Bloor Research heeft voor de evaluatie en vergelijking van een aantal ontwikkeltools het Dsdm-raamwerk als uitgangspunt genomen. Ron van Toledo, voorzitter Dsdm Benelux, schetst de achtergrond van Dsdm (dynamic software development method). Verder nuanceert hij de conclusies die werden getrokken in een artikel over het onderzoek van Bloor.
Het artikel ‘Pas op voor slechte ontwikkelaars’ (Computable 21 maart, pag.39) behandelt het rapport van Bloor Research ‘Fast Development Software – an evaluation and comparison of rad tools’. In de gepresenteerde samenvatting ontbeert de kritische lezer echter een juist perspectief tussen de conclusies van het rapport en Dsdm.
Volgens Bloor Research is het Dsdm-consortium het enige ‘cross-industry’ forum van betekenis dat significante effort heeft gestoken in het creëren van een samenhangende set richtlijnen ter ondersteuning van Rad (rapid application development). Tot de oprichting van het Dsdm-consortium in januari 1994 was Rad alleen een verzameling technieken zonder duidelijke richting en begrenzingen. Dsdm heeft dit probleem het hoofd geboden door een samenhangende set aan principes en uitwerkingen te creëren die relevant zijn voor een succesvol Rad-project. Als sterk aspect van Dsdm wordt de mogelijkheid genoemd om terug te keren naar een voorgaand punt in het ontwikkelproces. Daardoor hebben afdwalingen van het geformuleerde doel een minimaal effect op de ontwikkeling. De Dsdm-handleiding wordt omschreven als een consistent, toegankelijk en beknopt boekwerk.
Onderzoeksbureau Bloor Research heeft Dsdm gebruikt voor de evaluatie van Rad-tools om de volgende reden: het ziet Dsdm als de enig beschikbare volledige Rad-beschrijving met een raamwerk voor het evalueren van karakteristieken voor ontwikkeltools die een Rad-proces ondersteunen. Bloor Research doelt hiermee op de vijftien karakteristieken uit de Dsdm-handleiding waarlangs ontwikkeltools kunnen worden beoordeeld op de mate van ondersteuning die ze bieden in een ontwikkelomgeving volgens Dsdm. De karakteristieken betreffen ondersteuning van: het ontwikkelproces, Dsdm-technieken, gebruikersdeelname, iteraties, versiebeheer, hergebruik, multi-user, standaarden, testen. De overige karakteristieken zijn: gebruikersvriendelijkheid, openheid, gecontroleerde repository, navigatie-mogelijkheden, documentatie produktie en systeemoverdracht.
Het onderzoeksbureau vertaalde deze karakteristieken in een survey die qua vraagstellingen grote gelijkenis vertoont met de principes en karakteristieken zoals deze in Dsdm zijn beschreven.
Ideale ontwikkelomgeving
De onderzochte ontwikkeltools zijn beoordeeld op de uitgangspunten van Dsdm. De volgende groepering werd gehanteerd: ondersteuning van de methode; bouwsnelheid; ontwerp; hergebruik; testfaciliteiten, en overige faciliteiten (schaalbaarheid, configuratiebeheer, projectmanagement enzovoort).
De vraag luidt echter of in het artikel niet enige nuances op zijn plaats zijn ten aanzien van conclusies als ‘….. voldoet wel of niet aan het Dsdm-profiel’.
Dsdm stelt dat een goede ontwikkelomgeving essentieel is voor een succesvolle Rad-benadering. Er zullen echter nog weinig ontwikkelomgevingen beschikbaar zijn die voldoen aan alle karakteristieken van de ideale ontwikkelomgeving voor het ondersteunen van een Rad-benadering. Vaak zal een project een combinatie van produkten vereisen.
Om de conclusies ten aanzien van de onderzochte ontwikkeltools in de gepresenteerde samenvatting op hun waarde te kunnen schatten, is het dus van belang om inzicht te hebben in de beoordeling van de onderzochte produkten met betrekking tot de genoemde karakteristieken. Het Bloor Research rapport geeft hierover goede informatie. Wat in het rapport bijvoorbeeld buiten de weging is gebleven, is het feit dat sommige produkten voor specifieke ondersteuning zoals modellering, configuratiemanagement of testen, voortbouwen op, of integratie en interfaces realiseren met produkten van andere leveranciers. Ontwikkeltools waarbij Bloor Research dit heeft geconstateerd, scoren derhalve minder hoog op specifieke karakteristieken omdat dit niet in het onderzoek als criterium is betrokken.
Het is onwaarschijnlijk dat er op dit moment een volledige ontwikkelomgeving bestaat die aan alle karakteristieken van Dsdm voldoet. De hoop wordt gekoesterd dat die omgeving er eens komt.
De beoordelingen van de onderzochte produkten in het rapport van Bloor Research laten dus een genuanceerder beeld zien ten aanzien van het Dsdm-profiel. Elk onderzocht produkt scoort op bepaalde karakteristieken beter dan op andere karakteristieken.
Volgens Dsdm is het echter van het grootste belang dat de behoefte aan ondersteuning door de ontwikkelomgeving wordt afgeleid uit het ontwikkelproces dat wordt gekozen (Dsdm) en de daarin te gebruiken technieken, en dat niet eerst een ontwikkelomgeving wordt geselecteerd.
Waarom Dsdm?
In de aanhef van het bewuste artikel wordt en passant gemeld dat er sinds 1995 wordt gewerkt aan een standaard raamwerk voor incrementele applicatie-ontwikkeling. De auteur vindt dat vreemd, omdat de principes van Rad toch al meer dan twaalf jaar bekend zijn. De principes achter Rad zijn inderdaad al in het midden van de jaren tachtig beschreven door James Martin. De reden waarom het dan tot 1994 duurde, alvorens het Dsdm-consortium werd gevormd en er een raamwerk als Dsdm ontstond, werd niet verklaard.
Pas in 1993 ontstond er een grotere vraag naar Rad-technologie. De markt waarin organisaties opereerden werd steeds dynamischer en de afhankelijkheid van informatietechnologie in de primaire bedrijfsactiviteiten steeds groter. Het gevolg was dat de traditionele, sequentiële aanpak van software-ontwikkeling niet meer was opgewassen tegen deze dynamiek in termen van doorlooptijd, kosten en kwaliteit. Deze ontwikkeling genereerde als vanzelf de vraag naar andere oplossingen. Daarnaast was in 1993 de technologische basis (PC-platformen, grafische user-interfaces, object-oriëntatie) volwassen genoeg geworden om ook daadwerkelijk te worden toegepast. De combinatie van technologische volwassenheid en een grotere marktvraag brachten een groeiend aantal verkopers van ontwikkeltools ertoe hun produkten te ontwikkelen of te herpositioneren ten opzichte van Rad. Iedere organisatie die zijn ontwikkelcapaciteit wilde vergroten met Rad-tools kwam echter tot de ontdekking dat daarmee ook de ontwikkelingsaanpak diende te veranderen om de beloften ten aanzien van snelheid, effectiviteit en kwaliteit te verzilveren. In de praktijk ontbrak het echter aan een algemeen geaccepteerde definitie van een Rad-proces. Het gevolg was dat verschillende verkopers en consultants het op hun eigen wijze interpreteerden en benaderden. Dit was in Engeland de trigger voor het ontstaan van Dsdm.
Zoals het rapport van Bloor Research rapport memoreert, heeft Dsdm – ook internationaal – inmiddels een kritische massa bereikt. Naast het Dsdm-consortium zijn inmiddels lokale consortia opgericht in de Benelux, Frankrijk en Denemarken. Dsdm Benelux is een actieve gebruikersvereniging ter ondersteuning van de gebruikers van Dsdm in de Benelux. Daarnaast speelt Dsdm Benelux een rol in het verder ontwikkelen van Dsdm als methode en in het waarborgen van de kwaliteit van practitionars, trainers en trainingen.
In andere delen van de wereld lopen inmiddels initiatieven om Dsdm verder te verspreiden. Zo zijn er lokale Dsdm-consortia in oprichting in de VS, Malta, Egypte, Rusland, Australië en India.
Ron van Toledo is voorzitter Dsdm Benelux en principal consultant bij DCE Nederland BV