In de Europese Unie is een akkoord bereikt over de interconnectie-richtlijn. Hierin worden nadere regels geformuleerd over de koppeling van openbare telecom-aanbieders.
Interconnectie maakt het mogelijk dat abonnees van de ene aanbieder kunnen telefoneren met de abonnees van de ander. Ook moeten ze toegang krijgen tot de diensten van een andere aanbieder. Het Europese Parlement en de Raad van Ministers van Telecommunicatie zijn het eens geworden over de interconnectie-richtlijn. Dit gebeurde onder voorzitterschap van minister Annemarie Jorritsma (Verkeer en Waterstaat). De interconnectie vormt een essentieel onderdeel van de liberalisatie, die per 1 januari 1998 een feit moet zijn. De overeenkomst is dan ook een belangrijke stap naar de volledige vrijmaking van de telecommunicatiemarkt.
Met de goedkeuring van de richtlijn komt er zicht op een gemeenschappelijk juridisch kader in de Europese Unie voor de telecomsector. Uitgangspunt bij de richtlijn is dat de interconnectie-overeenkomsten via commerciële onderhandelingen tot stand komen. De Directie Toezicht Netwerken en Diensten (TND) ziet er op toe dat telecombedrijven het vrije-marktprincipe toepassen. Met name wordt gelet op eventueel discriminerend gedrag.
Belangrijk streven is (bijna)monopolies af te breken. Daarom gelden voor PTT Telecom als voormalige monopolist zwaardere verplichtingen dan voor nieuwkomers. Dit uit zich onder andere in de voorschriften voor de interconnectieprijzen, -tariefstructuren en calculatiesystemen. Ook moet een door TND goedgekeurd standaard-aanbod voor interconnectie worden gepubliceerd. Al deze maatregelen moeten voorkomen dat de voormalige monopolist misbruik maakt van zijn dominante marktpositie.
Conflicten
Daarnaast is afgesproken dat de lidstaten een procedure vaststellen voor het beslechten van geschillen. Conflicten over interconnectie moeten binnen een half jaar worden beslecht. In de richtlijn wordt een onderscheid gemaakt tussen koppeling van netwerken (interconnectie) en toegang tot netwerken. Geformuleerd zijn voorwaarden waaronder dienstenaanbieders toegang krijgen tot het netwerk van een telecommunicatiebedrijf.
De komende tijd zal de richtlijn worden uitgewerkt in nationale regels. Minister Jorritsma zal voordat de regels zijn vastgesteld, nog hierover met de marktpartijen overleg voeren. Daarbij zullen de verschillende aspecten van interconnectie en bijzondere netwerk-toegang aan de orde komen.
Nederlaag voor PTT
Het akkoord dat in de Europese Unie is bereikt over de interconnectie, betekent een voortijdig einde van de prijsafspraken die PTT Telecom heeft gemaakt met de nieuwe concurrenten Telfort en Enertel.
Minister Jorritsma (Verkeer en Waterstaat) heeft het trio verboden andere aanbieders van telecommunicatie die geen eigen infrastructuur bezitten, hogere tarieven voor te schrijven. Met deze afspraak overtreden de drie ondernemingen de nieuwe Europese regels voor interconnectie. Vrijwel onmiddellijk na totstandkoming van het Europese akkoord kon de minister de telecommunicatie-aanbieders zonder eigen netwerk geruststellen. Het trio moet hen dezelfde tarieven rekenen als ze onderling hebben afgesproken. De status van marktpartijen zoals het al dan niet hebben van een eigen netwerk, mag geen rol spelen. De tarieven moeten voor elk bedrijf in dezelfde positie gelijk zijn. Daarbinnen kan geen sprake zijn van enige vorm van exclusiviteit.
Minister Jorritsma honoreert dus de klacht die de Vereniging van BedrijfsTelecommunicatie-Grootverbruikers had ingediend tegen PTT Telecom, Telfort en Enertel.