In een open brief aan het kabinet roept de Federatie van Nederlandse ondernemingen in de Informatietechnologie (Fenit) de overheid op een plan van aanpak voor het ‘jaar 2000’-probleem op te stellen en daarvoor de benodigde mensen en middelen in te zetten.
Geachte heer Kok,
Door middel van deze brief benader ik u namens de Fenit (Federatie van Nederlandse ondernemingen in de Informatietechnologie) vanwege het ‘jaar 2000’-probleem bij computersystemen. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat de omvang en gevolgen van deze problematiek niet of niet in voldoende mate worden onderkend.
Zoals u mogelijk weet, is het ‘jaar 2000′-probleem het gevolg van een standaard schrijfwijze voor datumvelden in computerprogrammatuur. Computersystemen werken hierdoor in de meeste gevallen alleen met de laatste twee cijfers van een jaartal. Het gevolg is dat veel computersystemen het jaar 2000 in de computer als ’00’ tonen. Deze systemen zullen daardoor aannemen dat de dag volgend op 31 december 1999 1 januari 1900 is in plaats van 1 januari 2000. Dit probleem lijkt onbeduidend. Het is echter buitengewoon onverantwoord en gevaarlijk om de gevolgen te onderschatten.
In computersystemen worden datumvelden enorm vaak gebruikt. Onjuiste verwerking door de computer van data kan catastrofaal uitpakken voor bedrijven en de overheid. Bedrijven kunnen bijvoorbeeld geen orders verwerken, facturen versturen, betalingen berekenen en transacties verwerken. Ook vitale systemen, zoals beveiligings- en onderhoudssystemen, kunnen ontregeld raken.
Het probleem zit zo diep dat het mogelijkerwijs niet alleen afzonderlijke bedrijven en organisaties ernstig bedreigt, maar ook verstrekkende gevolgen zal hebben voor de gehele economie. Een en ander wordt nog verergerd doordat nagenoeg alle op computers gebaseerde systemen over de hele wereld op hetzelfde tijdstip met het probleem te maken krijgen.
Daarbij komt nog dat de meeste organisaties al voor 2000 met het ‘jaar 2000’-probleem zullen worden geconfronteerd. Veel planningen en zakelijke transacties hebben betrekking op data die voorbij de eeuwwisseling liggen. Dit betekent dat de kwestie al in 1998 moet zijn verholpen.
De tijd dringt. Helaas zijn er geen eenvoudige technische middelen om het probleem in volle omvang op te lossen. Om het werk uit te voeren is een groot aantal mensen en middelen nodig. Schattingen van de kosten die wereldwijd met reparatie van het ‘jaar 2000’-probleem samenhangen, komen in de buurt van 600 miljard dollar. Daarbij zijn eventuele kosten door operationele beperkingen of ontwrichting niet meegeteld.
Hoewel op wereldschaal organisaties en overheden zich in toenemende mate van de kwestie bewust zijn, ervaart de IT-industrie dat er soms zeer oppervlakkig met de problematiek wordt omgesprongen; omdat het probleem zich op eenvoudige wijze laat stellen, neemt men aan dat het ook eenvoudig op te lossen is. Dat is helaas niet het geval. We leven in een geautomatiseerde wereld met onderling afhankelijke systemen. Economieën die nu al sterk afhankelijk zijn van geautomatiseerde processen lopen duidelijk de grootste risico’s. Zij doen er het best aan hun acties ook internationaal te coördineren en voldoende middelen aan te wenden om de dreigingen, die door dit zeer grote probleem worden gevormd, af te wenden.
Fenit heeft in overleg met Witsa (branche-organisatie van IT-industrie op wereldniveau) en Eisa (branche-organisatie van IT-industrie op Europees niveau) met de nationale IT-branche-organisaties afgesproken dat ieder de eigen nationale overheid over dit probleem zal informeren.
Doel van deze acties is het onderwerp ‘jaar 2000’ hoog op de politieke en maatschappelijke agenda te plaatsen. In elk geval zullen er in nationaal verband prioriteiten moeten worden gesteld. Er moet voorrang worden gegeven aan die systemen die wezenlijk zijn voor een ordelijke werking van de maatschappij en de economie.
Fenit roept de overheid op een plan van aanpak voor het ‘jaar 2000’- probleem op te stellen en daarvoor de benodigde mensen en middelen in te zetten.
Het plan zou de volgende elementen kunnen bevatten:
Het instellen van een speciale ’taskforce’, die als taak heeft de problematiek op nationaal niveau te begeleiden. In de taskforce zijn in ieder geval alle betrokken overheden vertegenwoordigd, inclusief provincies, gemeenten en stadsprovincies. Fenit adviseert om hierin ook het bedrijfsleven en de IT-industrie te betrekken.
Selectie cruciale systemen. Eén van de taken van de taskforce is vast te stellen welke systemen op datavelden moeten worden doorgelicht, en daarbij prioriteiten aan te geven. Daarnaast zorgt de taskforce ervoor dat er voldoende middelen zijn om deze op tijd in orde te brengen.
In ieder geval moet aandacht worden besteed aan de volgende terreinen:
– telecommunicatie en datanetwerken;
– hulpdiensten: politie, ambulance en brandweer;
– energie: opwekking en voorziening;
– financiën: bankwezen en handel;
– fabricage: geautomatiseerde proces- en productiebeheersingssystemen;
– logistiek: leveringsstructuren en opslagsystemen;
– nationale veiligheid: defensie en inlichtingendiensten;
– gezondheidszorg: ziekenhuisapparatuur en -systemen;
– belastingen, uitkeringen, enzovoort;
– transport- en luchtvaartsystemen, treinvervoer, verkeerssystemen, massa-vervoerssystemen;
– nutsvoorzieningen: watervoorziening en afvalbeheer.
Bewustwording en actieve medewerking. Er moeten activiteiten ondernomen worden om de private sector voldoende bewust te maken en te activeren om computersystemen voor het jaar 2000 geschikt te maken.
Fenit richt deze brief aan de leden van het kabinet om deze te informeren over de risico’s naar aanleiding van het ‘jaar 2000’- probleem. Kabinet en andere overheden hebben in deze een speciale verantwoordelijkheid vanuit de diverse rollen die zij vervullen. Wij gaan ervan uit via deze brief voldoende het belang van de problematiek te hebben onderstreept en de noodzaak voor een plan van aanpak duidelijk te hebben gemaakt.
Mocht u naar aanleiding van deze brief vragen hebben of nadere toelichting wensen, dan zijn we uiteraard bereid u hierbij behulpzaam te zijn.
Met de meeste hoogachting,
Fenit, mw. mr. S.J.M. Roelofs, directeur
c.c. de minister van Economische Zaken, de minister van Financiën, de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken