De winst van de Internet-technologie ligt bij de nieuwe vormen van informatievoorziening en -verwerking en met name bij de verhoogde ‘connectivity’. Hoge verwachtingen ten aanzien van het vervangen en verbeteren van de huidige applicaties kunnen wel eens flink tegenvallen.
Tegenwoordig wordt veel gesproken over de (te verwachten) successen van intranetten. Browser-technologie en Java moeten platform-onafhankelijkheid creëren. Door alle programmatuur op de server te plaatsen in plaats van een installatie per PC hoopt men de kosten voor het beheer drastisch te verlagen. Is deze toekomstverwachting reëel voor informatieverwerkende systemen, waar goede prestaties en veel gebruiksvriendelijkheid vereist zijn?
Een intranet is een ‘Internet’ dat binnen de bedrijfscontext blijft. Internet is in feite niks meer dan een reeks computers die door middel van TCP/IP aan elkaar gekoppeld zijn. Intranetten (lan’s gebaseerd op TCP/IP) bestaan dus al heel lang. Het vernieuwende in het geheel zijn de browser met de hyperlink-interface en de ‘platform-onafhankelijkheid’.
Men kan, dankzij de browsers en Java, applicaties ontwikkelen die op de meeste bestaande gui-platformen kunnen draaien. Deze machines, voor zover hun kracht het toestaat, hoeven niet te worden vervangen. Men moet de bestaande applicaties echter wel opnieuw creëren met behulp van die moderne technologie. Daar waar men nog gebruik maakt van terminals zal men in eerste instantie moeten investeren in nieuwe hardware.
Nu al is er een tweedeling in de browser-wereld te onderkennen: Microsoft versus Netscape, ofwel Microsoft versus de rest, inclusief IBM. Hoewel Microsoft sterk opkomt op alle terreinen, zijn nog altijd zeer veel grote bedrijven sterk gebonden aan IBM. Dat bedrijf kan daardoor veel invloed uitoefenen op de markt.
Hoewel de compatibiliteit van de browsers vanzelfsprekend groter is dan die tussen de diverse grafisch gestuurde besturingssystemen, betekent het gebruik van zaken als Active X automatisch afhankelijkheid van Microsoft. De ontwikkelingen in het Windows-kamp lijken eerder te wijzen op een ‘web-enabling’ van Windows dan op een vervanging van Windows door de browser.
Kijken we naar de Netscape-ontwikkelingen, dan lijkt het erop dat de browser een laag op het besturingssysteem wordt. Dit doet denken aan de situatie die we hadden met Windows als laag op het besturingssysteem DOS. Netscape draait dan echter wel op diverse echte besturingssystemen. Alle bestaande besturingssystemen zullen vooralsnog niet volledig vervangen worden door de browser-technologie, omdat daarop nog langere tijd specifieke toepassingen zullen moeten blijven draaien. Hierdoor lijkt het erop dat met de browsers alleen maar nieuwe ‘platformen’ geïntroduceerd worden.
Afhankelijkheid
Wil men de traditionele client/server-applicaties vervangen door intranet-applicaties, dan zal men gebruik moeten maken van produkten als Java of Active X. De zuivere Html/CGI-applicaties leveren te veel beperkingen om professionele toepassingen te ontwikkelen. De applicaties worden op de server geplaatst, waardoor deze steeds over het lan verstuurd moeten worden. Alleen het caching-mechanisme van de browser kan netwerkverkeer verminderen. Juist bij de client/server-toepassingen wordt er veelal niet voor gekozen om de programma’s op shared disk-drives te plaatsen, omdat dit te langzaam is. Microsoft heeft hiervoor met Active X de troef in handen door gebruik te maken van bestaande Windows-componenten; diverse routines hoeven niet vanaf de server te worden gehaald. Met Active X kunnen de Visual Basic- en C++-programma’s worden omgezet naar web-programma’s. Hierdoor kunnen bedrijven, die zich volledig willen toeleggen op de Microsoft-technologie, snel de bestaande applicaties gereedmaken voor een intranet.
Verder geldt dat men zich gauw zal moeten confirmeren aan een bepaalde browser. Enige afhankelijkheid is snel geïntroduceerd. Html heeft nu al dialecten, zoals we die ook bij SQL kennen. Java is ook nog steeds goed gestandaardiseerd, maar ook daarvan ontstaan al dialecten. De release-afhankelijkheid is eveneens groot. Internet-software kent een enorm snelle opeenvolging van nieuwe releases en updates. De IT-afdeling zal ook een hele kluif hebben aan het voeren van het juiste release-beleid voor de browsers. Dat komt vooral doordat de gebruikers gemakkelijk andere browsers of versies van een browser kunnen verkrijgen en er snel weer een nieuwe toepassing voor juist alleen die specifieke browser is ontwikkeld. Leveranciers zullen, zoals ze altijd al hebben gedaan, proberen klanten afhankelijk te maken. Hoe open hun technologie volgens henzelf dan ook mag zijn.
Platform-onafhankelijkheid en vermindering van de beheerskosten kunnen in de toekomst wel eens heel anders uitpakken dan verwacht. Het blijft echter koffie-dik kijken of het nu de thin client wordt uit de hoek van Netscape, Sun en Oracle, of de fat client die Microsoft voorstaat. Gaat het Internet-gebruik waar platform-onafhankelijkheid essentieel is, de toon zetten of wordt dit juist gedaan door de intranet-wereld, waar platform-afhankelijkheid acceptabeler is?
Met name bij het intranet, dat op Microsoft is gebaseerd, is de verleiding groot om een aantal zaken buiten de Internet-technologie om te regelen. Het intranet wordt dan gauw niet veel anders dan een lan, waaraan het een en ander is toegevoegd: een nieuw documenttype Html, een programma om diverse document- en objecttypen te bekijken en een extra protocol Http.
De huidige discussie tussen de zuiverheid van de technologie (zuiver Java en de Active X-oplossing) is eigenlijk niet meer dan een keuze tussen wel of geen platform-onafhankelijkheid. In grote lijnen zal er een tweedeling bij bedrijven ontstaan. Met name bij de relatief kleinere bedrijven zal de Microsoft-lijn succesvol zijn. Bij de grotere bedrijven waar onder andere IBM sterk vertegenwoordig is of waar een sterk heterogene architectuur aanwezig is, zal de Netscape- en Java-lijn populair zijn.
Voordelen
Het belangrijke voordeel van het intranet en de browser-technologie moet niet zozeer gezocht worden in het vervangen van de huidige informatieverwerkende systemen binnen het intranet. Belangrijker zijn de nieuwe informatievoorzieningen en de mogelijkheden van internet en extranet. Men kan zijn eigen besturingssysteem houden of kiezen, terwijl men met behulp van de browserprogramma’s van buiten het eigen netwerk kan draaien. Binnen het intranet blijkt met name het beschikbaar stellen van documenten en het publiceren van diverse soorten informatie een groot succes te zijn. Dit is ook de eerste en relatief meest eenvoudige toepassing. Organisaties kennen grote hoeveelheden documenten, waarvan het bestaan bij de medewerkers vaak in beperkte mate bekend is of waarvan men vaak een verouderde versie heeft. Het beschikbaar stellen van deze documenten op het intranet levert veelal een krachtige informatievoorziening.
Ook de extranetten kennen reeds diverse succesverhalen. Door zelf via het Internet de benodigde bestellingen direct in het systeem van de leverancier in te voeren, zijn vaak veel tijdswinst en een flinke kostenbesparing te behalen. Men hoeft niet meer te wachten op de verkoper en brochures. Ook het verzenden via de post van documenten wordt overbodig. Via het extranet van de leverancier is direct gedetailleerde productinformatie te verkrijgen en kan men een bestelling invoeren in het orderverwerkingssysteem.
De winst van de Internet-technologie ligt bij de nieuwe vormen van informatievoorziening en -verwerking en met name bij de verhoogde ‘connectivity’. Hoge verwachtingen ten aanzien van het vervangen en verbeteren van de huidige applicaties kunnen wel eens flink tegenvallen. Het geforceerd omzetten van bestaande systemen in een intranet-oplossing heeft wellicht als enige resultaat een flinke kostenpost. Het is belangrijk goed te kijken wat de huidige situatie is en wat de voordelen van verandering zijn. Richt men zich daarentegen op ontbrekende of bijna compleet nieuwe informatievoorzieningen, dan zouden wel eens op verrassende wijze grote verbeteringen in de bedrijfsprocessen te realiseren zijn.
Drs H.D. Bouman RI werkt als consultant bij Antares Informatisering. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven.