De technologie van het webcasten, het uitzenden of versturen van content en software over Internet en intranetten, maakt opgang. Een bedrijf dat zich op dit terrein mag koesteren in overspannen verwachtingen is Marimba, opgericht door vier voormalige werknemers van Sun Microsystems. Met de Castanet-technologie probeert het bedrijfje de Java-revolutie turbokracht te verlenen. Wordt Marimba een hoogvlieger of is het digitaal kanonnenvlees in de oorlog tussen Netscape en Microsoft?
Het is eind januari 1996. Frankrijk brengt in de Stille Oceaan een kernbom tot ontploffing, AT&T ontslaat 40.000 werknemers, de Hubble telescoop ontdekt 40 miljard nieuwe melkwegstelsels , ‘Dead man walking’ is een hit in de bioscopen en de Dallas Cowboys winnen de superbowl. De cross-platform taal Java is sedert een half jaar bezig met een opmars om de verdrukte programmeurs aller landen te bevrijden uit de greep van tyranieke besturingssystemen. Er wordt meer en luider geklaagd over de files op het wereldwijde web. Sun Microsystems brengt in het geheim een bod uit van 23 dollar per aandeel Apple. Apple bedankt voor de eer. Vier jonge maar zeer door de wol geverfde Java-experts deserteren uit de gelederen van Sun om een eigen bedrijf te beginnen. Ze investeren ieder 15.000 dollar en huren een kantoorruimte op de tweede etage van een pand in Palo Alto, pal tegenover de koffieshop Java Central. De programmeurs – Arthur van Hoff (35), Jonathan Payne (33) en Sami Shaio (32) – delen samen een ruimte waar ze naar muziek luisteren en hacken op hun Unix-machines. Ze zijn ervan overtuigd dat ze Java naar nieuwe hoogten zullen voeren. Kim Polese (34) – de topvrouw en marketingdeskundige – heeft zichzelf de beste ruimte toebedeeld en weet zeker dat ze alles wat de drie programmeurs gaan maken kan verkopen. Ook de buitenwereld verwacht veel. De telefoon gaat ononderbroken op het bureau van Polese. Marimba is van start.
Het viertal heeft zijn sporen ruimschoots verdiend bij Sun Microsystems. Payne, Shaio en de Nederlander Van Hoff stonden, samen met James Gosling, aan de wieg van Java. Payne had de eerste versie van de Hot Java browser en de bijbehorende protocols geschreven. Payne, Shaio en Van Hoff schreven ook het leeuwendeel van de Java-code. Van Hoff was onder andere verantwoordelijk geweest voor de compiler. Kim Polese is een gevierde dame in Silicon Valley omdat ze in haar uppie de marketing van Java heeft gedaan. Polese kan aan de slag waar ze maar wil tegen een salaris dat ze bij wijze van spreken zelf mag invullen. Ze kiest echter voor een sprong in het duister met het drietal programmeurs dat ‘iets moois’ en ‘iets nieuws’ met Java wil gaan doen. Maar wat eigenlijk?
Jonathan Payne heeft visioenen van Java-applets die zo perfect zijn dat er websites mee gemaakt kunnen worden die net zo mooi zijn als CD-Roms. Tot nu toe hebben de Java-applets hun belofte om het wereldwijde web sneller, aantrekkelijker en dynamischer te maken niet waar gemaakt. De functionaliteit van de Java-applets is beperkt omdat het laden ervan anders veel te lang zou duren.
"Om de applets te verbeteren meende ik dat het noodzakelijk zou zijn een aparte infrastructuur te maken waardoor onze programma’s zonder de browser zouden kunnen opereren", zegt Payne in een interview in het blad Javology. De drie anderen beschouwen het werken buiten de browser om echter als een vorm van commerciële zelfmoord. Het idee verdwijnt in de koelkast. Payne, Van Hoff en Shaio beginnen te werken aan een Java-toolkit die fantastische websites mogelijk moet maken. Om in de sfeer van de muziek te blijven – een marimba is een van oorsprong Afrikaanse xylofoon – dopen ze de kit Bongo.
Geen bingo voor Bongo
Al op 5 maart 1996 ontdekt het viertal van Marimba echter dat de wereld niet noodzakelijkerwijs op Bongo zit te wachten. Tijdens de Netscape Internet Developers Conference in San Francisco deelt Marc Andreessen van Netscaspe de 3000 aanwezigen mee dat zijn bedrijf Netcode heeft overgenomen. Netcode heeft een op Java gebaseerde interface builder en toolkit ontwikkeld waarmee zeer snel geavanceerde Java-applicaties te bouwen zijn.
Andreessen is enthousiast over de overname van Netcode. Ongeveer een jaar eerder had hij ook in San Francisco Java omarmd, nu kan hij zich eigenaar noemen van een stukje van de tweede generatie Java. "Met Netcode’s interface builder en object library zal het een stuk eenvoudiger worden om op Java gebaseerde applicaties te maken", juicht Andreessen.
Scott Love, de baas van het zevenmansbedrijf Netcode, drukt zich met meer west coast-achtige bravoure uit. Love voorspelt dat de Java-software-revolutie klaar is om over te schakelen naar ‘warpspeed’ nu Netscape’s browser zal beschikken over de turbokracht van Netcode.
In het kantoortje tegenover koffieshop Java Central realiseren de vier Sun-dissidenten zich dat er weinig eer te behalen zal zijn met een Java-toolkit als Netcode al is opgenomen in alle Netscape-browsers. Bongo is ontzettend ‘cool’, maar wie zal nog applets willen downloaden als de browser een veel sneller alternatief heeft? Bij Marimba zakt het moreel tot onder het nulpunt als de Java-revolutie zich plotseling ook lijkt te voltrekken zonder Polese, Van Hoff, Payne en Shaio. Volgens Payne maken ze een aantal – wel drie – moeilijke weken door. Ze hebben geen idee in welke richting ze nu moeten gaan. En dan is er Pointcast.
Niet trekken maar duwen
In de malaise die volgt na de overname van Netcode hebben de programmeurs van Marimba eindelijk eens tijd om kennis te maken met het webcasten (een samentrekking van websurfen en broadcasten). Op aandringen van Polese laden ze de screensaver van Pointcast waarop verschillende kanalen zijn te ontvangen. Ze zijn verrast door de kennismaking met een netwerktechnologie die zonder tussenkomst van een browser inhoud (content) van websites naar gebruikers stuurt. Pointcast is op dat moment een rage-in-wording. Het bedrijf uit Santa Clara sleept in een periode van zes maanden meer dan een miljoen abonnees binnen. Pointcast wordt als een verlosser binnengehaald door de cybergemeenschap die in de file staat op het web. Web-argonauten hoeven niet langer al surfend informatie uit het web te ’trekken’. Pointcast ‘duwt’ op vaste tijden – als de gebruikers slapen, eten, vrijen, voetballen of televisiekijken – de krenten uit de pap van het web naar de harde schijven van de abonnees.
Pointcast biedt perspectief op een toekomst waar een gebruiker dagelijks de inhoud van al zijn favoriete bookmarks krijgt thuisbezorgd. De technologie wordt badinerend vergeleken met een hond die al kwispelend de krant van de deurmat naar het baasje brengt. Momenteel kan een gebruiker van Pointcast een keuze maken uit een aantal kanalen met nieuws, beursnoteringen, weerberichten, reisinformatie, basketbaluitslagen en het ach en wee van de horoscopen. De beheerders van websites sturen deze informatie via het ‘zendstation’ van Pointcast naar de abonnees. En het abonnement is gratis! Pointcast moet geld verdienen met de advertenties op de kanalen. De adverteerders kunnen gericht adverteren omdat de gebruiker met zijn keuze van kanalen een profiel laat zien. Uiteraard is de Pointcast-technologie ook beschikbaar voor de intranetten van bedrijven.
De kennismaking met Pointcast geeft Van Hoff, Payne, Polese en Shaio stof tot nadenken. Nieuwe ideeën borrelen op.
Payne: "We stelden ons voor om mensen in de gelegenheid te stellen zelf zoiets als Pointcast te gaan bouwen, maar dan met behulp van Java. En omdat Pointcast zo’n succes had, geloofden we nu dat we ook buiten een browser om konden gaan werken. Pointcast deed dat immers ook, en met succes. Het besef groeide dat het zendmodel van Pointcast een goede basis zou vormen voor een systeem om Java- applicaties te gaan distribueren over netwerken. Vanaf eind maart 1996 zijn Van Hoff, Shaio en Payne weer onafgebroken aan het hacken.
Zelf zendkanaal openen
In de eerste week van oktober 1996, acht maanden na de start, presenteert Marimba de beta-versies van Castanet en de uit de as herrezen Java-builder Bongo. Met Castanet stort het bedrijf zich in de rage van het webcasten. Eindgebruikers kunnen een 200.000 bytes tuner downloaden waarmee ze kanalen (channels) kunnen ontvangen die worden verstuurd door Castanet-transmitters die zijn ingeplugd in Http-servers van websites of intranetten. Via een kanaal kan de inhoud van een website worden verstuurd, maar ook Java-applets. De gebruiker kan op elk gewenst moment vragen om een update van een kanaal. Hij krijgt dan niet alleen het laatste nieuws maar ook de meest recente upgrades van Java-applets.
Met de Castanet-suite lost Marimba de belofte in om Java naar een hoger niveau te tillen. De functionaliteit van de Java-applets is tot dan toe beperkt. De browsers staan uit veiligheidsoverwegingen de gebruiker niet toe applets te bewaren op de harde schijf en het duurt erg lang om de grotere applets te downloaden. Ook zijn er talloze problemen met het cachen van Java-applets omdat er geen eenvoudige manier is om de cache te beheren en verouderde files weg te werken. Jonathan Payne vat het probleem kort en krachtig samen: "..applets suck".
Met Castanet kan zonder tussenkomst van een browser ieder Java-applet worden omgezet in een kanaal die wordt bewaard op de harde schijf. Veranderingen en upgrades van het kanaal worden verstuurd als de gebruiker daarom vraagt. De Castanet-transmitter doet aan differential updating: alleen gewijzigde bestanden worden verstuurd en verouderde bestanden worden gewist. Marimba heeft een patent aangevraagd op deze technologie. Het bedrijf levert ook een repeater die de distributie van een applet naar meerdere werkplekken in een intranet vereenvoudigt.
De gebruiker van Castanet kan zowel online als offline beschikken overe grotere en snellere applicaties die toegankelijk zijn zonder voortdurend te moeten wachten op het downloaden van applets en het recompileren van de software. En iedere Java-programmeur kan met de builder Bongo en de Castanet-transmitter een zendkanaal openen op het wereldwijde web. Marimba wijst dan ook de weg naar een effiëntere distributie van software over netwerken en naar dynamischere en attractievere websites.
Met Castanet staat Marimba midden in de webcast-revolutie. Het bedrijf blijft dan ook niet onopgemerkt. Marimba krijgt een investering van 4 miljoen dollar uit het door Kleiner, Perkins, Caufield en Byers opgerichte Java Fund. Dit fonds beschikt in totaal over 100 miljoen dollar om te investeren in bedrijven die Java-produkten ontwikkelen. Ook de Amerikaanse media, waarin aanstormend computertalent vaak wordt beschreven alsof het om popsterren gaat, besteden de nodige aandacht aan het bedrijf uit Palo Alto. Na de presentatie van Castanet en Bongo verhuist het bedrijf naar een groter pand. Inmiddels zijn op de website van Marimba de opgewekte gezichten te zien van veertig medewerkers en ook een foto van Arthur van Hoff’s hond Trix.
Verschillende bedrijven gebruiken inmiddels de Castanet-transmitter om websites uit te zenden of om software te distribueren. De websites van CNN, filmproducent MGM en HotWired maken gebruik van Castanet-technologie. De zoekmachine Excite heeft een soort programmagids waarin staat vermeld wat er te beleven valt op de reeds bestaande Castanet-kanalen.
Begin januari 1997 maakte Apple op de MacWorld manifestatie bekend dat de Castanet-technologie zal worden opgenomen in Runtime for Java 1.5, een netwerk-component van Mac OS. Ondanks de problemen bij Apple is Polese enthousiast: "Bij Apple zit een belangrijk deel van de creatieven. Castanet op de Mac zal veel programmeurs in staat stellen nieuwe dingen te maken voor het Web".
Begin februari 1997 wordt nog een belangrijke klant binnen gehaald, als bekend wordt dat Castanet zal worden geïntegreerd in Lotus Domino.
Trekken en duwen
Kim Polese moet als topverkoper natuurlijk een optimistisch geluid laten horen. Ze zegt te verwachten dat Castanet het laatste programma is dat je ooit hoeft te installeren. De volgende programma’s zullen dan immers door Castanet worden geïnstalleerd. Polese maakt haar reputatie als verkoopster wel waar. Lotus, Apple, Bellcore, Intel, Borland, Symantec, Cybercash/IBS, Hewlett Packard, Oracle en last but not least Sun Microsystems: de lijst van Castanetgebruikers is imposant voor een produkt dat amper vijf maanden op de markt is.
Marimba is echter niet het enige bedrijf met een stand op de groeiende markt van het webcasten. Hubert Delaney, een analist van de Gartner Group, zegt hierover: "Dit is een zeer dynamische industrie. Zo gauw mensen in de gaten hebben dat er iets nieuws gedaan kan worden en dat daar een markt voor is, gaan de creatieve raderen razendsnel draaien". Marimba beweegt zich inderdaad op een markt waar het duwen en trekken geblazen is. Pointcast heeft inmiddels concurentie gekregen van After Dark Online. Bedrijven als Backweb, Ifusion, Netdelivery, Wayfarer Communications en Intermind brengen allemaal client/server-systemen op de markt die inhoud of inhoud en software verzenden over netwerken. McAfee Associates maakt bijvoorbeeld gebruik van Backwebs technologie voor het verspreiden van antivirusprogramma’s over het Internet.
Ook Microsoft en Netscape zitten uiteraard niet stil terwijl de monopolies van hun browsers worden ondermijnd. Beide bedrijven zullen, onder het motto if you can’t beat it, buy it, webcast- technologie opnemen in komende versies van de browser. Gebruikers van de Internet Explorer, die nog deze zomer uitkomt, krijgen via één scherm in Windows toegang tot informatie van de harde schijf, het Internet en verschillende Pointcast-kanalen. Netscape’s Constellation zal gebruikers de beschikking geven over Java-applets door de adoptie van Marimba’s Castanet-technologie. Het verbond met Netscape is natuurlijk een succes voor Marimba, maar het maakt de firma ook een pion in de strijd tussen Netscape en Microsoft om de heerschappij op het Internet. Op 12 maart j.l. heeft Microsoft standaarden voorgesteld voor webcasten die niet compatibel zijn met de Castanet-technologie maar wel met die van Pointcast.
Halvegare
De meeste analisten zijn positief over Marimba’s technologie en over de allianties die Polese tot nu toe heeft weten te sluiten. Maar niet iedereen is het daarmee eens. Columnist David Coursey van het blad Computerworld noemt Castanet een typisch product van een Unix geek, vrijvertaald is dat een Unix-halvegare. Hij beschrijft Castanet als een onaantrekkelijke interface bovenop software die nodeloos ingewikkeld is. Coursey vergelijkt de hausse rond Marimba met de nieuwe kleren van de keizer. Marimba heeft de ‘juiste’ mensen, en de ‘juiste’ investeerders om bijzonder te lijken, maar de technologie heeft volgens Courtney niets om het lijf.
Het is duidelijk nog te vroeg om te concluderen dat Marimba een gouden toekomst tegemoet gaat. Ook al is de technologie geweldig en alom geaccepteerd, dan nog is dat geen garantie voor daverende inkomsten. Zelfs Pointcast, dat al vijf jaar bestaat en anderhalf miljoen abonnees heeft, is volgens insiders nog geen winstgevende onderneming. De ruime steun van andere bedrijven in de IT-sector aan Marimba kan van de ene op de andere dag ‘lucht’ blijken te zijn. Er zijn veel concurerende technologieën. Analisten van International Data Corperation verwachten dat er nog voor het einde van het jaar een shake-out zal plaatsvinden waarbij een aantal webcast-bedrijven van het toneel zullen verdwijnen.
Voorlopig is Marimba nog een kleine vis in een vijver waar je zomaar opgeslokt kunt worden door een grote vis. Wordt Marimba overgenomen of blijft het zelfstandig? Wordt Marimba een power-house binnen de Java-revolutie of blijft het een klein bedrijf met een aardige technologie?
Arthur van Hoff sluit de tekst op zijn home-page af met het volgende motto: "Vergeet niet dat alle goede dingen in het leven klein, eenvoudig, gemakkelijk en elegant zijn". Maar daar zal hij wel Java-applets mee bedoelen.
Teake Zuidema, freelance medewerker Computable