Met de aankondiging van de CB Connector (Component Broker Connector) en de CB Toolkit krijgt de netwerkcomputingstrategie van IBM definitief gestalte.
De CB Connector vormt de middelste van de ’three-tiers’ uit het ‘Network Computing Framework’ (NCF) van IBM. Met de bijbehorende ontwikkelomgeving CB Toolkit kunnen Java-applicaties worden ontwikkeld. ActiveX-componenten van concurrent Microsoft kunnen worden vertaald in Java-applets. De Corba-standaard (Common Object Request Broker Architecture) wordt door het hele netwerkconcept ondersteund.
Dit betekent dat onafhankelijk van het platform en het besturingssysteem applicaties kunnen worden ontwikkeld. Met de CB Connector kan dus de interne IT-infrastructuur van een bedrijf, bestaande uit dataservers, applicatieservers en diverse ‘clients’, aan elkaar worden geknoopt. Bovendien wordt de informatievoorziening ‘Web-enabled’, dat wil zeggen geschikt voor ‘e-commerce’
Vijf biljoen dollar
IBM legt de nadruk op het behoud van investeringen. "Bedrijven hoeven niets van hun bestaande systemen de deur uit te doen. De totale investeringen in IT bedragen wereldwijd vijf biljoen dollar, die gooi je niet zomaar weg, maar die lijm je aan elkaar", aldus John Soyring, Director Worldwide Technical Projects, tijdens IBM’s ’technical interchange’ vorige week. Deze bijeenkomst organiseert het Texaanse bedrijf elk jaar om zijn partners, klanten en andere relaties op de hoogte te houden van de technische ontwikkelingen binnen IBM.
De eerste versie van de CB Connector is in het derde kwartaal van dit jaar beschikbaar voor Windows NT en AIX. Eind 1997 is het ook geschikt voor OS/2 en in de loop van 1998 voor Solaris en de mainframe-systemen. Over de exacte prijsstelling heeft IBM nog geen beslissing genomen.
CB Toolkit is een volledig objectgeoriënteerde ontwikkelomgeving. Bij het bouwen van nieuwe software worden de gegevens van de dataserver naar de ‘middle-tier’ gehaald en wordt de applicatielogica er omheen gebouwd. "Verder kan de systeemontwikkelaar zich concentreren op de ‘front end’-functionaliteit die de betreffende organisatie wil hebben, omdat de CB Connector de koppeling tussen alle systeemonderdelen regelt", meent Soyring. "Omdat 70 procent van de programmeertijd in systeemmanagement en het aan elkaar knopen van verschillende systemen gaat zitten, kan de doorlooptijd van automatiseringsprojecten met dezelfde 70 procent worden verkort", zo redeneert Soyring.
Fors verkort
Met het doel kleine en middelgrote organisaties over de streep te trekken om volgens het NCF te gaan werken is IBM met het San Francisco-project begonnen. Samen met 130 partners worden zoveel mogelijk standaardkoppelingen voor de CB Connector voorgeprogrammeerd. In de objectgeoriënteerde programmeertaal Java worden raamwerken met software-objecten ontwikkeld. Aan de client-zijde van de applicaties moet door de gebruikersorganisatie het meeste zelf worden ontwikkeld. Soyling: "Bedrijven hoeven dan alleen de bedrijfsspecifieke software-componenten zelf te ontwikkelen. De tijd die het duurt om over te stappen naar het ‘Network Computing Framework’ wordt hiermee fors verkort".
"De kenmerken van het NCF ten opzichte van andere strategieën op het gebied van netwerkcomputing zijn uniek, want volledig gebaseerd op open standaarden", aldus de IBM-directeur. Net zoals Microsoft en Oracle, die ook een dergelijke ’three-tier’ netwerkstrategie hebben ontwikkeld, beweert IBM de enige echte open technologie te gaan leveren die bedrijfsbreed kan worden gebruikt. Toch praten Oracle en IBM over de manier waarop ze hun technologieën met elkaar kunnen laten communiceren. Waarschijnlijk is er in de toekomst dus plaats voor verschillende architecturen.