Het leek zo mooi: één cao voor de hele ICK-branche. Eindelijk een sociaal gezicht voor deze sterk groeiende sector met een groot economisch belang. Met een werkgelegenheid van zo’n honderdduizend mensjaren goed voor een omzet van vijftien miljard gulden. Met een jaarlijkse groei die het afgelopen jaar drie keer zo groot was als die van de totale economie. Een trendsettende sector die een trendsettende cao verdient.
Het principe-akkoord dat er nu ligt, is volgens de FNV Dienstenbond geen volwaardige cao en al helemaal niet trendsettend. Maandag 21 april dit jaar hebben wij, hierin gesteund door de VHP (Vereniging Hoger Personeel), de werkgeversvereniging Vifka laten weten het principe-akkoord voor de ICK-cao niet te zullen tekenen. De Dienstenbond CNV staat wel achter het akkoord. De positie van de Unie is nog onduidelijk. De onderhandelaar van de Unie heeft het hoofdbestuur om een standpunt gevraagd. Hiermee is het werknemersfront in de IT-sector gebroken en is een pijnlijke tegenstelling aan het licht gekomen.
Het principe-akkoord dat nu op tafel ligt, is alleen van toepassing op de hardware-sector. Dit segment neemt in economisch belang juist af ten opzichte van software en services. Voor software en services kent de cao een instapmodel. Daarbij is het niet duidelijk of er onderweg stations zijn gebouwd om in te stappen, en, als die er wel zijn, of daar ook passagiers staan. Door deze beperking in de werkingssfeer is de ICK-cao dus een vlag die de lading niet dekt. Dit is geen cao voor de hele ICK-sector. ‘Hardware cao’ zou een betere benaming zijn. Dat schept voor de buitenwereld een juister beeld.
Daarnaast steekt het ons dat de cao geen standaardregeling (vangnetconstructie) kent. Naast de vaste regels voor de hardware biedt het akkoord de mogelijkheid om in het bedrijfsoverleg nadere regels overeen te komen. Dit bedrijfsoverleg kan met de ondernemingsraad of met de vakbonden worden gevoerd. Wordt er binnen het bedrijfsoverleg geen overeenstemming bereikt, dan moet je kunnen terugvallen op een standaardregeling in de cao. Anders is er namelijk helemaal niets geregeld. Dat is ook van belang wanneer het bedrijf te klein is voor een apart bedrijfsoverleg.
Een duidelijk voorbeeld hiervan is de pensioenparagraaf. Hierin is niets anders geregeld dan ‘dat er een pensioenvoorziening dient te zijn’. Juist werknemers in kleine bedrijven hebben behoefte aan kaders voor zo’n pensioenvoorziening, omdat zij geen gelijkwaardige onderhandelingspositie hebben, nog los van de vraag of er voldoende kennis in huis is om een goede beoordeling van alle mogelijke pensioenregelingen te maken.
Door het ontbreken van een standaardregeling is de cao een zwembad geworden waarin ook werkgevers met een ernstige vorm van watervrees zich nog lekker voelen; het water is niet koud en komt maar tot de enkels.
Afbouwregeling loon
Doordat VHP en FNV Dienstenbond niet meer aan de onderhandelingstafel zaten, keken we belangstellend uit naar het uiteindelijke resultaat. Een paar zaken vallen op. Het geïntroduceerde cafetaria-systeem kent geen duidelijke overlegstructuur waarbij de werknemer gelijkwaardig is aan de werkgever. Ook ontbreken de mogelijkheden om tijd te kopen; niet om tijd te verkopen. Bij uitbetaling wordt bijvoorbeeld ook de overwerktoeslag betaalbaar gesteld. Wil de werknemer echter tijdcompensatie, dan ontbreekt de toeslag. Bovendien stelt de regeling zulke ruime grenzen aan de arbeidstijden, dat een overwerktoeslag niet snel aan de orde is. Daarnaast wordt de zaterdag tot de gewone werktijd gerekend. Dit zal zeker nodig zijn in sommige situaties; wij zien echter geen noodzaak om dit in het algemeen te regelen.
Tot slot de loonparagraaf. Wat er nu staat lijkt op een cao uit de detailhandel. Dit betekent een niveau van belonen waarvan onze kaderleden al jaren opmerken dat we ons ermee belachelijk maken. De cao kent een afbouwregeling voor het loon, onder andere vanwege ouderdom en bedrijfseconomische redenen. Een afbouw van 20 procent in drie jaar! Geen fraaie regeling, om het zachtjes uit te drukken. Ook kan één jaar lang 5 procent onder de geldende loonschaal betaald worden. Daarmee is de ICK-cao de eerste cao die de mogelijkheid biedt om onder het minimumloon te betalen; de laagste salarisschaal is namelijk het minimumloon.
De FNV Dienstenbond sluit geen slechte cao’s af. Een regeling waar onze handtekening onder staat moeten we kunnen verdedigen tegenover onze achterban. Met dit resultaat hebben we daar geen behoefte aan. Totdat de gehele IT-sector rijp is voor een cao die haar past, gaan wij verder op de ingeslagen weg om bedrijfscao’s af te sluiten, zoals wij dat al met succes hebben gedaan bij Getronics en Debis. Een paar weken geleden hebben wij de Voorbeeldteksten-cao gepresenteerd. Dat is een instrument voor onze leden in de IT om per bedrijf mee aan de slag te gaan. De voorbeeldteksten zijn op te vragen via telefoonnummer (0348) 487816.
Gerard van Hees, bestuurder FNV Dienstenbond