De Amerikaanse overheid verzacht het ‘Koude Oorlog’-exportverbod voor versleutelingssoftware. In sommige gevallen, bijvoorbeeld voor de beveiliging van financiële transacties, mogen Amerikaanse bedrijven voortaan bijna onkraakbare versleutelingssoftware exporteren naar het buitenland.
Amerikaanse zakelijk belanghebbenden zoals banken en softwareleveranciers, hebben de regering-Clinton weten te overtuigen dat het exportverbod de belangen van de VS schaadt. Op de als lucratief en strategisch omschreven internationale markt dreigden niet-Amerikaanse encryptie-producten, vooral Europese, hun slag te slaan. Vooral de Amerikaanse banken hebben druk uitgeoefend. Zij konden de beveiliging van elektronische overboekingen tussen de Verenigde Staten en andere landen niet meer garanderen. Banken eisen nu sleutels van minimaal 128 bits, in plaats van de tot op heden toegestane 40 bits. Onder welke voorwaarden de export nu wèl mag, is nog niet duidelijk.