Bekendheid met nieuwe media verschilt in Europa sterk per land. Dit blijkt uit een grootschalige enquête van Euroquest, een samenwerkingsverband van een aantal marktonderzoeksbureaus.
In West-Europa beschikt 33 procent van alle volwassenen thuis over een computer. Opvallend is dat het percentage dat op het werk een PC heeft met 32 procent iets lager ligt.
Wanneer dit beeld verder verfijnd wordt dan blijkt dat 17 procent een CD-Rom heeft en 10 procent een multimedia-PC, waarin naast een CD-Rom ook voorzieningen voor geluid en video zijn opgenomen.
Voor het onderzoek, dat de naam Future Track kreeg, zijn 15.000 volwassenen ondervraagd. In Nederland werden bijna 1000 mensen benaderd door Euroquest-partner R&M Research en Marketing.
Internet
De Internet-hype is de meeste Europeanen niet ontgaan. In de meeste landen heeft ten minste 80 procent er wel eens van gehoord. In Nederland ligt dit op 90 procent. De Scandinaviërs doen het nog beter. In Noorwegen ligt dit percentage zelfs op 96 procent.
Het daadwerkelijk gebruik van Internet ligt vele malen lager. Europa als geheel komt niet verder dan 7 procent. In Amerika ligt dit op ongeveer 25 procent. Het minst toegang hebben de Fransen (3 procent), Oostenrijkers (3 procent) en Italianen (1 procent).
Een socio-demografische analyse toont aan dat het jongeren zijn uit de hogere inkomensgroepen en hogere sociale klassen die hun weg binnen cyberspace hebben gevonden.
Naast multimedia, gerelateerd aan computers, is ook bekeken hoeveel mensen videotekst gebruiken. Meer dan de helft van het aantal volwassenen in Europa werkt hiermee. In Noord-Europa ligt dit beduidend hoger. In Denemarken, Nederland, Zweden en Noorwegen schommelt dit percentage rond de 80 procent.
Frankrijk heeft een teletekstpenetratie van slechts 14 procent. De onderzoekers geven aan dat dit waarschijnlijk komt door het bestaan van Minitel in Frankrijk.