De komst van de netwerk-computer (NC) moet de onderhoudskosten verlagen. Dat beloven alle betrokken fabrikanten. Een aantrekkelijk vooruitzicht, waarvoor zelfs de Wintel-combine gezwicht is. Niet iedereen vertelt er echter bij wat de NC aan extra investeringen in server-technologie vergt, zo merken Pieter van Scherpenberg en Dick Ettema van Data General Nederland op.Niet alleen databaseleveranciers, maar ook de hardware-fabrikanten zien een gouden toekomst voor zich …
Leveranciers deden het afgelopen najaar hun best elkaar af te troeven met introducties van NC-producten: Sun’s Javastation, IBM’s Netstation en Oracle’s NC, alsmede een aantal minder klinkende namen. Toch zal 1997 niet het jaar van de NC zijn, stelt John C. Dvorak, columnist bij PC Magazine (7 januari 1997).
"Begin 1998 zullen we nog steeds debatteren over de levensvatbaarheid van het concept", stelt hij nuchter. Algemeen wordt daarbij verwezen naar het gebrek aan infrastructuur rond de NC.
De bedenkers avant-la-lettre mikten met het NC-concept in eerste instantie op de consumentenmarkt. Oracle’s chief executive officer Larry Ellison deed president Clinton zo’n twee jaar geleden min of meer in een opwelling de suggestie om iedere student een PC beschikbaar te stellen voor niet meer dan vijfhonderd dollar. Of dat nu een ‘broodje aap’-verhaal is of niet, gezien de toch aanmerkelijk hoger uitvallende prijs dan het beloofde maximum van 500 dollar zullen de eerste afnemers hoogstwaarschijnlijk bedrijven zijn. Verlaging van de eigendomskosten is dus het devies. Het onderhoud van een PC kost een bedrijf volgens de Gartner Group zo’n tien- tot twaalfduizend dollar per jaar. De NC zou die kosten terugbrengen tot zo’n drieduizend dollar. Dat is de moeite waard, omdat voor veel taken de mogelijkheden van een NC meer dan voldoende zijn. "Mensen die maar een enkel briefje schrijven of wat aan een spreadsheet werken, en verder nog wat e-mailberichten sturen, hebben de kracht van een PC helemaal niet nodig", zegt Martien van Steenbergen, Java-ambassadeur bij Sun Microsystems Nederland. Hij onderschrijft de geprojecteerde besparing, maar erkent dat er aan de netwerkkant de nodige investeringen vereist zijn. Daarvoor heeft Sun uiteraard ook een oplossing: de Netra J, die vooral als intranet-server gepositioneerd wordt. Wat betreft de invulling van de infrastructuur komt Van Steenbergen echter niet veel verder dan: "Gelukkig maakt iedereen tegenwoordig gebruik van de standaard open technologie, zodat alle mogelijke systemen met elkaar kunnen communiceren."
Zijn algemene verwijzing naar de openheid van de beschikbare technologie vormt een voedingsbodem voor critici. Die roepen dat de NC eigenlijk een stap terug is naar het aloude werkstation, gekoppeld aan een mainframe. Ze zien daarom het door Sun Microsystems genomen voortouw met andere ogen dan het bedrijf zou willen.
Het ‘venster op de wereld’ dat de NC biedt, noemt Van Steenbergen’s Amerikaanse collega Howard Pelling dan ook als belangrijkste voordeel. Tijdens een webchat meldt hij: "Nog voor de zomer zullen alle drieduizend medewerkers van Sun een Java Station geïnstalleerd krijgen. Zij hebben dan vooral toegang tot applicaties op Sun’s intranet, maar kunnen ook sites buiten de firewall bezoeken."
Slanke servers
Collega-producent Data General heeft de volgende toekomstvisie: ‘De introductie van slanke clients (slanke clients, de generieke naam voor de NC) verandert het nodige op een willekeurig kantoor van een New Yorks consultancy-bureau. De IT-manager loopt fluitend rond en ook de directie is gevallen voor de charmes van de nieuwe hulpmiddelen. Verstokte tegenstanders van de PC, met al z’n kuren, zweren nu bij hun NC. De software wordt centraal beheerd op een compacte ‘slanke server’ en iedereen beschikt over de laatste versie van verschillende softwarepakketten. Natuurlijk zijn Internet en e-mail naadloos geïntegreerd. En dat alles voor een fractie van de kosten die de ‘oude’ PC-netwerken met zich meebrachten", zo luidt de prognose.
Utopie of werkelijkheid op korte termijn? Data General, gespecialiseerd in de ontwikkeling van server- en opslagtechnologie met een hoge graad van beschikbaarheid, heeft zich ondanks de alom heersende scepsis op de NC-markt gestort. Niet met een ‘slanke client’, maar met servertechnologie. Het bedrijf heeft er zelfs een complete ‘THiiN Line’ productdivisie voor opgezet. Voor een relatief kleine hardwareleverancier als Data General is dat een stevige gok. Frits Timmermans, directeur van Data General Nederland, ziet dat anders. Hij weet te melden dat de eerste ‘slanke servers’ dit voorjaar al leverbaar zijn. De ‘slanke server’ is een sterk afgeslankte computer, die alleen wordt gebruikt als doorgeefluik voor communicatie en softwaredistributie.
"Deze servers zullen alle mogelijke ‘slanke clients’ met elkaar gaan verbinden. Overigens kunnen ook de vertrouwde PC’s in dit netwerk een plaats krijgen", stelt Timmermans geruststellend. Hij benadrukt nog eens dat de prestaties van een NC – en dus ook de mate waarin gebruikers tevreden zullen zijn over het concept – sterk afhankelijk zijn van de snelheid en de beschikbaarheid van de infrastructuur. Juist om die reden heeft Data General zich afzijdig gehouden van het strijdgewoel rondom de client, maar zich juist op dataleverantie gestort. Technology driven als de onderneming is, komt er minder marketing-geweld aan te pas, maar de boodschap is duidelijk; de wereld gaat veranderen. En voor Data General is dat voldoende om er een flink deel van de productontwikkeling in te investeren.
Op de keukentafel
Bedrijven komen dus eerst aan de beurt, maar de voorspelde massale invoering van de ‘slanke client’ kan alleen plaatsvinden als de consument het apparaat omarmt. Als de NC thuis al een succes wordt, dan is het waarschijnlijk niet bij de verstokte PC-gebruiker, zo luidt alom de inschatting. Zo’n 90 procent van de huishoudens in de wereld heeft nog geen computer. In die hoek zijn de consumenten te vinden die pas een apparaat kopen, als dat net zo gemakkelijk te bedienen en bijna zo goedkoop is als een koffiezetapparaat.
Tom West, Data Generals ‘vice-president of technology’, riep bij de annoncering van de THiiN Line vorig najaar nog bijna verontwaardigd uit dat een koffiezetapparaat ook geen vijf minuten nodig heeft om te beginnen met zijn werk. De technologie moet de softwaretools en de gegevens dus onmiddellijk beschikbaar maken.
Dat is ook waar Oracle dochter NCI – die de term NC deponeerde als handelsmerk – op mikt. De netwerkcomputer voor thuis is straks op de televisie aan te sluiten of te verbinden met een kleine monitor op de keukentafel. Iedereen in huis moet er informatie kunnen uithalen, zich ermee kunnen vermaken of ermee kunnen communiceren. Een uitgekiende infrastructuur moet ervoor zorgen dat iedereen op z’n wenken wordt bediend. NCI ontwikkelt hiervoor NC Server, voortbordurend op de technologie van Oracle. Het is software die alle softwareprogramma’s en gegevens onderhoudt, die de client nodig heeft – inclusief administratie, distributie, toegang, beveiliging en systeembeheer.
NCI verwacht dat de massale distributie van de NC wel degelijk medio dit jaar op gang zal komen. De server-software zal dan dus ook moeten draaien. "NC Server zal kunnen communiceren met Sun Sparc Solaris, Ncos (NCI’s besturingssysteem), IBM AIX, HP/UX 10, DEC Unix en Windows NT", zegt Tamara Borall van NCI Marketing desgevraagd.
Onderhoud vereenvoudigt
De beheersoptie van de Wintel-combinatie is veel simpeler. In het NC-offensief kozen Intel en Microsoft eind 1996 een ‘veilige’ tussenpositie met de Net PC: een PC zonder uitbreidingsmogelijkheden maar met een beperkte harde schijf en Windows-software. Het consortium schermt met de kreet ‘zero administration’: een plan dat het gemakkelijker moet maken software te onderhouden op computernetwerken die met Windows 95 en NT draaien. Netwerkbeheerders kunnen met dit nieuwe gereedschap de mogelijkheden van de individuele gebruiker inperken: deze kan niet meer ‘eigen’ nieuwe software installeren of bepaalde bestanden wijzigen. Nieuwe softwareversies worden automatisch geïnstalleerd op de Net PC’s en de beheerder zou er verder geen omkijken meer naar hebben. Een nieuwe stap in Gates’ bekende evolutionaire aanpak: een beetje meer van hetzelfde, dat door de markt wellicht gemakkelijker geadopteerd zal worden dan een compleet nieuwe NC-revolutie.
Evolutie of revolutie: Data General ziet dit als het probleem van de client-leveranciers. In de THiiN Line heeft het bedrijf al producten opgenomen die ook voor de consumentenmarkt de nodige infrastructuur leveren. Een doosje zo groot als een huistelefooncentrale moet straks een plek vinden in de meterkast. Een consumentenversie van de ‘slanke server’, waarmee razendsnel contact wordt gelegd met de buitenwereld, via kabel- of telefoonnet. Aan de bovenkant van de informatiepiramide ziet het bedrijf de informatieservers zoals die ook door alle collega-leveranciers worden geleverd: systemen, die bedrijven en consumenten op ieder moment van de dag voor elk wat wils moeten kunnen leveren. Timmermans: "In de THiiN Line zit ook de ‘Information Server’, die optimaal is ingericht om naast programma’s en gegevens ook Html-pagina’s te versturen. Ze worden geplaatst waar nu de website hosts staan en zullen Internet Service Providers verlossen van het beheren van complexe netwerken."
Gebruiker beslist
Dat er binnen de industrie de nodige druk bestaat om de nieuwe technologie in te voeren, mag blijken uit de opmerking van Suns topman Pelling tijdens de eerder genoemde webchat: "Sommige gebruikers – zoals Sun-president Scott McNealy – zullen snel afscheid moeten nemen van hun Sparc-werkstation." En hij typt een smile in: "Zo kunnen de leidinggevenden van de softwaredivisies leren leven met de software die hun bedrijf gaat gebruiken in het dagelijkse werk. Die beslissing maakte veel indruk, en ik weet zeker dat bugs sneller opgelost zullen worden."
Zijn de beloofde besparingen in het onderhoud nu ondergesneeuwd? Alle partijen ontkennen heftig. Het goedkopere centrale beheer wordt volgens hen zeker niet teniet gedaan door de kosten aan server-zijde. De vereiste dataleverantie op mainframe-niveau wordt tegenwoordig immers met aanmerkelijk goedkopere Unix- en NT-machines ingevuld.
Het eindoordeel is aan de – mogelijke – toekomstige gebruikers van de NC. Dat zij een breder scala van afwegingen hebben, mag blijken uit de opmerking van een directielid van een consultancy-kantoor. "Ik heb alle webbrowsers weer van de systemen laten halen", zegt hij. "Er ging veel te veel tijd verloren aan zinloos zoekwerk op een netwerk dat door de overbelasting van de service-provider veel te langzaam is geworden."
Pieter van Scherpenberg en Dick Ettema, Data General Nederland.