De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is gespecialiseerd in het lanceren van plannen die Nederland minstens een dimensie moeten opstuwen in de vaart der volkeren. Het is jammer dat hij de plank daarbij wel eens mis slaat.
Zo bepleitte de minister enkele jaren geleden het invoeren van het ‘stone-coal English’ als voertaal in het wetenschappelijk onderwijs. Al gauw bleek dat niemand zat te wachten op nog meer handicaps voor zowel docenten als studenten. Van deze plannen hebben wij dan ook gelukkig nooit meer iets gehoord.
Maar hoedt u: tegenwoordig berijdt onze minister driftig een nieuw stokpaard, waarbij hij in het kabinet enthousiaste bijrijders vindt. Het stokpaard is de computer.
Dat het onderwijs in de problemen zit, is toch al weer een tijdje bekend. Docenten – voor zover niet in de isoleer of anderszins opgebrand – melden althans dat Bint nog niets aan actualiteit heeft ingeboet. Alsof dit nog niet erg genoeg is, stelt Den Haag het Nederlandse onderwijs voortdurend aan grote en kleine kwellingen bloot. Groeiende scholen, krimpende budgetten en vakkenpakketten die eerst worden uitgehold en daarna met zaagsel en watten worden opgevuld. Bij dit alles een stroom van duizenden circulaires met procedures, richtlijnen, leidraden, criteria en voorschriften; een eindeloze papierlawine die menige school letterlijk en figuurlijk het hoofd op hol heeft gebracht.
Als u dacht dat de overheid daarmee haar bijdrage wel had geleverd, heeft u het mis. Het kan namelijk altijd erger. Deze keer neemt de minister zwaar geschut mee. De komende jaren, zo is het plan, zal het onderwijs worden bedolven onder een slordige 250.000 computers. Hiervoor, niet lachen alstublieft, zijn enkele honderden miljoenen guldens nodig. Sommige mensen vinden dat veel geld. Volgens mij is het veel te weinig.
Rekent u even mee? Een kwart miljoen computers voor een paar honderd miljoen gulden, dat klinkt als: vijftienhonderd, tweeduizend gulden per computer. Wie langer dan twee weken meeloopt in de automatisering weet dat zulke computers niet bestaan. Uit onderzoek blijkt al jaren dat de eigendomskosten van een PC – waarbij niet alleen de aanschafkosten, maar ook ondermeer de onderhouds- en opleidingskosten zijn meegeteld – tussen de vijftienduizend en twintigduizend gulden per jaar bedragen. De aanschafkosten vormen daarbij maar een klein deel van het totaal. Heeft de minister inderdaad zijn huiswerk niet goed gedaan en zich in de uitwerking tenminste een factor tien vergist?
Over de hele operatie lijkt nog niet erg diep te zijn nagedacht. Zo is nog niet duidelijk wat er precies bij die arme scholen zal worden neergezet. In het ene krantenbericht is sprake van afdankertjes van de Belastingdienst, terwijl andere bronnen het hebben over gloednieuwe Pentiums. Wat draait er op die PC’s? DOS, Microsoft Windows 3.1, Windows 95, Windows NT of OS/2? Kantoorsoftware, educatieve programma’s, spelletjes of misschien allemaal? Zonder duidelijke strategie zal het eindresultaat in elk geval voorspelbaar zijn: een onbeheersbare en rampzalige wildgroei aan platformen en applicaties.
De doelstellingen van het ongetwijfeld goedbedoelde initiatief zijn vooralsnog duister. Het verhogen van de informaticakennis van de schoolgaande jeugd? Het lijkt nauwelijks voorstelbaar. Een PC heeft net zoveel met informatica te maken als een videorecorder met elektrotechniek: je kunt ze bedienen zonder ook maar iets van de theorie en de techniek te hoeven weten. Moeten onze kinderen op knoppen leren drukken? Moeten ze Microsoft Office leren? Moeten ze leren dat een computer een verouderd ding is dat nooit werkt en stoffig in een hoekje staat omdat er geen geld is om hem fatsoenlijk te kunnen onderhouden? Laat die kinderen toch lekker buiten spelen. Computeren kunnen ze, nee, moeten ze hun hele leven nog.
Diep in mijn hart ben ik bang dat onze minister het eigenlijk ook niet meer weet en stiekem denkt dat het dumpen van computers het ei van Columbus is: alle onderwijsproblemen in één klap opgelost! Automatiseerders weten wel beter. In zijn huidige vorm is het plan een windei: weggegooid geld en een gegarandeerde zeperd voor het Nederlandse onderwijs. Laten we hopen op een beter plan.