Een van de bezwaren tegen de Europese Unie is dat er eigenlijk niet één Europa bestaat. Er zijn twee Europa’s; een zuidelijk en een noordelijk. Het eerste heeft in sociaal-economisch opzicht een veel trager tempo dan het tweede. De economische groei in landen als Spanje, Griekenland en Italië loopt sterk achter bij Nederland, Duitsland en Engeland.
Het is dan ook niet verbazingwekkend dat een grootschalig onderzoek onder 15.000 volwassenen in Europa naar de bekendheid en het gebruik van multimedia, Internet en andere elektronische ‘gadgets’, een perfecte afspiegeling is van dit Europa van de twee snelheden.
Om maar een voorbeeld uit het onderzoek te noemen, in Italië beschikt op dit moment 1 procent van de volwassenen thuis over een computer. Opmerkelijker: op het werk heeft slechts twee procent van de Italianen een PC. Frankrijk brengt het er met 3 respectievelijk 4 procent niet veel beter af. Ook in Oostenrijk moeten volwassenen de PC nog ontdekken, zo impliceert het onderzoek. In dit alpenland doet zich het merkwaardige verschijnsel voor dat het bedrijfsleven geen voortrekkersrol vervult bij het ‘PC-fähig maken van de burger. Thuis en op het werk beschikt 3 procent over een PC. Nederland bevindt zich in de voorhoede, samen met nog een aantal Scandinavische landen.
Natuurlijk is ook Internet onder de loep genomen. Jammer dat niet het gebruik maar ‘de beschikbaarheid’ van Internet werd onderzocht.