In september 1996 liepen de onderhandelingen vast over een collectieve arbeidsovereenkomst voor de Informatie-, Communicatie- en Kantoortechnologie. Over de uitgangspunten en principes waren de partijen het eens, maar inhoudelijk lukte het niet om tot elkaar te komen.
De vakorganisaties besloten toen om samen met de Samenwerkende Ondernemingsraden in de Informatiesector (SOI) te gaan werken aan bedrijfs-cao’s bij grote ondernemingen.
Een nadeel van die strategie was dat alle kleine en middelgrote bedrijven, en waarschijnlijk ook veel grotere bedrijven, van een cao verstoken zouden blijven. Een ander nadeel was dat werknemers die cao-rechten hadden ingevolge de Kantoormachinebranche-cao deze zouden verliezen. Vooral de lager betaalde werknemers in de hardwarebranche zouden hiervan de dupe zijn.
De Dienstenbond CNV wilde zich daarom tot het uiterste inspannen om toch tot een ICK-cao te komen. De collega’s van de andere vakorganisaties wisten dit.
Een probleem bij de ICK-cao is de beperkte verplichte werkingssfeer. Al in het voorjaar van 1995 was bekend dat de Vifka de hele ICK-kar niet zou kunnen trekken. Veel software- en servicebedrijven willen niet onder een cao-vallen. De Vifka heeft in die sector niet voldoende leden om de cao via een algemeen verbindend verklaring (avv) verplicht op te leggen. Het gaat dus om een cao met eenzelfde beperkte (verplichte) werkingssfeer in de breedte als de cao Kantoormachinebranche, zij het dat software- en servicesbedrijven kunnen aanhaken. In ieder geval in de hardwarebranche behouden de werknemers ten minste hun rechten en krijgen meer werknemers er rechten bij, omdat de bovengrens van de cao is opgetrokken naar een jaarsalaris van 94.000 gulden. Dit is een eerste argument om de ICK-cao te tekenen.
Groei-cao
Inhoudelijk is de cao, na een aantal informele overlegrondes met de Dienstenbond CNV in januari en februari dit jaar, verbeterd. Weliswaar zijn niet alle afspraken dichtgetimmerde cao-artikelen in de traditionele zin, maar er is redelijk wat ruimte gelaten voor het bedrijfsoverleg tussen werkgever en ondernemingsraad of de vakorganisaties. Dat overleg betreft de nadere invulling van de cao-regelingen op bedrijfsniveau. Daar moet ruimte voor zijn, anders hoeft het bedrijfsoverleg geen status in de cao te krijgen! En dat was juist één van de uitgangspunten waar partijen het over eens waren. Juist het decentraal kunnen uitwerken van cao-regelingen is een tweede argument om de cao te ondertekenen.
Inhoudelijk is de cao goed, al zijn er luxere afspraken te bedenken. Maar juist op bedrijfsniveau is er voor bedrijven die ruimer in hun jasje zitten de ruimte om wat riantere regelingen in te voeren. Het is immers een cao met een minimum-karakter; de bovengrenzen zijn in feite onbeperkt. De ondergrenzen liggen er, en die zijn ook geschikt voor de kleine bedrijven.
Inhoudelijk is de ICK-cao te vergelijken met de door de vier vakorganisaties getekende cao-Getronics. Op enkele punten is hij wat minder goed. De salarisgrens voor de overwerkregeling ligt bij Getronics hoger. Daar geldt de standaardregeling van de arbeidstijdenwet, terwijl bij de ICK-cao de overlegregeling, zij het met beperkingen, van toepassing is. (Als in het bedrijfsoverleg echter geen afspraken worden gemaakt, geldt toch de standaardregeling.) Op andere punten is de ICK-cao beter dan de Getronics-cao. Er is een arbeidsduurverkorting van twaalf dagen voor werknemers in de hardware die maximaal 60.000,- gulden per jaar verdienen, en er zijn afspraken over zorgverlof en vakbondswerk. opgenomen. Tevens is er een ‘keuzemodel arbeidsvoorwaarden’ opgenomen, dat individuele keuzes van de werknemers mogelijk maakt.
Daarnaast zijn de afgesproken salarisverhogingen beter dan in de Getronics-cao: in 1997 1 procent en 1,5 procent structureel, en in 1998 tweemaal 1,25 procent structureel. Ook is er nog een afspraak gemaakt over een salarisaanpassing over 1996.
Wel is in de ICK-cao nog de oude salarisparagraaf uit de cao Kantoormachinebranche opgenomen, maar dat is tijdelijk. Evenals in de Getronics-cao is er afgesproken om tijdens de looptijd van de cao te komen tot een nieuw salarissysteem.
Al deze punten samen geven een beeld van een inhoud van de ICK-cao, waaronder een handtekening van een vakorganisatie in de ICK-branche niet misstaat.
Het traject om tot bedrijfs-cao’s te komen, kan vervolgd worden bij software- en/of servicebedrijven die niet bij de ICK-cao willen aanhaken. Ook andere grote bedrijven die dat willen, kunnen met de vakorganisaties – voortbouwend op de ICK-cao – verdergaande afspraken maken. Het tekenen van de ICK-cao sluit dat traject niet af. Ook is de ICK-cao geen bedreiging voor bedrijven met goede regelingen. Die blijven van kracht als er in het bedrijfsoverleg geen afspraken gemaakt worden.
De ICK-cao is nog niet klaar. Het is een groei-cao, zowel op bedrijfstakniveau als op bedrijfsniveau. Wat er nu ligt is wel een stevig fundament om op verder te bouwen.
J. Koudys, bestuurder dienstenbond CNV