Overheidsautomatisering blijft een boeiend domein, zo blijkt deze week uit een verslag in Computable. De Friese Burgerlijke Stand moet tweetalig zijn. Dat is de prijs die Nederland moet betalen, willen we voorkomen dat de Friezen zich nog voor de eeuwwisseling hebben afgescheiden. Alleen hoe realiseer je dat.
Verschillende huisleveranciers van Friese gemeenten kwamen met doorwrochte offertes voor de dag. Moeilijk, moeilijk, tja een halve ton ben je zo kwijt voor een dergelijke taalmodule.
Op Ameland, dat zich voor hetzelfde probleem zag gesteld, maakte de medewerker die het meeste verstand van Wordperfect had in no-time een fraaie macro waarmee documenten in het Fries èn Nederlands geprint kunnen worden. Geen vuiltje aan de lucht.
Hij veranderde bovendien met hetzelfde gemak zijn afdeling ‘cost centre’ in een ‘profit centre’ door zijn uitvinding voor het luttele bedrag van 2000 gulden te verkopen aan een aantal bevriende gemeenten.
Uit de prijsstelling van de verschillende leveranciers blijkt dat er maar een slag naar geslagen wordt; de overheid betaalt wel. Van een reële prijs/prestatie-berekening is geen sprake.
Volgens velen zijn de wilde cowboy-jaren in de automatisering achter de rug. Het Friese voorbeeld laat zien dat er weinig voor nodig is om de cowboy-hoed weer uit de kast te halen.