Een paar maanden geleden kregen we een uitnodiging voor een persconferentie bij Wang in Culemborg. Wang? Bestaat dat dan nog? riepen we over de redactie. Velen zullen het bedrijf niet eens kennen. Ja, Wang dus. Dat was ooit een grote minicomputer- en tekstverwerkerfabrikant die drie miljard dollar omzette in de kantoorautomatisering. In de hoogtijdagen, midden jaren tachtig, werkten er 33.000 mensen bij het Amerikaanse bedrijf. In sommige regio’s van New Hamshire werkte tien procent van de bevolking bij Wang Laboratories.
Maar tsja, de PC verving de bedrijfseigen tekstverwerker. Wang zag dat te laat in en ging eind 1992 op de fles. Sinds 1989 werd er bijnma twee miljard dollar verloren aan herstructureringskosten, gewone verliezen en mislukte investeringen. Onder de bescherming van de Amerikaanse ‘chapter eleven’-wetgeving kon men de enorme schuldenlast saneren en schuldenvrij doorstarten. Hoewel het misschien te vroeg is om een oordeel te vellen: het lijkt of het bedrijf een betere muizenval heeft uitgevonden.
Afkalvende markt
De persconferentie trok niet veel pers. Niet geheel onterecht, echt nieuws was er niet te halen. Maar het bezoek was een eye-opener. Vice-president en general manager Europe, de Zuidafrikaan Mias van Vuuren, vertelde routinematig zijn verhaal. Wang is veranderd. Het richt zich op twee van de snelst groeiende markten die er bestaan: service en onderhoud en de markt voor systeemintegratie en outsourcing van lokale netwerken, plus desktops computers (jaarlijkse groei boven de 35 procent). Je kunt Wang dus beter met een Getronics of misschien zelfs een soort ‘low-end’ EDS vergelijken dan met een traditionele minicomputerleverancier als Digital. Zelf computerhardware maken doet Wang allang niet meer.
De oude Wang VS mini’s (er schijnen er nog meer dan vijftientienduizend van te draaien) worden nog steeds onderhouden, tot voor kort werden er zelfs nog nieuwe van verkocht. Maar die markt kalft jaarlijks met zo’n twintig procent af. Het bedrijf vult de gaten in de omzet door een reeks service en Lan-integratie-bedrijven op te kopen. Het aantal personeelsleden groeit mede daardoor en bedraagt 7000. Tot onze verrassing ligt de omzet alweer rond de miljard dollar. Om zich nog beter te richten op service is enkele maanden geleden de softwaredivisie (imaging, workflow management systems) van de hand gedaan.
Serviceclub
Wang is dus geen hardware, geen software, maar een onafhankelijk, wereldwijd werkende serviceclub. Dat valt in één zin uit te leggen, zegt Mias van Vuuren. Door zich te richten op Intranet, Windows NT, Backoffice en outsourcing van lokale netwerken, inclusief de desktop (een nieuwe markt) lijkt men kansrijk. Vooral omdat men samenwerkingsverbanden heeft met een aantal belangrijke partners als Microsoft en Cisco. Die nauwe band met Microsoft is trouwens op een weinig liefdevolle wijze tot stand gekomen.
Wang en de softwaregigant hadden ruzie over licentierechten van bepaalde software. In plaats dat tot het bittere eind uit te vechten, is men tot een voor Wang aantrekkelijke deal gekomen. Microsoft nam voor negentig miljoen dollar een tien procentsbelang in het bedrijf en bovendien zou Wang’s logo in de ‘credits’ van Windows 95 geplaatst worden (wij konden niets vinden).
Wang Laboratories lijkt een mooie toekomst tegemoet te gaan. Alleen de beleggers geloven er nog niet helemaal in, het aandeel noteert maar iets hoger dan twee jaar geleden.
Vlinderdasje
Op zich verbaast Wangs herrijzing, zoals een Phoenix uit de eigen as, niet. De geschiedenis van Wang is doordrenkt met triomf en tragedie. Kleurrijk was het leven van oprichter An Wang (in 1990 overleden), een in China geboren entrepeneur die naar de Verenigde Staten vluchtte. Wang, ook wel de professor genoemd, droeg altijd een frivool vlinderdasje en was vaardig in de elektronica.
In 1951 richtte hij Wang Laboratories op en ontwikkelde een van de eerste betaalbare rekenmachines. Daar bleek een enorme vraag naar te zijn op kantoren. Na een aantal succesvolle jaren veranderde de markt voor rekenmachines dramatisch. Bedrijven als Texas Instruments, Hewlett Packard en de Japanners nam de leidende rol over.
An Wang had een dergelijke ontwikkeling ruim van te voren aan zien komen. Rekenmachines werden goedkope ‘plankgoederen’, of commodities, met flinterdunne marges. Voordat Wang door deze ontwikkeling gemarginaliseerd zou worden, besloot hij te gokken op een totaal nieuwe markt: tekstverwerkers. De productie van rekenmachines werd eenvoudig gestaakt. Een moedige stap die in eerste instantie op onbegrip stuitte.
Wang bleek voor de tweede maal in de roos geschoten te hebben. Naast rekenmachines bestond er op het kantoor veel behoefte aan een intelligente ’tikmachine’ of tekstverwerker. Omdat tekstverwerkers prijziger waren dan rekenmachines kon Wang vette marges berekenen.
Rekenmachine
In het pre-PC tijdperk bestond een tekstverwerker uit een onlosmakelijke verbonden eenheid van hard- en software. Wang maakte een van de beste tekstverwerkers en het bedrijf groeide in de jaren zeventig, begin jaren tachtig harder dan ooit. Overmoedig ging men ook bedrijfseigen minicomputers bouwen. Er werd gebruik gemaakt van een eigen besturingssysteem en er werd zelfs een eigen database en ontwikkelomgeving inclusief (Pace heette dat, naar we ons herinneren) gebouwd.
Het lukte An Wang niet om in te zien dat na de rekenmachine ook de tekstverwerker en zelfs de minicomputer een soort ‘commodity’ zou worden. Hij bleef de onstuitbare opmars van een product als Wordperfect ontkennen. Op het allerlaatste moment, het was al vijf over twaalf, probleerde men met een ‘me-too’-aktie het tij de keren. Maar de eigen tekstverwerker-software voor de PC kwam te laat.
Dat wil niet zeggen dat Wang geen nieuwe markten probeerde aan te boren. Veel onderzoeksgeld besteedde de onderneming aan het ontwikkelen van imaging-software en workflow management systemen (WFM). Maar men was zijn tijd te ver vooruit. Hardnekkig bleef playboy Frederic, de zoon van An Wang, die de leiding had over dit prestigieuze project, geld pompen in de imaging-techniek, zonder dat daar noemenswaardige inkomsten tegenover stonden. Toen enkele maanden geleden de imaging en WFM-divisie aan Kodak werd overgedaan bedroeg de omzet nog steeds minder dan vijftig miljoen dollar.
Na afloop van de persconferentie rijden we met een taxi naar het station. "Wang? Daar zijn wat problemen geweest, niet. Een vriend van mij heeft er gewerkt, die is nu voor zichzelf begonnen", zegt de chauffeur. "Vroeger", vervolgt hij, "kon het er niet op. Dan kwam de grote baas per heli naar Culemborg, voor een opening van het nieuwe pand of zo iets. Wat een vuurwerk staken ze toen af, zeg."