Voor Nederland distributieland is logistiek management het kernproces. We hoeven slechts te denken aan het Rotterdams Havenbedrijf, Schiphol, de brede maatschappelijke discussie over de Betuwelijn enzovoort om te beseffen hoe belangrijk logistiek voor ons is.
We kunnen daarbij bogen op een rijk verleden: de Hanzetijd, de Verenigde Oost-Indische Compagnie, en Amsterdam als belangrijkste stapelhaven in de tijd van de Bataafse Republiek. Onze logistieke bedrijven, zoals overslagbedrijf ECT, luchtvrachtvervoerder KLM Cargo, en pakketvervoerder PTT Post/TNT, schoppen het internationaal ver. Geen van deze bedrijven kan het stellen zonder logistieke informatiesystemen.
Is het verwonderlijk dat het Duitse SAP en Baan uit Putten de twee grote softwareleveranciers van logistieke oplossingen zijn? Van 11 tot 13 juni dit jaar vindt rondom de SAP-producten en hun toepassingen overigens een congres plaats: VXK ’97 in Amsterdam. Dit congres is gericht op bedrijfstoepassingen en Internetontwikkelingen rond R/3. Een uitnodiging voor VXK ’97 is te verkrijgen bij de SAP-site.
Zoals voor de meeste eigentijdse producten worden ook voor R/3 Web- en Java-koppelingen geboden. Dit maakt het mogelijk om SAP aan te sluiten op applicaties op Internet, intranet of extranet. Baan is inmiddels aangeland bij de vierde update van zijn software-omgeving: Baan IV. Oorspronkelijk probeerde het een plaatsje te verwerven in een door SAP gedomineerde markt. Hoge groeicijfers, goede partnerkeuze en een goede productlijn hebben Baan gebracht tot waar het nu is: een speler waarmee rekening gehouden moet worden. Baan biedt dynamic enterprise modeling voor de gehele logistieke keten.
Menig beleidsmaker heeft naar voren gebracht dat Nederland in de informatie-eeuw een infotransporteur en -distributeur van formaat zou moeten worden. Ook het Jacques Delors Information Center onderschrijft het belang van informatiedistributie, opdat (één van Delors’ stokpaardjes) Europa niet verder achterop raakt in de internationale race. Dan moeten we infologistiek als vakgebied goed onder de knie krijgen. Zonder dat de politiek het beseft, gaat de Nederlandse droom al deels in vervulling, namelijk op het gebied van datatransport. Amsterdam is het belangrijkste Europese knooppunt voor internationaal IP-verkeer geworden, door de aanwezigheid van instituten als Sara en Surfnet, door de centrale ligging, en door de aantrekkingskracht op internationale IT-bedrijven als AT&T en Unisource. Steeds meer Internet service providers vestigen zich zo dicht mogelijk bij dit knooppunt om de kosten voor connectiviteit met de Amsterdamse IP Exchange zo laag mogelijk te houden.
Nederland loopt zeker niet voorop bij de dienstverlening die logistieke bedrijven aanbieden via Internet. Interessant is bijvoorbeeld de Federal Express site. Federal Express ondersteunt ondermeer het opnemen van bestellingen, en maakt gebruik van de overigens niet 100 procent waterdichte, maar voor de meeste gevallen wel afdoende, beveiliging van Netscape. DHL biedt haar klanten tracking & tracing aan: klanten kunnen via Internet bekijken waar hun pakketjes op welk moment zijn. Dit scheelt een heleboel klantvragen bij de helpdesk van DHL. Een goede toepassing, gezien de operationele kosten van een helpdesk. Een commercieel aardigheidje is verder dat UPS een snelle online kostencalculatie aanbiedt aan haar potentiële afnemers. Veel verder komen de logistieke dienstenaanbieders meestal nog niet. En dat terwijl onderzoekers Edward Morash en anderen in de International Journal of Physical Distribution & Logistics Management constateren dat het aanbieden van logistieke klant-interfaces grote invloed op de bedrijfsprestaties heeft. Via het Web bereikbaar zijn voor klanten biedt een groot competitief voordeel.
De grote waarde van logistiek als overkoepelende functie is dat competitief voordeel te behalen valt over de functies van een waardeketen heen, in plaats van door suboptimalisatie binnen een individuele functie.
Met het toenemende belang van informatie in onze economie zal het belang van fysieke distributie relatief afnemen. De toekomst is aan de informatie-industrie. Onze schepjes voor modder en zand blijven we nodig hebben, maar infodistributie-tools worden belangrijker. Het is maar de vraag of Nederland enig onderscheidend vermogen heeft in deze, en of de informatie-economie zich nog iets aan landsgrenzen gelegen laat liggen.
Nederland onderscheidt zich in ieder geval in de veelheid aan uitgevers. Reed-Elsevier, Wolters-Kluwer, Polygram en VNU blazen ook internationaal hun partijtje mee. Wanneer zij erin slagen met grotere innovatieve slagkracht de internationale kansen te benutten die op IP-gebaseerde netwerken bieden, leidt dat vanzelf tot een situatie waarin Nederland een belangrijk informatieknooppunt wordt. Natuurlijk vloeit veel repetitief infowerk weg naar lage-lonen-landen, maar veel nieuwe creatieve bedrijvigheid kan dan ontstaan. Onder andere de regie over de uitgeefwaardeketen, infologistiek management, biedt een nieuwe kans. Kern van iedere succesvolle logistieke onderneming is grootschaligheid. Alleen wanneer we infodistributie op een grootschalige manier weten te organiseren, kan partij geboden worden aan de kleine vernieuwers, zoals CD-Now, die nu hun eerste schreden zetten. Dan wordt Nederland Distributieland een Infoland.
Om de drie weken schrijft dr. Martijn Hoogeveen, manager Partnership & Service Development bij PTT Telecom Internetdiensten, op deze plek over de beste Internet-sites rond een thema dat interessant is voor de lezers van Computable.
Alle http-adressen van de genoemde sites zijn te vinden op Computable Online: https://www.computable.nl/internet.