Moet Microsoft als monopolist worden gezien en is het daarom gerechtvaardigd dat de Amerikaanse anti-kartel-wetgeving in stelling wordt gebracht om de software-mogol een halt toe te roepen? Concurrenten roepen er al jaren om, en de algemene- en vakpers deint mee op de golven van anti-Microsoftsentiment. Het antwoord op de vraag luidt nee. Het software-bedrijf is zowel in de klassieke economische zin, als in de modernere opvatting van het begrip niet als monopolist te beschouwen, meent freelance publicist Ad Mulder.
Ik ben kritisch ten opzichte van alle spelers in de IT-wereld, en ten opzichte van Microsoft in het bijzonder. Maar om gemakzuchtig mee te huilen met de wolven en Microsoft te beschouwen als een ‘evil-empire’, dat gaat te ver. De manier waarop sommige concurrenten de voorman van Microsoft afschilderen is weinig verheffend. Onlangs hoorde ik iemand op een groot congres spreken over Gates als ‘die man met de lasbril’. Nadat Gates een onderscheiding van Nijenrode mocht ontvangen, wist een journalist in het programma Nova te vertellen dat hij niet begreep waarom juist de Microsoft-baas een wetenschappelijke onderscheiding uitgereikt kreeg. Ook na lang nadenken kon hij zich geen vinding herinneren die op zijn conto geschreven kan worden. Dan hadden ze net zo goed René Diekstra de prijs kunnen geven.
Leuk bedacht, maar die prijs werd natuurlijk niet uitgereikt vanwege wetenschappelijke maar vanwege zakelijke prestaties. Microsoft heeft veel goeds gedaan voor de IT-wereld. Zonder Dos en Windows was de huidige PC desktop-markt nooit geworden wat ze nu is. Talloos veel miljoenen plukken daar de vruchten van. De afkeer die Microsoft, en Bill Gates in het bijzonder, oproept heeft veel te maken met het persoonlijke fortuin van Gates. Hij is naar schatting goed voor een kleine dertig miljard dollar. Dat wekt onfrisse afgunst.
Is Microsoft met zijn grote marktaandeel in de desktop-besturingssystemen een monopolist? Een monopolist betekent dat er maar één verkoper is. Zo’n monopolie werd vroeger geschonken door de koning aan een bevriende edelman. Het kon dan gaan om kolen, zout of bijvoorbeeld het recht om post te bezorgen. Monopolies zijn slecht voor de economie en werken verrijking van een enkeling in de hand. Daarom verfoeide kapitalist pur sang Adam Smith monopolies. Ze staan de onzichtbare hand van de marktwerking in de weg. Ook nu nog zijn er tal van monopolies in Nederland, variërend van een kerkkaarzen-kartel tot het elektriciteitsbedrijf en de kabel-TV-exploitant. Al die monopolies zijn volstrekt legaal. Wie in het verleden bijvoorbeeld trachtte te concurreren met PTT Post kon rekenen op vervolging door justitie.
De hand van Smith
Het begrip monopolist ziet men tegenwoordig veel ruimer. Het betekent nu eenvoudigweg marktkracht, of de mogelijkheid van een bedrijf om prijzen te verhogen zonder direct al zijn klanten kwijt te raken. Helaas, onder deze moderne definitie kan zo goed als elk bedrijf als monopolist worden gekenschetst. Als de slager de biefstuk een gulden per kilo duurder maakt, zullen niet alle klanten zijn winkel links laten liggen. In de Verenigde Staten, waar men monopolies en kartels aanzienlijk harder aanpakt dan in Europa, volgt men de bredere definitie. Daarom ligt Microsoft sinds 1991, na de doorbraak van Windows 3.0, bijna continu onder vuur van de ‘Federal Trade Commission and Antitrust Division’ (FTC). Vreemd genoeg onderzocht de FTC Microsofts gedrag niet door de klanten van de softwareleverancier te ondervragen, maar legde de commissie haar oor te luisteren bij concurrenten. Het zal niemand verbazen dat een ware litanie aan klachten los kwam.
"Raar hoe zoiets werkt", zegt industrie-analist David Henderson in het blad Red Herring. "Concurrenten houden sowieso niet van concurrentie en ze haten effectieve bedrijven nog harder dan de eigenwijze klanten die hun producten niet willen kopen."
Microsoft is te agressief en speelt het spel niet eerlijk, zo beweren concurrenten. Iedereen die de vakpers leest zal deze toon herkennen. Microsoft heeft de marktdominantie echter verdiend op een ouderwetse manier: door hard te werken. Bovendien is er geen sprake van dat Microsoft de enige aanbieder is in de markt. Het barst van de concurrentie. Bedrijven kunnen zelfs uit het niets opstaan en de positie van de marktleider bedreigen (denk aan Netscape Communications).
De FTC heeft in het verleden aangetoond niet veel van de IT-industrie te snappen. Men keek bijvoorbeeld naar MS-Dos op het moment dat het al verouderd was. De grootste blunder was nog wel de zaak die de FTC in 1969 tegen IBM aanspande, en die pas in 1982 met een sisser afliep. In 1969 stond IBM op het toppunt van zijn macht. Maar op het zelfde moment ondergroeven de minicomputer- en de PC-revolutie de muren van de onoverwinnelijke ‘burcht IBM’. Wat de critici van IBM en van Microsoft vergeten, is dat in deze industrie geen monopolie mogelijk is. Niemand weet welke technologie over tien jaar dominant zal zijn. Gaat Java de macht van Microsoft en Intel ondergraven? Niemand kan het zeggen.
Het mag niet zo zijn dat een bedrijf gestraft wordt voor zijn te hoge productiviteit, voor zijn te vooruitziende blik en voor zijn te flexibele instelling. Dat is pervers. De markt moet zijn gang kunnen gaan. Adam Smiths onzichtbare hand moet regeren.
Ad Mulder, freelance publicist Computable