Naarmate het aantal Internet-gebruikers groeit, zullen servers steeds groter worden. Unix-systemen zullen hierdoor in toenemende mate concurrentie ondervinden van IBM en mainframes. De eigenschappen van web-servers en de beschikbaarheid van browsers hebben geleid tot een enorme belangstelling om Internet-technologie ook voor kleinere oplossingen binnen organisaties toe te passen.
Naast de PC lan-servers worden er nu dus ook PC web-servers geïnstalleerd, met eigen web-systemen. Deze systemen heten intranetten. Tot op heden worden intranetten gebruikt voor experimenten met toegevoegde functionaliteit voor gebruikers, maar de voortdurende ontwikkeling leidt tot de vraag of bestaande servers nog wel bestaansrecht hebben. Belangrijke aandachtsgebieden hierbij zijn e-mail, groupware en systemen voor documentbeheer, en misschien ook informatievergaring.
Het is belangrijk om in te zien dat een intranet weliswaar goedkoop in aanschaf is, maar een aanzienlijke inspanning vereist, zeker naast de bestaande vraag naar client/server, groupware, workflow en dergelijke. Gebruikers zullen de macht overnemen en hun eigen, ongecontroleerde web-servers bouwen, die zullen uitgroeien tot kostbaar speeltuig. De roep om intranet web-servers met bestaande systemen te integreren, zal steeds luider worden; hiervoor zullen speciale vaardigheden noodzakelijk zijn.
Omdat gebruikers toegang tot hun eigen intranet-server gewend zijn, verwachten ze een even makkelijke toegang tot de buitenwereld, ofwel het Internet. Firewalls worden nu beschouwd als essentiële zaken vanwege de dreiging van hackers (wat een afschuwelijk volk!), maar slechts weinigen herkennen de noodzaak om ook het intranet op een deugdelijke manier te beveiligen. Als we nu reeds inzien dat intranetten dezelfde anarchie kunnen scheppen die de PC-revolutie om zeep geholpen heeft, dan zijn we er deze keer misschien op tijd bij.
Een intranet ontstaat door een web-server op een bestaand lan aan te sluiten en elke PC van een browser te voorzien. Als het intranet ook aan een extern Internet gekoppeld moet worden, zijn een firewall en een proxy-server noodzakelijk; de laatste is nodig om de prestaties te verbeteren door het cachen van pagina’s en ongewenst verkeer uit te filteren. Interfaces tussen web-pagina’s en groupware en databases zullen snel volgen; bedenk dat deze niet transparant zijn, zodat grote zorg moet worden besteed aan de keuze van producten waarmee deze integratie zal worden gerealiseerd.
Als direct gevolg van intranetten vond de introductie plaats van de techniek om PC client-functies naar de server te verplaatsen en deze met een standaard-browser te benaderen; hierbij hoeven applicaties niet meer naar PC’s te worden verspreid. Lotus Notes Domino is een klassiek voorbeeld. De dreiging van intranetten dwong Lotus om de browser tot standaard interface te verheffen en om naast de tekst-database ook Web-pagina’s te ondersteunen. Domino is het eerste product waarin groupware en web-technologie convergeren. En nog tegen een lagere prijs ook! Veel andere producten gebruiken dezelfde techniek, bijvoorbeeld beheertools en terminal-emulatoren. De browser geeft daarbij toegang tot meer functies dan het Web alleen.
De mogelijkheden van intranet manifesteerden zich pas echt toen derden servers beschikbaar stelden. Nu is de strijd tussen de belangrijkste partijen losgebarsten.
Eén categorie wordt gevormd door degenen die de server bij het besturingssysteem leveren; de belangrijkste voorbeelden zijn Microsoft’s Internet Information Server (IIS) op NT en Novell’s Intranetware, de nieuwe versie van Netware 4.x. De andere grote speler is Sun Microsystems, dat zich heeft gespecialiseerd in zijn eigen Unix-variant Solaris; IBM heeft een server voor MVS.
De nieuwe speler is Netscape. Netscape heeft nu een enorm voordeel en groeit sterk, in weerwil van de veel gehoorde voorspelling dat het wel snel afgelopen zou zijn. Ze hebben met Navigator duidelijk een leidende positie op het gebied van browsers; veel Windows 95-gebruikers installeren Navigator, zelfs al is Internet Explorer geïnstalleerd, omdat veel web-servers gebruik maken van Netscape-functies. Het werkelijke voordeel van Netscape is de overdraagbaarheid. Dit wordt momenteel overdreven, omdat alle bedrijven een licentie op Netscape hebben genomen en hun eigen browser hebben geschrapt; dit allemaal om een gesloten front tegen Microsoft te kunnen vormen. Intranet Ware levert Navigator bij de server, om maar één voorbeeld te noemen. In tegenstelling tot Internet Explorer is Navigator veel zuiverder (geen Activex) en draait het op PC’s, Macs, Unix-werkstations, en veel belangrijker, de nieuwe generatie NC’s. Een nieuwe, verbeterde versie genaamd Communicator komt rond deze tijd op de markt.
Netscape heeft ook een overdraagbare server geïntroduceerd. Net als IIS draait hij op NT, maar ook op OS/2 en Unix. Hij is als intranet-server daarom veel aantrekkelijker dan IIS of Intranetware, omdat hij schaalbaar is – van PC’s tot SMP risc-hardware. Gezien de vele problemen met lock-in, waarbij men aan een bepaalde leverancier gebonden is, is het verrassend om te zien dat bedrijven nog steeds kiezen voor leveranciersspecifieke oplossingen, terwijl er open oplossingen voorhanden zijn.
Netscape introduceert een nieuwe server, Suite Spot. Die bevat naast de gebruikelijke verbeteringen ook een implementatie van Collabrashare, waarmee een groupware-functionaliteit ontstaat die direct concurreert met Notes. Het lijkt niet zo zinvol om afzonderlijke e-mailsystemen als Exchange en IIS te implementeren als er een geïntegreerde, open groupware-met-webserver bestaat. Misschien hebben Microsoft en Notes eindelijk een uitdager!