Wie de laatste tijd wel eens een Amerikaans computer-tijdschrift heeft opgeslagen zal het zijn opgevallen dat de advertenties voor notebooks die voor bureau-pc’s in aantal beginnen te overtreffen. De draagbare computer is zo krachtig geworden dat hij zich kennelijk in een groeiende populariteit mag verheugen.
Bij de meeste IT-trends volgt Europa de Verenigde Staten op eerbiedige afstand. Maar de Oude Wereld heeft een sterke troef in handen om bij de notenbooks niet achteraan te blijven hinkelen: het GSM-netwerk. In een tweetal verhalen onderzoekt Computable de techniek van de draagbare computer en het zakelijk gebruik van mobiele datacommunicatie. GSM en het notebook: voorsprong door techniek?
Noem het maar een vooruitziende blik. Slechts weinigen zullen zich in 1988 de verstrekkende gevolgen gerealiseerd hebben van het besluit van de Europese Unie om het Global System for Mobile communications (GSM) in te voeren als standaard voor draadloze communicatie. Europa heeft er nu profijt van. De Verenigde Staten zit opgezadeld met maar liefst drie verschillende standaards, het gevolg van een uit de hand gelopen veiling van radio-bandbreedte. Opbrengst: 20 miljard dollar en drie netwerken die niet met elkaar, laat staan met de rest van de wereld kunnen communiceren. Een commentaar in Business Week van eind februari is dan ook voorzien van de kop: Uncle Sam, please pick a cell-phone standard.
Snelle notebooks zijn mooi, maar onderweg naadloos kunnen communiceren met het bedrijf is nog mooier. Een groeiend aantal bedrijven begint zich bewust te worden van de noodzaak en de voordelen van een goede elektronische informatievoorziening, in de eerste plaats aan de klanten. Door gebruik te maken van het Internet of bedrijfsgebonden intranetten ontsluiten bedrijven hun databanken en ordersystemen. Maar ook verkopers, service-personeel en transporteurs die voor hun bedrijf onderweg zijn naar de (toekomstige) klant hebben er baat bij in contact te blijven met de thuisbasis.
Europa lijkt met zijn GSM-netwerk klaar te zijn voor ontwikkelingen in die richting. Cijfers van het marktonderzoeksbureau Dataquest maken duidelijk dat Europa voorop loopt in het toepassen van draadloze digitale spraakcommunicatie: 22 miljoen abonnees in 1996, uitgroeiend tot naar schatting 69 miljoen in 2000. Het GSM-netwerk is echter nog nauwelijks in gebruik voor draadloze data-communicatie. Slechts één op de vijftig Europese GSM-telefoongebruikers heeft een adapter voor het koppelen van een notebookcomputer aan dit netwerk. Dataverkeer maakt slechts 0,8 procent uit van het totale GSM-verkeer in Europa in 1996, vergeleken met 49,4 procent van het verkeer over landlijnen. Hoewel er in Europa 1,1 miljoen meer mobiele gebruikers zijn dan in de Verenigde Staten, zijn bij de Europese bedrijven slechts twee mobiele PC’s in gebruik voor elke vijf in de VS.
Initiatief
Dataquest schat dat de relatieve voorsprong van Europa in digitale mobiele communicatie tot en met het jaar 2000 stand zal houden. Nog een kleine vier jaar ligt daarmee in principe de weg open voor het uitbouwen van die voorsprong naar het terrein van de draadloze datacommunicatie. Ruim een jaar geleden heeft een twaalftal vooraanstaande bedrijven uit de computer- en telecommunicatie-industrie daarom de krachten gebundeld in een poging het zakelijk gebruik van de GSM-telefonie te stimuleren. Het gaat de inititatiefnemers daarbij met name om de draadloze toegang tot Internet en bedrijfsnetwerken.
Tot de initiatiefnemers van dit Europese Mobile Data Initiative behoorden de (Amerikaanse …) chipsfabrikant Intel, de telecommunicatiebedrijven Ericsson en Nokia, notebookproducenten Compaq, IBM en Toshiba, softwareleverancier Microsoft en de GSM-operators Cellnet (British Telecom, GB), Mannesmann Mobilfunk (Duitsland), T-Mobil (Deutsche Telekom, Duitsland), Telia (Zweden) en Vodafone. Het initiatief is inmiddels verbreed met andere GSM-operators, leveranciers van mobiele PC’s, softwarebedrijven, informatiediensten en Internet-providers.
De groep telt thans 37 leden, waaronder PTT Telecom. Libertel is (nog) niet aangesloten. Doel van het in Berlijn gelanceerde Mobile Data Initiative is het verkeer van mobiele data te stimuleren door de aanschaf en de inzetbaarheid te vergemakkelijken van de huidige generatie producten. Daarnaast zal het samenwerkingsverband nieuwe producten en diensten ontwikkelen, die notebooks beter zullen integreren met de GSM-technologie. Als dat lukt, verwacht het Mobile Data Initiative dat mobiele PC’s en GSM-datadiensten in de toekomst dagelijks gebruikt worden voor de verbinding met Internet, het verzenden van faxberichten en elektronische post, het uitwisselen van presentaties en rapporten, toegang tot bedrijfsdatabases, het volgen van nieuws en de contacten met klanten. Het virtuele kantoor komt er aan.
De GSM MoU Association, de wereldwijde organisatie van meer dan tweehonderd GSM-operators uit honderd landen, ondersteunt het initiatief. De verwachting bestaat dat het initiatief ook buiten Europa navolging zal vinden. Op dit moment maken wereldwijd veertig miljoen mensen gebruik van GSM. Dit aantal zal volgens schattingen oplopen tot 175 miljoen rond de eeuwwisseling.
Communicatiemanager Wijnand Ket van Intel Europe in München legt uit dat het initiatief zich in eerste instantie beperkt heeft tot Groot-Brittannië, Duitsland en Scandinavië. "We wilden snel genoeg kritische massa bereiken om het initiatief van de grond te tillen. Met meer partners rond de tafel gaat dat nu eenmaal moeilijker." Intel heeft een jaar geleden het initiatief genomen in gesprekken van de Marketing Group van Intel met Nokia en Ericsson.
Plug and play
"Doel van de gesprekken was een open organisatie in Europa van de grond te tillen. We hebben op ons continent nu eenmaal unieke mogelijkheden om de mobiele professional in Europa in zijn werk slagvaardiger te maken. Bovendien gaan in dit initiatief twee industrieën samen die tot nu nog gescheiden optrokken." Volgens Ket is er in het Initiatief nog plaats voor nieuwe leden, ook uit andere landen. "Voorwaarde is wel dat de benodigde dekking in het GSM-net aanwezig is en dat er een soort garantie is dat de dienst anytime, anywhere bereikbaar is."
Het initiatief beoogt allereerst ‘de technische en marktbarrières’ weg te nemen die het draadloos communiceren met computers over het GSM-netwerk thans nog in de weg staan. "Het gebruiksgemak van mobiel dataverkeer is nog lang niet wat het zijn moet. Je moet nu de GSM-telefoon via een PC-kaart aan je notebook koppelen. Dat moet net zo plug and play worden als de gebruiker nu al gewend is van zijn bureaucomputer. Een directe verbinding (zonder kabeltjes) van de telefoon aan de draagbare computer via een USB-connector, om dan vanuit Windows menugestuurd aan het werk te kunnen. Daar zijn we met onze partner Microsoft in de VS al mee bezig", zegt Ket van Intel Europe. Nokia heeft op de laatste Cebit een Cellular Card telefoon geïntroduceerd, een PC Card (vroeger Pcmcia genoemd) met ingebouwde GSM telefoon.
In de tweede plaats zullen de kosten aangepakt moeten worden. "De netwerkaanbieders zullen door staffelkortingen toe te passen mobiel dataverkeer aantrekkelijker moeten maken. Mannesmann Mobilfunk is daarmee in Duitsland al aan het experimenteren", aldus Ket. Tot slot rekent het Mobile Data Initiative het tot zijn taak de gebruikers op te voeden en voor te lichten over de mogelijkheden en voordelen van mobiel dataverkeer. Het gaat seminars organiseren voor de IT-managers bij grote klanten. Er heeft al één ‘plug-feest’ plaatsgehad; in mei volgt het tweede feest in Parijs.
Transmissiesnelheid
De groep bedrijven wil ook initiatieven ondernemen en bundelen om gezamenlijk nieuwe producten en diensten te ontwikkelen. Het Mobile Data Initiative heeft het oog allereerst gericht op de distributiekanalen, de verdelers dus. "De consument moet op één plaats zijn notebook, de GSM-telefoon en het abonnement kunnen kopen en daar ook instructie krijgen. Toshiba doet dat al zo in Duitsland", meldt Ket. Tweede project is het werken aan manieren om sneller op het Internet te komen. Nokia, ook deelnemer in het Initiatief, is daarmee bezig: tests om snel verbinding te krijgen met een Internet-site via zogenaamde narrow band sockets zien er, aldus Ket, veelbelovend uit.
Daar hebben niet alleen draagbare computers baat bij, dezelfde techniek belooft ook veel voor de kleinere handmodellen (PDA’s) als de Nokia 9000. Ket verwacht dat ook de aanbieders van diensten het transport van data over het GSM-net veel eenvoudiger kunnen maken. De partners in het Mobile Data Initiative houden regelmatig zogenaamde ‘Inter-operability Workshops’, waar de aangesloten bedrijven op technisch niveau bij elkaar komen om te zien waar de problemen liggen en hoe die opgelost moeten worden. "De eerste van die workshops hebben we gehouden in juli en november vorig jaar; de volgende is binnenkort", aldus Ket.
Eén probleem zal op die workshops alvast niet eenvoudig zijn op te lossen: de communicatiesnelheid. De huidige GSM-standaard beperkt de transmissiesnelheid van data tot een bijna vooroorlogse 9.600 bps. Analoge modems op het bureau en in de draagbare computers zijn al veel verder: 28.800 bps is standaard geworden, 33K6 komt er aan. Ket erkent dat probleem: "Ericsson is een modem aan het maken dat door video- en datacompressie de doorvoer van data weet op te voeren tot boven de 32.000 baud. Maar uiteindelijk moet de marktontwikkeling ervoor zorgen dat de transmissiesnelheid in de GSM-standaard omhoog wordt aangepast. Dat is overigens zeker niet het primaire van het Mobile Data Initiative", aldus Ket.
René Rippen, coördinator Achtergrond & Opinie Computable