Het gemiddelde salaris in de IT is dit jaar gedaald met 2,9 procent, terwijl het in 1996 nog met 1,5 procent steeg. De nijpende tekorten aan bepaalde IT-medewerkers lijken niet te leiden tot hogere beloningen. Dit blijkt uit de traditionele salaris-enquête van Berenschot Informatica.
De daling laat zich gedeeltelijk verklaren door een lagere gemiddelde leeftijd van de werknemer in de automatisering. Maar ook na correctie voor dit effect constateren de onderzoekers per saldo een reële daling van het gemiddelde salaris. Deze komt, wat branche betreft, voor een groot deel voor rekening van de IT-dienstverleners (min 4,1 procent). In het bedrijfsleven – overigens slechts een gering deel van de 157 onderzochte organisaties – was sprake van een stijging van 2,6 procent. In de overige branches stegen de salarissen met ruim 1 procent.
Het gemiddelde salaris van de programmeur is gestegen, terwijl dat van de meeste overige functionarissen lager ligt. Netwerkbeheerders, applicatiebeheerders, senior-systeemontwerpers en systeemprogrammeurs gingen er meer dan gemiddeld op achteruit. Ook het salaris van het hoofd automatisering daalde.
Dit is opmerkelijk omdat het percentage vacatures blijft groeien: 9,8 procent over de afgelopen periode. Dat is vanaf 1987 niet zo hoog geweest. Er is vooral vraag naar klantbegeleiders, netwerkbeheerders, technisch applicatiebeheerders, junior-programmeurs en systeemprogrammeurs. Het percentage vacatures per branche verschilt nauwelijks.
Het percentage werknemers dat van baan is veranderd in de periode 1996-1997 ligt op 7,6. Vorig jaar was dat nog 5,5 procent. Het is lang geleden, namelijk in de periode 1986-1988, dat het percentage vertrekkers zo hoog lag als nu. Vooral operateurs, (analist-)programmeurs en junior-informatie-analisten zochten hun heil bij een ander bedrijf. Er zijn geen opvallende verschillen per branche.
De reden voor het vertrek is voor meer dan 40 procent salarisverbetering. Gebrek aan uitdaging in het werk wordt ook vaak genoemd. De vertrekkers bewegen zich voornamelijk richting bedrijfsleven (34 procent) en softwarehuizen (18 procent).
Het aandeel automatiseerders met een markt- of schaarstetoeslag is gedaald van 1,9 procent in 1996 naar 1,2 procent dit jaar. Het gemiddelde bedrag dat werknemers daarmee binnenhalen, is bijna verdubbeld (van 9.600 naar 18.600 gulden). De variabele beloning wint voor specifieke functies aan belang. Het percentage automatiseerders met een variabele looncomponent daalde van 12,1 naar 10,8, maar het variabel loondeel is gestegen van gemiddeld 5.700 gulden per jaar naar 7.500 gulden.