Datawarehouses zullen een centrale rol spelen in de IT-infrastructuur van morgen. Dit zei Bill Inmon, gastspreker op het Benelux Datawarehousing Congres. Hij ontwikkelde hiervoor het idee van de corporate information factory. Het hart van de IT-infrastructuur van een bedrijf wordt gevormd door het datawarehouse. Daaromheen draaien zowel verschillende applicaties met hun online databases, als verschillende datamarts.
We zullen zien dat applicaties en datamarts eigenlijk alleen maar verlengstukken zijn van het datawarehouse", zegt Inmon tijdens een interview na afloop van zijn spreekbeurt in het Haagse congresgebouw. Om dit idee te illustreren trekt hij een vergelijking met een jong gezin. "Een datawarehouse is net als een echtpaar dat kinderen wil. Het eerste kind is een datamart en het tweede een online database. Wat begint als een datawarehouse groeit uit tot een volwassen nieuwe architectuur." Een datawarehouse is volgens deze visie een faciliteit of een infrastructuur, en niet de zoveelste gewone applicatie.
Geen object-datawarehouses
Volgens Inmon krijgt object-oriëntatie voorlopig nog geen voet aan de grond op het gebied van datawarehouses. Hoewel het technisch mogelijk is zullen de grote partijen, zoals Oracle en IBM, dit niet toestaan. Argumenten zijn er voldoende om te beweren dat object-technologie de juiste en wenselijke technologie is. Maar het is geen technologische maar een marketing-discussie. "Database-leveranciers geven de ‘object-mensen’ geen enkele kans om een voet aan de grond te krijgen in de wereld van datawarehouses. Zij willen geen grote veranderingen aanbrengen in hun technologie. Ze zijn dik tevreden met de inkomsten die ze nu hebben. Op het moment dat Oracle, of een ander bedrijf, besluit om object-technologie te gebruiken voor datawarehouses, dan zijn de toepassingen daarvan in ‘no-time’ beschikbaar."
Wuivende palmen
Ondanks het feit dat implementaties van datawarehouses vaak problemen met zich meebrengen, ziet Bill Inmon zijn geesteskind als een succes. Problemen ontstaan volgens de Amerikaan omdat de ontwerpbeginselen niet stroken met de denkbeelden in de IT-wereld. Datawarehousing vindt zijn oorsprong niet binnen IT-afdelingen, maar binnen marketing-afdelingen. Datawarehouses mislukken als gegevensintegratie niet of onvoldoende plaatsvindt, als er geen goede architectuur voor metagegevens wordt ontworpen of als men probeert het datawarehouse in één klap neer te zetten in plaats van het stapsgewijs in te voeren. "Er zijn veel meer succesverhalen dan mislukkingen. Mijn missie is voltooid."
Inmon, die al een aantal jaren de wereld afreist om zijn ideeën te verkopen, vindt het allemaal de moeite waard. "De jetlags en andere reisverschijnselen worden overschaduwd door de successen die worden geboekt met datawarehousing." Om contact te houden met de dagelijkse praktijk doet hij minstens één keer per jaar de consultancy van een datawarehouse-project. Hij heeft twee adviesbureaus op het gebied van datawarehousing op poten gezet. Het eerste bedrijf is aan de beurs genoteerd en het tweede gaat naar de beurs.
Inmon heeft zijn schaapjes dus op het droge. "Als het zover is, dan zoek ik een mooi warm strand in Mexico of Australië. In ieder geval een plek waar geen telefoons zijn, waar niemand weet wat een computer is, waar geen Internet is en waar wel een golfbaan is." n
Data-wat?
Een datawarehouse is een grote ‘platte’ tabel waarin alle gegevens van alle databases van een bedrijf worden ondergebracht. Gegevens zijn in zo’n gegevenspakhuis zodanig gestructureerd opgeslagen dat datamining efficiënt is uit te voeren. Datamarts zijn deelverzamelingen van een datawarehouse. Voor elke functionele afdeling, zoals marketing en verkoop, kan een datamart worden gebouwd.