Een diepe, donkerbruine acteursstem dondert: "let’s take the splash." Tot verbazing van duizenden opeengepakte toeschouwers stort een waterval op het podium neer. Spektakel, humor, een paar kritische noten over Netscape en Microsoft en vooral veel vertrouwen in de nieuwe web-produkten zijn de ingrediënten van Lotusphere, een vierdaagse gebruikers- en businesspartners-conferentie.
Analisten waren al wantrouwig toen IBM voor 3,5 miljard dollar het kwijnende Lotus overnam. Deze exercitie bezat niet veel slaagkans. IBM had een reputatie hoog te houden in het doodknuffelen van overgenomen bedrijven. Nu, bijna twee jaar later, ziet het er allemaal heel wat rooskleuriger uit dan zwartkijkers hadden voorspeld. Notes is tot wasdom gekomen en op het Web speelt Lotus een rol met de nieuwe Domino-server. Eind dit jaar zullen 18 miljoen Notes-clients in gebruik zijn, voorspelt een agressieve Jeff Papows, Lotus’ president directeur – een stijging van 90 procent ten opzichte van eind 1996.
Bevrijd van de druk van aandeelhouders, die direct resultaten willen zien, en voorzien van een handvol zakgeld van IBM, kon Lotus de prijzen voor de Notes-client verlagen, marketingcampages starten en een nieuwe versie uitbrengen die Notes naar het Web brengt. Zelfs in de applicatiesuite-markt is men erin geslaagd marktaandeel te winnen. Lotus heeft nu 30 procent van de markt, behaald met het bijna afgeschreven Smartsuite. Met een nieuwe versie in aantocht (die dit voorjaar beschikbaar moet komen) en een in (Java-) componenten geschreven versie voor Java en NC’s (network computers) die op stapel staat, liggen de kaarten gunstig.
Flop
Bij een bezoek in 1985 aan Lotus Development in Cambridge, een aan Boston vastgegroeide stad, troffen we een zelfbewuste organisatie. Lotus stond aan de top van roem en macht. Het in 1982 door Mitch Kapor opgerichte bedrijf was in recordtempo een van de grootste softwarebedrijven ter wereld geworden. Het succes was bijna volledig gebaseerd op het succes van 1-2-3, een spreadsheet dat destijds voor een kleine duizend gulden werd verkocht. In 1985 was 1-2-3 goed voor 70 procent van Lotus’ omzet van 225 miljoen dollar. Aangespoord door dat succes dacht Lotus de PC-markt te kunnen domineren.
Voortdurend nieuwe produkten ontwikkelen of aankopen was de strategie. Zo ontstond de Smartsuite, met daarin een tekstverwerker, een database, grafische- en presentatie-software en een agenda. Tenslotte werd ook Notes in het produktgamma opgenomen. Door de oorspronkelijke ontwikkelaar, Iris Associates, in te lijven kwam dit interessante – maar voor veel mensen moeilijk te doorgronden – groupware-produkt onder de hoede van Lotus.
Geen van deze nieuwe produkten kon echter het succes van 1-2-3 ook maar bij benadering evenaren. Eerder pogingen om bijvoorbeeld in de Macintosh-wereld te penetreren met een nieuwe suite, Jazz, waren al uitgelopen op een flop. Lotus bleef in de grond van de zaak een bedrijf dat dreef op één produkt. Intussen werd de druk van Microsoft almaar groter. Op elk terrein waarop Lotus succes had kwam Bill Gates met een tegenhanger: Excel tegen 1-2-3, Word tegen Amipro en Powerpoint tegen Freelance Graphics.
Vijandige overname
Een kortstondige piek in de verkoop van Smartsuite en Notes dreef in het voorjaar van 1994 de aandelenkoers van Lotus op naar een hoogtepunt van 86 dollar. Daarna begon het bedrijf aan een snelle neergang. Het raakte achter met introduktieschema’s en er werd tevergeefs in het management heen en weer geschoven. Het afblazen van Improv, dat het antwoord had moeten worden op het goed verkopende Excel van Microsoft, was zowel financieel als emotioneel een aderlating. Dat jaar werd op een omzet van 971 miljoen dollar een verlies geleden van 20,9 miljoen. De koers stortte in en bereikte een dieptepunt op 29 dollar. De situatie verslechterde verder in het daaropvolgende jaar. Alleen al in het eerste kwartaal van 1995 raakte het bedrijf voor 17,5 miljoen dollar in de rode cijfers. Met slechts één marktleider in de produkt-portefeuille, cc:Mail – elektronische postsoftware die het in 1991 had verworven – kon Lotus geen vuist maken. En dan was er natuurlijk nog Notes, een groupware-pakket, dat volgens analisten de toekomst van Lotus zou bepalen.
Wat Notes precies is en wat het voor een bedrijf doet, was moeilijk uit te leggen aan potentieel geïnteresseerden. ‘Iets met e-mail, discussiegroepen en een database’ was ongeveer de duidelijkste omschrijving die we destijds konden horen. Toch leek Notes aan te slaan. In 1993 was het goed voor 100 miljoen dollar van Lotus’ omzet van 981 miljoen dollar. Het jaar daarop haalde het al 251 miljoen dollar bij een omzet van 971 miljoen dollar. De opkomst van Notes kon echter de problemen niet langer verbloemen. Lotus 1-2-3 verloor snel marktaandeel en de prijzen voor PC-software stonden sterk onder druk. Terwijl Lotus financieel langzaam doodbloedde, werden de overnamegeruchten luider en luider. Vele namen werden genoemd; uiteindelijk werd het IBM. Via een vijandig bod, het eerste in de geschiedenis van IBM, werd Lotus ingelijfd. De prijs die IBM betaalde, 64 dollar per aandeel, was genereus; meer dan twee keer de beurskoers van dat moment.
Wat zag IBM in dat bijna teloorgegane PC-softwarebedrijf? Ten eerste was men ervan overtuigd dat Notes een cruciale rol zou kunnen spelen in een wereld waarin communicatie belangrijker wordt. Verder was men geïnteresseerd in het creatieve talent. Het moet dan ook een opluchting zijn geweest dat Ray Ozzie, de ontwikkelaar die verantwoordelijk was voor het idee van Notes, snel te kennen gaf Lotus trouw te zullen blijven, ook na een vijandige overname door IBM. Ten slotte was er het succesvolle businesspartner-programma van Lotus. Meer dan twaalfduizend bedrijven in de hele wereld (waaronder tientallen bedrijven in Nederland) installeren, onderhouden en ontwikkelen voor het Notes-platform. Zo’n grote groep ontwikkelaars is niet te veronachtzamen.
IBM was vastbesloten om deze overname niet te laten mislukken. Het merk ‘Lotus’ zou men laten voortbestaan en men zou zich niet bemoeien met de zakelijke plannen van de nieuwe dochter. Lotus is nu een ‘independently managed’ IBM-dochter, zoals het officieel heet. De meeste topmanagers van Lotus, waaronder Jim Manzi, vertrokken binnen enkele maanden na de overname. Alleen de directeur Verkoop, Deb Besemer, bleef. Manzi’s opvolger Michael Zisman deed afgelopen herfst wegens familie-omstandigheden een stapje terug en is nu vice-president onder Jeff Papows.
De opkomst van Notes
Lotus begon al snel de voordelen te ondervinden van het feit dat het onderdeel uitmaakt van een machtig computerbedrijf. Tot dan toe had het de strategie gevolgd om Notes te positioneren als een dure, maar krachtige oplossing voor grotere bedrijven. Dat was deels noodzakelijk en deels juist. Noodzakelijk omdat Lotus de inkomstenstroom hard nodig had om nieuwe produkten te ontwikkelen. Juist omdat Notes inderdaad complexe en krachtige software is, die in eerste instantie vooral grote bedrijven voordeel zal opleveren. De relatief hoge prijs voor Notes-clients en -servers was evenwel een obstakel voor verdere groei.
Deze strategie kon het bedrijf nu loslaten. Binnen IBM’s 12 miljard dollar grote softwaredivisie neemt Lotus maar 17 procent van de omzet voor zijn rekening. Een prijzenactie bij Lotus heeft nauwelijks gevolgen. Bijna direct na de overname werd de prijs voor een Notes-client meer dan gehalveerd tot 69 dollar, nauwelijks duurder dan bijvoorbeeld het nu aangekondigde Netscape Communicator (49 dollar). Om de verkoop verder aan te jagen, plaatste IBM 350 verkopers op Notes, waarmee de totale Notes-verkoopstaf op een respectabele 1500 mensen komt. Verder heeft Lotus via IBM gemakkelijker toegang gekregen tot de grootste bedrijven ter wereld.
Dat alles mist zijn effect niet. In de eerste zes maanden na de overname werd Notes marktleider. Het produkt won 2,75 miljoen nieuwe gebruikers. Marktleider tot nu toe, Novell Groupwise, kreeg er 2,1 miljoen mensen die het produkt benutten bij. Eind 1995 was Groupwise evenwel nog steeds het wijdst verbreide groupware-produkt met 5,56 miljoen gebruikers, Notes kwam op 4 miljoen, aldus cijfers van marktonderzoeker International Data Corporation. In de eerste helft van 1996 nam Notes echter ruim afstand van de concurrentie met 1,61 miljoen nieuwe gebruikers. Groupwise en de nieuwkomers Microsoft Exchange Server en Netscape Suitespot deelden de resterende 2,69 miljoen nieuwe klanten. Lotus claimt eind 1996 9,5 miljoen Notes-adepten, ruim een verdubbeling in een jaar tijd.
Met de fondsen van IBM kan Lotus het zich permitteren de produktontwikkeling en het niveau van de service (door Lotus-managers openlijk bestempeld als een pijnpunt) op te voeren. "Sinds de overname", zegt Roland Hameeteman (37), mede-oprichter en directeur van het Nederlandse E-office, een Notes-businesspartner uit Huis ter Heide, "worden bugs veel sneller verholpen." E-office is een voorbeeld van de opkomst van Notes. Zes jaar geleden startten de twee oprichters zonder personeel, nu heeft het bedrijf ongeveer zestig mensen in dienst.
Webserver-software
Verreweg de belangrijkste gebeurtenis voor Notes was de lancering, enkele maanden geleden, van Domino. Dat is een Notesserver die de eigen applicaties benaderbaar maakt voor webbrowsers. Je hebt geen Notes-client meer nodig om Notes-applicaties te gebruiken. Op deze manier hoopt Lotus de bedreiging van de op open webstandaarden gebaseerde groupware van Netscape te pareren.
Domino kan gezien worden als webserver-software compleet met ontwikkeltools, Notes-database, beveiliging en beheer-hulpmiddelen zoals die al in Notes aanwezig zijn. Wie een website wil ontwikkelen heeft aan Domino en Adobe Photoshop voldoende, zo luidt de claim van Lotus.
Domino is ook voor grote bedrijven interessant omdat het nu mogelijk is om met slechts één grote server een enorm intranet te bouwen. IBM heeft aangekondigd dat Domino beschikbaar komt voor zowel S/390 mainframes als AS/400 midrange-systemen. Met de mainframe-versie zal men tienduizend Notes-gebruikers kunnen bedienen, en dat aantal moet in de toekomst opschaalbaar zijn naar tenminste het drievoudige, aldus een IBM-woordvoerder op Lotusphere ’97. Het bundelen op één systeem bespaart in onderhoud- en beheerkosten.
Met de introductie van een ander produkt, de Domino Merchant-server, hoopt Lotus een belangrijke speler te worden in het beveiligde transactie-verkeer over het Web. Domino Merchant zorgt voor controle en voor de afhandeling van orders en andere functies die noodzakelijk zijn voor het doen van zaken op Internet.
Met de komst van Domino is Lotus fabrikant van webserver-software geworden. Notes 4.5 is de clientsoftware en Domino (‘Domino 4.5 powered by Notes’, zoals het officieel heet) de server. Naast Domino heeft Lotus een reeks nieuwe produkten voor het Notes-platform uitgebracht, zoals applicaties, modules die een reeks aan databases toegankelijk maken voor Notes, en applicaties die de migratie van verouderde e-mail-systemen als IBM’s Office Vision en Digitals All-in-one naar Notes moet vereenvoudigen. Met verschillende telecombedrijven en Internet-serviceproviders heeft Lotus overeenkomsten gesloten voor het leveren van publieke Notes-diensten.
Naar open standaarden
De overname door IBM bracht nog een belangrijk voordeel. Er komen grotere marketingbudgetten beschikbaar. Voor dit jaar zou Lotus een budget van 70 miljoen dollar tot zijn beschikking hebben, het dubbele van vorig jaar. De reclame-inspanningen zijn dan ook opgevoerd. Voor het eerst zijn televisie-reclamespotjes gemaakt. In de aankleding van de gebruikers- en businesspartners-conferenties wordt ook veel tijd en geld gestoken. In Orlando huurde men een avond lang Disney’s Magic Kingdom af voor 9000 gasten. En naast de Orlando-conferentie (voor het tweede achtereenvolgende jaar uitverkocht) is nu in Nice een Europese versie georganiseerd.
Het herwonnen zelfvertrouwen is nog vers. "Vorig jaar om deze tijd", vertelt een van de topontwikkelaars in Orlando, "waren we nog in de wolken vanwege de lancering van Notes 4.0. Maar halverwege het jaar zakte de stemming. ‘Notes is dood, leve het Web’, riepen de analisten. Maar nu, met de introductie van Domino, zijn we terug."
Mike Zisman, Lotus’ vice-president voor strategie, vreest de nieuwe concurrenten Netscape en Microsoft niet. Novells Groupwise wordt zelfs niet eenmaal genoemd. Zisman noemt de aanvallen van Netscape ondoordacht. "Ze weten niet wat ze niet weten. Netscape wil Notes gaan bouwen. Dat is geen strategie. Vorig jaar dacht men bij Netscape nog dat een universele, lichte client alles zou kunnen. De dikke client, lees Notes, had geen toekomst. Wie nu naar Communicator kijkt ziet een dikke client: een klein deel browser en een groot deel groupware."
Het omarmen van Internet-standaarden door Lotus betekent overigens niet dat men de Notes-client ten grave draagt. De overgang naar webtechnologie zal een zeer geleidelijke weg worden, om de bestaande Notes-gebruikers en -ontwikkelaars zo min mogelijk voor het hoofd te stoten. De overstap naar open standaarden is Lotus meegevallen. "Wij", zegt Zisman, "konden intranet-ondersteuning makkelijker toevoegen dan Microsoft en Netscape." Verder heeft Lotus zijn kaarten gezet op Java. "We geloven er heilig in", aldus Zisman. "Samen met IBM zijn we de grootste ontwikkelaars voor Java-applicaties."
Louis Gerstner, IBM’s president-directeur, is tevreden. Tijdens zijn korte toespraak op Lotusphere roemt hij Lotus ("Notes is ons kroon-juweel") en deelt hij tikjes uit ("Domino is lichtjaren vooruit op de concurrentie"). Wat peptalk gaat hij niet uit de weg ("in Japan hebben we vorig jaar één miljoen Notes-clients verkocht"), en hij citeert met genoegen uit een onderzoeksrapport waarin groupware-produkten van Netscape en Microsoft onder het kopje ’two emperors duelling naked’ worden samengevat.
Het meeste indruk maakt echter een demonstratie van de applicatie-divisie, de divisie die ook de Smartsuite op de markt brengt. Men laat een paar gelikte Java-applicaties zien, opgebouwd uit losse componenten, zoals een tekstverwerker, spreadsheet, kalender, agenda en persoonlijke database, presentatie-graphics, e-mail en een planningssysteem. Deze Java-‘apps’ draaien overal waar een Java ‘virtual machine’ draait, of dat nu een browser, een besturingssysteem of een NC is. "Netwerkcomputers", zegt Mike Zisman, "zullen in de terminalmarkt belangrijk worden. Ik was eerst afwachtend, maar als je er goed over nadenkt: wie weet hoeveel terminals er nog staan die vervangen gaan worden door een NC."
Nieuw leven inblazen
Het lijkt erop dat IBM deze keer een acquisitie goed heeft uitgevoerd. Het overgenomen bedrijf is in zijn waarde gelaten en behoudt een ruime mate van zelfstandigheid. Het menselijk kapitaal, in de vorm van ondermeer Notes-ontwikkelaar Ray Ozzie, wordt gekoesterd. Samenwerking op punten waar beide partijen voordeel kunnen behalen wordt doorgevoerd. Lotus bouwt bijvoorbeeld Domino-versies voor mainframes en midrange-systemen van IBM. Op zijn beurt verkoopt IBM Notes aan grote klanten. Bovendien werd de al bijna ten grave gedragen Smartsuite nieuw leven ingeblazen. Door de IBM-marketingmachine in werking te zetten, werd zowaar marktaandeel gewonnen.
De financiële wereld heeft inmiddels opnieuw vertrouwen in IBM. De aandelenkoers kon weer boven de 160 dollar kijken. Enkele jaren geleden bewoog deze zich nog onder de 50 dollar. De hoge koers maakt het voor IBM mogelijk om nieuwe projecten goedkoop te financieren en om medewerkers te belonen in aantrekkelijke aandelenopties.
Dat IBM een bijzonder bedrijf heeft binnengehaald mag blijken uit het vrijwillige stapje terug dat Lotus-directeur Mike Zisman deed ten faveure van Jeff Papows. Zisman wilde na het overlijden van zijn vrouw meer tijd voor zijn gezin vrijmaken. Als vice-president voor strategie werkt hij nu veel thuis (in deeltijd), een unicum voor Amerikaanse en voor Nederlandse begrippen.
Ad Mulder, freelance medewerker Computable
Notes-gebruik
Notes’ reputatie als geavanceerde groupware ten spijt, gebruiken verreweg de meeste mensen alleen de e-mailfuncties. Dit blijkt uit een onderzoek onder 1633 gebruikers, uitgevoerd door Arthur Andersen Business Consulting en de Ucla, een Californische universiteit. Zeventien bedrijven en organisaties werden in de periode juni-november 1995 gevraagd deel te nemen aan een enquête. Het gemiddeld aantal Notes-gebruikers per organisatie of bedrijf bedroeg 3000. De respondenten hebben gemiddeld 23 maanden ervaring met Notes.
Domino, mini’s en mainframes
Op de Lotusphere ’97 liet Lotus er geen twijfel over bestaan. IBM en Lotus komen met een versie Domino 4.5 voor zowel IBM’s S/390 mainframes als AS/400 midrange-systemen. Een AIX-versie 4.2 voor de IBM RS/6000 Unix-systemen is deze maand leverbaar. Daarmee wordt Domino 4.5 leverbaar op elk belangrijk IBM-platform. Van de mainframe- en AS/400-markt verwacht Lotus-president Jeff Papows veel. "Er zijn wereldwijd een 16 miljoen AS/400-eindgebruikers, waaronder nogal wat Officevision-clients."
De mainframe-versie moet het vooral hebben van de schaalbaarheid. IBM zegt dat Domino op een S/390 server 10.000 Notes-gebruikers kan ondersteunen. Nog grotere aantallen liggen in het verschiet (het drievoudige wordt genoemd). Echt grote websites kunnen nu via Domino op een mainframe draaien.
Een S/390-versie komt in juni als testversie beschikbaar. De officiële lancering staat gepland voor september dit jaar. Er komt ook een ‘native’-ondersteuning voor Domino op de AS/400, waarbij gebruik wordt gemaakt van de 64-bit Power-pc-architectuur. Directe toegang (voor zowel client als server) tot de DB/2/400 database behoort tot de mogelijkheden. Testversies van de ‘native’ OS/400 Domino-versie worden niet eerder verwacht dan in 1998.
Niet-lotus-ontwikkelaars
Websites-ontwikkelaars zijn gecharmeerd van Domino. Waarom? Er zijn drie pluspunten: de ontwikkelomgeving, de Notes-database, en de werkstroomautomatisering en beveiliging. Domino heeft dan ook de aandacht getrokken van niet-Lotus-ontwikkelaars. De server is een kruising tussen een Notes- en een webserver. Het produkt bevat een Notes-database die te benaderen is via een webbrowser, waarbij Notes-code direct wordt vertaald naar Html-pagina’s. Zowel de gebruikelijke Notes-clients als webbrowsers kunnen de database – eventueel gelijktijdig – benaderen. Je hoeft ook geen Notes-gebruiker te zijn om Domino te installeren. Zonder ook maar één Notes-client te installeren is Domino bruikbaar.
Ontwikkelen en installeren van Notes heet complex en tijdrovend te zijn. Met Domino lijkt dat verleden tijd. Rudimentaire kennis van Notes is voldoende om binnen een dag een eenvoudige website op te zetten, compleet met bijvoorbeeld invulformulieren en registratie-mogelijkheden. Gecompliceerde websites kunnen gebruik maken van de Notes-database. Dat maakt het schrijven van complexe scripts om een bestaande databases te benaderen overbodig (als je een relationele database nodig hebt, gaat dat echter niet op). De kracht van Notes ligt in de ingebouwde werkstroomautomatisering en beveiliging. Er hoeft niet veel geprogrammeerd te worden om een applicatie te bouwen waarmee beveiligde transacties mogelijk zijn.