQL Server. De transacties van de gebruikers werden uiteraard gesimuleerd, waarbij 85 procent van de handelingen tussen een gebruiker en een specifieke database plaatsvond. De andere 15 procent van de transacties werd gerouteerd naar een andere database met behulp van de Transaction Server.
Hoewel Microsoft anders claimt, leverde de demonstratie geen bewijs van een lineaire schaalbaarheid van zowel database als netwerkbesturingssysteem, aldus de twee Gartner-analisten. De demonstratie gaat voorbij aan de manier waarop bedrijven een dergelijk systeem zullen implementeren. Bovendien wordt geen aandacht geschonken aan databeheer, data-herpartitionering en de overhead die nodig is voor gedistribueerde verwerking in dit soort toepassingen.
Volgens Gartner zal Microsoft, wil het een volwassen oltp-systeem (online transaction processing) leveren voor de grote hoeveelheden transacties, eerst met versie 5.0 van Windows NT moeten komen. Daarnaast zal men moeten wachten op Wolfpack 2, de clustering-software, Transaction Server met een load balancing en beheerfunctionaliteit plus een versie van SQL Server database geschikt voor NT-clusters. Gartner verwacht niet dat Microsoft deze technologie voor 2001 tot volle wasdom kan brengen.
In een andere benchmark toonde Microsoft een enorme (terabyte) database die draaide op een testversie van SQL Server (bekend onder codenaam Sphinx). Ook hier sloot de demonstratie niet aan bij de harde werkelijkheid in een oltp- of gegevenspakhuis-omgeving, zo stelt Gartner.