Dit jaar zullen Cisco, 3Com, IBM en Ipsilon nieuwe schakeltechnieken introduceren voor communicatie op basis van het Internet Protocol (IP). De nieuwe IP-schakelmethodes versnellen Internet-verkeer over bestaande netwerken vijf tot tien keer. Voorlopig zaaien de concurrenten echter vooral verwarring rondom de standaarden.
Met de huidige meest geavanceerde technieken kunnen routers ongeveer 1 miljoen pakketjes per seconde doorsluizen. Met de nieuwe IP-schakeltechnieken zijn ze in staat om vijf tot tien keer zoveel dataverkeer door te geven. Volgens sommigen is IP-schakelen de grootste verandering in netwerk-technologie sinds de opkomst van routers in de jaren tachtig.
De verschillende spelers hebben alle hun eigen methodes voor het versnellen van Internet-verkeer. Dat maakt de op handen zijnde ontwikkelingen nogal verwarrend. Cisco noemt zijn aanpak ’tag switching’, 3Com heeft ‘Fast IP’, IBM gebruikt de term ‘aggregate route-based IP switching’ (Aris) en Ipsilon gebruikt ‘IP switching’. Een werkgroep van de Internet Engineering Task Force (Ietf) bespreekt de verschillende voorstellen momenteel. Toshiba, dat eerder een eigen standaard voor IP-schakelen had voorgesteld, ondersteunde inmiddels de voorstellen van Cisco. Tag-switching van Cisco lijkt ook veel op Aris van IBM. Momenteel voeren beide bedrijven besprekingen om tot één oplossing te komen.
Bestaande infrastructuur
De nieuwe technieken werken met de bestaande infrastructuur. Simpel gezegd komen de voorstellen erop neer dat routers en switches de langsstromende informatie zoveel mogelijk met rust laten. Fast IP van 3Com wordt in gang gezet vanuit een bureaucomputer of een switch in het bedrijfsnetwerk. De eerste stap is het overzenden van informatie met een doeladres en een afzender. Nadat de ontvanger een ‘handshake’ heeft teruggestuurd, zet de router de verbinding open tussen de twee eindstations. De router reserveert een fysisch open verbinding tussen de twee punten en verifieert niet steeds opnieuw de langsstromende informatie.
Bij tag-switching van Cisco kijken de routers en schakelaars niet meer naar de zogenaamde IP-header, maar naar de ’tag’, een veel eenvoudiger adres. Terwijl de IP-header ondermeer adres- en afzender-informatie bevat, is de ’tag’ te vergelijken met een postcode. Doorsturen op basis van de tag-informatie scheelt tijd. Momenteel verwerken routers alle informatie in de IP-header, brengen daar veranderingen in aan en sturen de gegevens dan pas door. De IP-header bevat bijvoorbeeld informatie over de levensduur van verzonden pakketten, zodat ze kunnen worden verwijderd als ze te lang rondzwerven. Dat betekent dat IP-schakelen beperkt is tot de deelnetwerken van Internet. Deze netwerken zijn op elkaar aangesloten door zogenaamde rand-routers die wel alle controles en bewerkingen op de langsstromende informatie moeten doorvoeren. Wereldwijd vormen rand-routers de bottleneck. Maar dat is niet erg, want het drukste Internet-verkeer gaat over de deelnetwerken.
Cisco levert 85 procent van alle Internet-routers en heeft een zwaarwegende stem in het overleg over nieuwe standaarden. IBM, 3Com en Cascade Communications hebben zich inmiddels verenigd om tegenwicht te bieden aan Cisco. Zij zullen oplossingen voor IP-schakelen bieden ten behoeve van openbare en bedrijfsnetwerken op basis van; 3Com’s Fast IP voor lokale netwerken, Cascades’ IP Navigator voor wan’s en IBM’s MSS Server. Een woordvoerder van 3Com spreekt tegen dat het bedrijf de software voor Fast IP gratis beschikbaar zal stellen.