Het DVD-consortium heeft geen overeenstemming kunnen bereiken over het ‘poolen’ van licentie-rechten op de ‘digital versatile disc’-technologie. Het blijkt niet mogelijk bij de verkoop van licenties een blok te vormen. Philips en Sony hebben besloten hun eigen weg te gaan. Pioneer heeft zich bij dit duo aangesloten. Ze willen samen verder om ongewenste vertraging te voorkomen.
Philips en Sony die op DVD-gebied nauw samenwerken, zijn de eindeloze discussies beu. In augustus 1996 stapten deze twee ondernemingen al uit de groep van tien fabrikanten die licenties op de DVD-techniek bezitten. Maar een maand later werd alsnog een akkoord bereikt over de verdeling van de licentie-rechten.
Probleem bij de ‘digital versatile disc’ is dat Sony en Philips aanvankelijk een eigen standaard voor ‘high density disc’ hadden ontwikkeld, terwijl een concurrerend consortium onder leiding van Toshiba en Time Warner aan de ‘super density disc’ (SD) werkte. Onder druk van de computerindustrie begroeven beide kampen ruim anderhalf jaar geleden de strijdbijl.
Meer octrooien
Anders dan bij de CD waarvoor Philips verreweg de meeste octrooien bezit, is de technologie voor het DVD-systeem verdeeld over een omvangrijke groep octrooihouders. Philips, Sony en Pioneer bieden hun octrooien in een pool aan. Maar fabrikanten van DVD-videospelers en DVD-Rom-drives voor PC’s zullen toch ook bij andere licentie-gevers langs moeten gaan om alle rechten te verkrijgen.
Philips en Sony zijn blij met de steun van Pioneer. Het drietal ontvangt een royalty van 3,5 procent per speler en 5 dollarcent per schijf voor patenten die essentieel zijn voor DVD-Video en/of DVD-Rom. Philips gaat de verkoop van rechten coördineren. Corr.