Vanaf het jaar 2002 is het mogelijk om waar ook ter wereld gebruik te maken van de verworvenheden van de digitale revolutie. Niemand zal meer afhankelijk van een glasvezelkabel om te kunnen surfen op het Internet of om mee te doen aan een video-vergadering. Tenminste, als de plannen van de firma Teledesic werkelijkheid worden: een netwerk van 840 satellieten waarover breedband-diensten tot in de verste uithoeken van de wereld worden aangeboden. Technisch onhaalbaar? Veel te duur? Niet volgens Bill Gates en Craig McCraw, de belangrijkste geldschieters van Teledesic.
Russel Daggat, president van Teledesic, vergelijkt de betekenis van de glasvezelkabel in de informatierevolutie graag met die van de spoorwegen in het negentiende-eeuwse Amerika. De economische en politieke expansie van de VS werd mogelijk door de aanleg van spoorlijnen. Hele steden werden verplaatst om maar in de buurt van de rails te zijn. Wie aan het spoor woonde had een verbinding met de wereld en kon profiteren van een heel scala van economische mogelijkheden. Wie niet aan het spoor woonde, leefde in de vergetelheid.
In ons tijdsgewricht is deze rol van de spoorwegen volgens Daggat overgenomen door de glasvezelkabel. Wie wil profiteren van de verworvenheden van de informatierevolutie, moet aangesloten zijn op glasvezel. Wie dat niet is, kan het wel schudden. Door de afhankelijkheid van de glasvezel is de mens nog steeds gedwongen te werken in overbevolkte stedelijke centra. Een wijze van leven die volgens McCaw, de filosoof van het Teledesic-project, botst met het gegeven dat de mens in essentie een nomadisch wezen is.
Voor mensen die niet willen werken en wonen in een met glasvezel bekabelde mierenhoop en voor allen aan wie de informatierevolutie voorbij lijkt te gaan omdat ze niet bij een glasvezelkabel wonen, gloort er nu hoop: Teledesic. Het bedrijf dat zijn hoofdkwartier heeft in Kirkland bij Seattle, wil met een netwerk van 840 satellieten tweewegs-breedbanddiensten brengen naar alle uithoeken van de aarde. Het motto van Teledesic zou kunnen zijn: ‘weg met de dictatuur van de glasvezel’. Iedereen moet vanaf het jaar 2002 via de satellieten van Teledesic vanaf alle plaatsen op de aardbol draadloos kunnen surfen op het Internet, E-mailen, deelnemen aan videovergaderingen en multimedia-programma’s bekijken.
Uiteraard bestaan er meerdere plannen voor satellietsystemen. De firma Orbcomm is bijvoorbeeld al begonnen met het lanceren van in totaal 28 satellieten. Deze moeten het mogelijk maken om korte digitale boodschappen te versturen over het grootste deel van de aardbol. Met de uitgebreide satellietsystemen van Iridium (66 satellieten), Globalstar (48 satellieten), ICO Global (10 satellieten) en Odysey (12 satellieten) zal het vóór het jaar 2000 mogelijk zijn over de hele aarde draadloos te bellen en datafiles te versturen. Maar Teledesic gaat een paar stappen verder: het satellietsysteem gaat alle breedband-diensten aanbieden die ook via glasvezel mogelijk zijn.
‘Ik zit op de noordpool’
In de publiciteit is Teledesic vooral verbonden met de namen van Bill Gates van Microsoft en Craig McCaw van McCaw Cellular Communications. De echte geestelijke vader van het Teledesic-concept is echter de 64-jarige zakenman Ed Tuck. In de jaren tachtig verdiende hij een lieve som geld met zijn aandeel in Magellan, een handzaam global positioning system. Hiermee bepalen ondermeer vissers en bergbeklimmers hun exacte positie aan de hand van een signaal dat wordt weerkaatst door een satelliet. Tuck bedacht dat het aardig zou zijn wanneer de gebruiker met hetzelfde systeem naar huis kon bellen. In zijn eigen woorden: "Hallo mamma, ik zit op de noordpool."
Tuck wist in 1988 Craig McCaw, de toenmalige eigenaar van McCaw Cellular Communications, te interesseren voor zijn idee. McCaw, die zijn onderneming had uitgebouwd tot het grootste bedrijf ter wereld op het gebied van mobiele telefonie, stond bekend als een visionair ondernemer die wel te porren was voor een gedurfd initiatief. McCaw wierp zich op als de drijvende kracht achter Teledesic en lanceerde het idee om de satellieten niet alleen geschikt te maken voor telefonie maar voor een heel scala van breedband-toepassingen. Het was inmiddels wel duidelijk dat Teledesic een enorm groot en enorm duur project zou worden. McCaw en Tuck gingen op zoek naar bondgenoten. Toen Bill Gates in december 1993 naar Hawai vertrok om daar te trouwen met Melinda French had hij – behalve de trouwringen – ook een rapport bij zich van McCaw. De titel van het rapport luidde ‘Teledesic’.
In maart 1994 maakte Teledesic zijn plannen bekend. Gates had toegehapt en beloofd in ieder geval vijf miljoen dollar in het project te steken. De plannen om 840 satellieten in een lage baan om de aarde te brengen en het prijskaartje van negen miljard dollar werden met een golf van publiciteit en een mengeling van bewondering en ongeloof ontvangen. Te duur, te gecompliceerd en te kwetsbaar, meenden de deskundigen. Volgens velen zou het bovendien vrijwel onmogelijk zijn om alle benodigde internationale vergunningen te krijgen voor de zendfrequenties en grondstations. Kortom: scepsis alom. De redenen waarom Teledesic toch serieus genomen werd, moeten gezocht worden in de reputatie en de financiële trekkracht van Gates en McCaw.
De technologie
Het uitgangspunt van Teledesic is dat het ruimte-netwerk een volwaardige tegenhanger moet zijn van het glasvezelnetwerk op aarde. Teledesic wil wereldwijd dezelfde diensten leveren als via glasvezel mogelijk is, met dezelfde kwaliteit en betrouwbaarheid. Het ontwerpteam van Teledesic concludeerde al in een vroeg stadium dat er op de frequenties die traditioneel gebruikt worden voor satellietverbindingen te weinig ruimte bestond. De enige mogelijkheid om voldoende radiofrequenties te krijgen lag in de microgolven van de zogeheten Ka-band.
Het probleem met de Ka-band is dat deze frequenties gemakkelijk worden geblokkeerd door hoge gebouwen, bomen, bergen en natuurverschijnselen, zoals regen. Om een goede ontvangst te garanderen moet een satelliet meer dan vijftig graden boven de horizon staan. Het ontwerpteam koos dan ook voor leo-satellieten (low earth orbit) die op een hoogte van zo’n zes kilometer boven de aarde rondcirkelen. Leo’s hebben weliswaar een kleine footprint (bestreken oppervlak), maar geven niet de vertraging die ontstaat als een signaal verstuurd moet worden via een Geo-satelliet (geostationary earth orbit) die op een hoogte van 36.000 kilometer stationair boven de evenaar hangt. Deze vertraging van ongeveer een halve seconde is hinderlijk bij telefoongesprekken en is niet te combineren met verschillende protocollen voor dataverzending.
Na de keuze voor de Ka-band en de leo’s was met een eenvoudige rekensom te bepalen hoeveel satellieten er nodig zouden zijn om bijna honderd procent van het aardoppervlak te bestrijken. Dat waren er 840; meer satellieten dan er vandaag de dag in totaal om de aarde cirkelen. Geen wonder dus dat David Patterson, hoofd van het ontwerpteam en voorheen ontwerper van het glasvezelnetwerk van de telefoonmaatschappij Sprint, dacht dat hiermee de kous af was. Het bouwen van één satelliet kost immers al honderd miljoen dollar. Teledesic werd dus veel te duur. Er zou ook nooit voldoende lanceercapaciteit zijn om al die satellieten de lucht in te krijgen. Tenslotte waren er grote problemen bij het ontwerpen van de apparatuur die een dergelijk gigantisch netwerk van satellieten kan beheren. De problemen leken onoplosbaar. Maar het sein van de geldschieters – Gates, McCaw en Tuck – liet niet lang op zich wachten: doorgaan!
Computers met satellietschotels
Volgens de technici van Teledesic zijn de meeste technische problemen inmiddels opgelost. In het jaar 2002 kan een abonnee van een serviceprovider die bij Teledesic is aangesloten, overal ter wereld gebruik maken van de satellieten. Zijn computer is dan uitgerust met een kleine phased array antenne, een signaaldecoder en een zender/ontvanger waarmee hij een verbinding maakt met de Teledesic-satelliet die op dat moment boven de cel is waarin hij zich bevindt. De gebruiker maakt een keuze uit de bandbreedte die hij nodig heeft. Hoe meer bandbreedte, hoe hoger het tarief.
Omdat het hele Teledesic netwerk zich met een snelheid van 24.000 kilometer om de aarde wentelt, staat een satelliet slechts kort boven de cel waarin de verzender zich bevindt. Het inkomende signaal moet daarom binnen een paar minuten worden overgedragen aan de volgende satelliet die meer dan vijftig graden boven de horizon staat. Een soepele ‘handover’ is noodzakelijk voor het goed functioneren van het systeem. Het hele systeem moet in 2002 een totale capaciteit hebben van twee miljoen duplex-verbindingen van 16 Kb. Bij het ontwerp is er van uit gegaan dat over een periode van tien jaar zo’n dertig procent van de satellieten zal moeten worden vervangen.
Aandeelhouders
Gates en McCaw hebben ieder met 37,6 procent van de aandelen de grootste belangen in Teledesic. Ed Tuck, de geestelijke vader van het concept, bezit 7,1 procent van de aandelen. De zestig werknemers van Teledesic hebben samen 2,3 procent. Een verrassende participant is de telefoongigant AT&T dat 15,4 procent van de aandelen verwierf toen het McCaw Cellular Communications overnam van Craig McCaw. De aandelen zijn niet publiekelijk in omloop gebracht en er is dus ook geen notering op Wall Street. Het is niet bekend hoeveel geld de aandeelhouders al in Teledesic hebben gepompt. Wel is zeker dat Gates al veel meer heeft geïnvesteerd dan de oorspronkelijke vijf miljoen dollar.
De miljoenen van Gates en McCaw zijn natuurlijk peanuts vergeleken bij de negen miljard dollar die nodig zijn om Teledesic op zijn plaats te krijgen. Om het project voor deze prijs te realiseren zullen ook de kosten voor het bouwen en lanceren van satellieten drastisch naar beneden moeten. Op dit terrein is echter in Motorola’s Iridium-project baanbrekend werk verricht. Door de 66 Iridium-satellieten in serieproduktie te maken is Motorola erin geslaagd de bouwkosten van één satelliet terug te dringen van honderd miljoen dollar naar vijftien miljoen dollar. Bij de massaproduktie van de Teledesic-satellieten moet de prijs nog verder terug; naar 5,5 miljoen dollar per stuk.
Omdat Teledesic een mondiaal project is, mikt president Daggat op het binnenhalen van een internationale groep investeerders. Hij denkt daarbij aan allianties met de ondernemingen die de satellieten gaan bouwen en lanceren en met de telcombedrijven die in de toekomst de diensten van Teledesic wereldwijd moeten gaan aanbieden. Of Teledesic al harde afspraken met bepaalde investeerders heeft gemaakt, is niet bekend. Daggat meent dat Teledesic pas naar de beurs gaat als de eerste satellieten op hun plaats aan het firmament staan.
Internet in the Sky
Toen de plannen van Teledesic in maart 1994 bekend werden gemaakt, overheerste de scepsis. Maar de wereld is in drie jaar tijd veranderd, en daarmee ook de kansen van Teledesic. Er zijn belangrijke doorbraken geweest op het terrein van computergestuurde satellietsystemen en van schakeltechnieken in de telecommunicatie. Teledesic is er, ondermeer door steun uit ontwikkelingslanden, in geslaagd van de International Telecommunications Union vergunningen te krijgen voor het gebruik van de frequenties op de Ka-band. Motorola heeft met Iridium aangetoond dat het mogelijk is een miljardenkapitaal bij elkaar te krijgen voor het bouwen van een satellietsysteem. Het in de lucht brengen van Teledesic is geen utopie meer. Maar de vraag is nog steeds of het systeem rendabel zal zijn.
Teledesic profiteert vooral van ontwikkelingen die ook Gates en McCaw niet hebben voorzien: de stormachtige groei van het Internet en de toenemende populariteit van het World Wide Web. Drie jaar geleden hadden de vertegenwoordigers van Teledesic grote moeite om hun idee duidelijk te maken aan de wereld. Nu verkoopt Teledesic het satellietnetwerk gewoon als het ‘Internet in the Sky’: satellieten waarmee leerlingen op Groenland kunnen surfen op het Internet. De connectie tussen Teledesic en het Internet werd in april vorig jaar nog eens benadrukt toen het bedrijf Hans-Werner Braun binnenhaalde als Chief Network Architect. Braun was in de jaren tachtig een van de belangrijkste architecten van het Internet.
In 1995 verklaarde Bill Gates in een interview dat het wel tot 2007 zal duren voordat Teledesic winst gaat maken. Maar als de honger van de mensheid naar digitale beelden, geluid en data sneller groeit dan de capaciteit van de telcombedrijven om de wereld te bekabelen met glasvezels, dan heeft Teledesic waarschijnlijk een gouden toekomst. Sommige deskundigen blijven echter sceptisch. John Pike, een satellietexpert van de Federation of American Scientist, meent dat Teledesic een grote gok blijft. Hij zegt in het Amerikaanse blad Fortune: "Ik denk dat het onwaarschijnlijk is dat Teledesic gerealiseerd wordt en dat het winstgevend zal zijn. Maar als het wèl lukt en er wèl geld mee verdiend kan worden, dan zal dat een onvoorstelbare hoeveelheid zijn".
Teake Zuidema,
freelance medewerker van Computable
Teledesic
De naam Teledesic is een samentrekking van telecommunications en geodesic. Het begrip geodesic verwijst naar het geodetische netwerk van 20.000 cellen waarin de aarde voor het gebruik van Teledesic is opgedeeld. Iedere cel heeft een afmeting van 53 bij 53 kilometer. Alle phased array antennes binnen zo’n cel worden bediend door één van de 840 Teledesic-satellieten. Als de hoek tussen de antennes in een cel en de satelliet groter wordt dan 40 graden, worden de signalen overgedragen aan de volgende satelliet.
SS-18 raketten
Bill Gates is in onderhandeling met Rusland en Oekraïne. Hij wil van hen oude SS-18 raketten opkopen om de Teledesic-satellieten de lucht in te schieten. Dit meldde Wall Street Journal onlangs.
Volgens Daniel Kohn, marketingmanager van Teledesic, zijn de SS-18 raketten zeer betrouwbaar. Hun lange staat van dienst heeft dat bewezen. Met het opkopen van de rakketten uit het voormalige Oostblok denkt Teledesic twee vliegen in één klap te kunnen slaan. Aan de ene kant heeft Teledesic grote behoefte aan lanceercapaciteit. Aan de andere kant wordt een essentiële bijdrage geleverd aan het streven het aantal wapens in de wereld te verminderen. Eén SS-18 raket, bijgenaamd ‘Satan’ vanwege de destructieve kracht van de tien kernkoppen, kan in principe maximaal zeven satellieten de lucht in schieten.
"We kunnen meneer Gates zeer goedkoop lanceerinrichtingen aanbieden. Ze staan op de nominatie om te worden gesloopt", aldus Ivan Safranov van het Russische ministerie van Defensie, die een lancering op minder dan 15 miljoen dollar schat. Er is inmiddels een Russisch-Oekraïns consortium opgericht dat wil zorgdragen voor een aantal lanceringen.