Microsoft valt te typeren als een monopolist in zijn marktgebied, zo betoogt George Pluimakers. Evident is dat Microsoft die kenmerken heeft van een monopolist in de softwaremarkt.
Ad Mulder vindt terecht dat het begrip monopolie in de IT-industrie ruimer gezien moet worden dan de situatie dat er maar één verkoper is (Microsoft is geen monopolist, Computable, van 11 april 1997). De verruiming van het begrip tot ‘marktkracht’ (de mogelijkheid van een bedrijf om prijzen te verhogen zonder direct al zijn klanten kwijt te raken) verwerpt hij. Hij verzuimt echter een alternatief aan te dragen, of het begrip monopolist toe te spitsen op de markt van Microsoft. Dan kan het verhaal heel anders worden.
Voor de softwarebranche zou een monopolist als volgt te kenschetsen zijn.
Een markt voor systeem- en applicatiesoftware die door één partij wordt gedomineerd (wat betreft marktaandeel).
Een bedrijf dat aan zijn producten voor systeemsoftware specifieke applicatiesoftware toevoegt met functionaliteit die voorbehouden was aan applicatiesoftware van concurrenten, bijvoorbeeld een disk compressie tool (denk aan de schikking met Stack) of een internet-browser.
Een bedrijf dat miljoenen verdient aan matige of weinig innovatieve producten, zoals MS-DOS en Windows 3.x. Wie zou daar niet jaloers op zijn?
Een partij die zo groot is dat ze het zich kan veroorloven om nieuwe ontwikkelingen te bagatelliseren of ervan af te wachten of ze aanslaan (bijvoorbeeld Internet). Bij gebleken succes van nieuwe ontwikkelingen boort de onderneming die markt alsnog aan, met eigen concurrerende producten, waarbij ze niet schroomt om eigen standaarden te pushen, of door een bedrijf op te kopen.
Een bedrijf dat door geruchten over functionaliteit van zijn nieuwe producten heftige schommelingen teweeg brengt in de aandelenkoers van concurrenten (zoals Citrix).
Een bedrijf dat zijn producten steeds weer uitbreidt met nieuwe functionaliteit waaraan veel gebruikers geen behoefte hebben. In Word 6 bijvoorbeeld zitten onder Tools Options circa honderd instellingen. Veel gebruikers zullen slechts een paar daarvan gebruiken.
Een bedrijf dat het zich kan veroorloven om de ondersteuning voor ‘oude’ producten snel af te bouwen. Met het uitkomen van de nieuwe Nederlandse spelling kwam er van Microsoft geen aangepaste spellingmodule meer beschikbaar voor Word 6, omdat Word 7 al op de markt was.
Een bedrijf dat zijn klanten kan dwingen om over te stappen op nieuwe producten door backwards compatibility moeizaam te maken. Na het uitkomen van Word 6 bijvoorbeeld was er geruime tijd geen filter om Word 6 documenten te openen in Word 2, en een Powerpoint 7 presentatie valt niet in te lezen in Powerpoint 4.
Afgestraft
Evident is dat Microsoft die kenmerken heeft van een monopolist in de softwaremarkt. In een volwassen markt zouden deze aspecten afgestraft worden. Gebruikers zouden en masse de waanzin inzien van de noodzaak van een upgrade naar 32 MB ram en minimaal een 166 Mhz processor voor acceptabele prestaties van de nieuwste versies van een tekstverwerker, elektronische agenda en een Internet browser.
Zou het niet zo kunnen zijn dat, naast de wens van Oracle, Novell, Sun enzovoort om echt te concurreren met Microsoft, dit gebruikersprotest een belangrijke drijfveer is voor Network Computing en Java?
George Pluimakers, Woerden