Wim Dik (58), topbaas van de Koninklijke PTT Nederland, bracht zijn jeugdjaren door op de scheidslijn van een nette en een iets minder nette wijk in Rotterdam. Die laatste had zijn voorkeur, omdat daar meer leven in de brouwerij was. Zijn vader werkte bij de Keuringsdienst van Waren en was gestationeerd in het slachthuis. Tijdens de oorlog vulde hij zijn ene laars met bloed, zijn andere met reuzel. Nadat vader met behulp van een bak warm water uit zijn schoeisel was gesmolten, had de familie weer voor een paar dagen bloedworst.
Dik komt uit een rood nest. De familie las ‘het Vrije Volk’ en luisterde naar de Vara. Zijn moeder was actief in de vrouwenbond van de PvdA en de gemeenteraad van Gouda. Later werkte zij ook nog als sociaal raadsvrouwe. Het huishouden vond ze minder interessant. Dat kwam grotendeels neer op vader en de kinderen Dik. Als jongen heeft Wim zelfs leren breien, een vaardigheid die hij inmiddels is verleerd.
Super-verkoper
In 1962 studeerde Wim elektrotechniek aan de TH (inmiddels TU) Delft. Al tijdens zijn studie was hij ervan overtuigd dat de commercie hem beter lag. Zijn eerste baan lag op een voor hem bekend terrein. Hij begon bij Unox als aankomend manager op de slachtvloer te Oss en werd klaargestoomd om zelf de fabriek te leiden en vervolgens verder carrière te maken bij moederbedrijf Unilever. Professioneel leidinggeven leerde hij en ook reorganiseren, want dat was het toverwoord in de vleeswarenindustrie tussen 1960 en 1980.
Inmiddels had Wim zich een echte Dik betoond door zich ook actief met politiek bezig te houden. Tijdens zijn studententijd zocht hij het bij de PvdA, maar in 1966 werd hij lid van D66. Hij was er snel bij, al behoorde hij niet tot de oprichters. Als voorzitter van het district Oss plakte hij verkiezingsaffiches en organiseerde hij politieke bijeenkomsten.
Wim klom gestaag verder en had de leiding over de Unilever Vleesgroep Nederland, toen Jan Terlouw hem in 1981 vroeg voor een functie in het kabinet Van Agt-II. Binnen de partij had Dik inmiddels flink carrière gemaakt: vice-voorzitter van D66 en voorzitter van het wetenschappelijk bureau. Hij werd staatssecretaris voor Buitenlandse Handel bij het ministerie van Economische Zaken; Nederlandse bedrijven verkopen in het buitenland. Een kolfje naar de hand van de super-verkoper en marketeer. "Het verkopen van een product of land maakt mijns inziens niet veel verschil", sprak hij laconiek.
Cultuuromslag
Het kabinet lag al snel op zijn gat, maar Dik zelf was niet onopgemerkt gebleven. Zes jaar later, hij was inmiddels 48, werd hij tijdens een receptie benaderd door de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat Neelie Smit-Kroes. Of hij zin had leiding te geven aan het ombouwen van staatsbedrijf PTT naar naamloze vennootschap Koninklijke PTT Nederland?
Tot zijn grote verrassing trof hij een goed geleid, bloeiend bedrijf aan met een hoge graad van efficiency. Zijn vrees dat hij meteen 20.000 mensen zou moeten ontslaan, was volslagen ongegrond. Wel constateerde hij een gebrek aan commercieel denken en de volledige afwezigheid van een eigen gezicht. Verder was het bedrijf doordrenkt van het idee dat alle besluiten van boven moesten komen. Het personeel nam geen enkel initiatief om zelf problemen op te lossen, maar stapte naar de baas, die op zijn of haar beurt weer naar een hogere baas stapte. Uiteindelijk kwam alles terecht op het bord van de directeur-generaal.
Dik verplaatste de bevoegdheden onmiddellijk naar beneden, vooral door het bedrijf op te delen in business units. Verder drukte hij zijn mensen op het hart vooral zelf iets te verzinnen en hem niet overal mee lastig te vallen. Als hoofddoel stelde hij zichzelf om van KPN een marktgerichte, klantvriendelijke organisatie te maken. Dit streven naar een optimale dienstverlening, met een navenante uitstraling, vergde een enorme cultuuromslag. Medewerkers moesten zich met hun naam aan de klant bekend maken, wachttijden moesten worden ingekort en nazorg werd vanzelfsprekend.
Dik maakte voorts een einde aan allerlei decorum aan de top. Hij wil geen afstand tussen hemzelf en zijn medewerkers, zodat ze hem makkelijk benaderen en hem als een van de hunnen zien. Daarom praat hij ook bewust niet deftig en gebruikt geen jargon. Er zijn echter ook mensen op wie dit juist gekunsteld overkomt, als een marktkoopman die bekakt spreekt.
Druktemaker
Wim Dik karakteriseert zichzelf als een druktemaker, zijn vrouw noemt hem zelfs een handgranaat. Hij vindt zichzelf vooral snel, dominant en agressief. Maar dat laatste vooral door zijn – van zijn moeder geërfde – snelheid. Hij heeft moeten leren mensen uit te laten praten, ook al weet hij allang wat ze gaan zeggen. Hij heeft onmiddellijk een oordeel èn een oplossing. Die mix aan karaktereigenschappen maakt hem geknipt voor zijn baan.
Het gaat goed met KPN. In 1989, het jaar van de verzelfstandiging, kwam de onderneming nog niet voor op de lijst van honderd favoriete bedrijven voor jonge academici om voor te werken, nu staat het jaar na jaar hoog in de top-tien. De beursgang was succesvol en onlangs werd TNT in Australië aangeschaft voor 2,7 miljard gulden.
Over twee jaar gaat Dik met pensioen. Hij heeft uitgerekend dat hij en zijn vrouw 145 jaar moeten worden om alles te kunnen doen wat ze nog willen doen. Diks grote passies zijn lezen en drummen in Los Zand, een dixieland-orkest. De dirigent moet hem vaak manen iets rustiger aan te doen….