Werkgevers en werknemers in de automatisering lijken zich onderworpen te hebben aan het Poldermodel. Dit model, waarmee Nederland internationaal goede sier maakt, beschrijft een sociaal-economisch klimaat waarbij alle partijen het eens zijn over een gematigde loonontwikkeling ten algemene nutte.
De automatiseringsbranche heeft een duister verleden op dit punt. Toen een decennium geleden de roep om IT’er zelfs iets minder groot was dan nu, gingen de salarissen meteen omhoog. Niets was onmogelijk: meer loon, grotere auto’s, meer aandelen, buitenlandse vakanties – alles kon in de automatisering.
De recessie die begin jaren negentig de IT-sector hard trof, zette iedereen met beide benen op de grond. Gebruikers werden kritischer en IT-leveranciers servieler.
Vanaf het midden van de jaren negentig trok de economie aan en inmiddels beleven veel IT-bedrijven weer gloriejaren. Alleen: waar halen we de mensen vandaan?
De jongste Berenschot-salarisenquête wijst uit dat het gemiddelde salaris van automatiseerders met bijna 3 procent terugloopt. Voornaamste oorzaak hiervoor is de opmars van jonge automatiseerders die met hun relatief lage instroomsalaris het gemiddelde salaris sterk onder druk zetten. Wordt dit effect verdisconteerd, dan nog is sprake van een koopkrachtdaling.
Binnen de groep jonge automatiseerders is geen sprake van een loonstrijd. Waarschijnlijk komt dit omdat werkgevers als de dood zijn de fout van tien jaar geleden te maken: ‘wil je meer, dan krijg je meer’.
De mobiliteit onder automatiseerders neemt wel toe. Voornaamste argument voor het zoeken van een nieuwe baan is meestal het salaris. Echter, alles binnen de grenzen van het betamelijke, zo wijzen de beloningscijfers uit. Kortom: het poldermodel optima forma.