De financiële baten van applicaties voor gegevenspakhuizen zijn zeer teleurstellend. Dat komt vooral omdat de kosten van implementatie en produktie worden onderschat. Desondanks is er sprake van een overspannen markt voor dergelijke produkten.
Datawarehousing is een ‘over-hyped’ concept. Tot deze conclusies komt de OTR Groep in het rapport ‘Do the benefits of datawarehousing justify the costs?’. Het rapport is samengesteld aan de hand van een onderzoek onder 1500 gebruikersorganisaties in Nederland, Duitsland, Engeland, België, Luxemburg en Frankrijk. Uit de antwoorden die binnenkwamen, leidt de OTR Groep af dat de voordelen van gegevenspakhuizen in negatieve zin schril afsteken tegen de noodzakelijke investeringen, die tussen 30.000 en 10 miljoen dollar kunnen bedragen.
Marketing-hype
Het datawarehouse-concept is niet nieuw. Het gaat immers om de opslag van (meta)gegevens uit produktiesystemen in een aparte database ten einde de gegevens met speciale tools (Olap, datamining, eis) te analyseren. Dergelijke systemen bestaan al vele jaren. Ondernemingen als SAS Institute leveren sinds de jaren tachtig pakketten om gegevens uit mainframes te extraheren en te analyseren.
In het OTR-rapport doet een databasespecialist die anoniem wilde blijven, het concept af als "voornamelijk marketing-hype om gegevensbeheersoftware en de bijbehorende analysetools te kunnen verkopen". Wanneer er niets nieuws onder de zon is, dan blijft de vraag gerechtvaardigd, waarom het fenomeen zo sterk in de belangstelling staat. Volgens de OTR Groep worden de gebruikers ‘gek’ gemaakt door de vakpers, consultants en leveranciers.
Uit het rapport blijkt dat praktisch alle ondervraagde organisaties een applicatie hebben draaien, dan wel plannen hebben om iets dergelijks te implementeren. De (Europese) markt zal daarom de komende jaren nog fors toenemen tot een omvang van bijna 1,5 miljard dollar in 1998.
Overschatting baten
Een kwart van de ondervraagde organisaties die een gegevenspakhuis hebben geïmplementeerd, is niet in staat om de financiële voordelen te identificeren. Zo’n 40 procent weet zelfs niet wat de implementatiekosten waren.
In die gevallen waarin de kosten en baten wel tegen elkaar werden afgezet, bleken de voordelen toch erg tegen te vallen. Dat kwam voornamelijk, omdat enerzijds de kosten veel hoger uitvielen dan oorspronkelijk begroot, en anderzijds de te behalen kostenreducties schromelijk werden overschat. Op immaterieel gebied wisten de ondervraagden wel een aantal voordelen te noemen, zoals de onmiddellijke beschikbaarheid van gegevens en een beter inzicht in verkoopprocessen.
Uit het rapport blijkt dat de implementatie van een gegevenspakhuis in het algemeen twee keer zo lang duurt als in eerste instantie is gepland. Problemen met gegevensreplicatie, slechte toolkeuze en te ambitieuze doelstellingen zijn redenen die voor de uitloop worden genoemd. Daar komt bij dat bij de implementatie het toepassen van een complexe combinatie van applicatiesoftware en tools onvermijdelijk is.
Toch zijn er ook voorbeelden aan te halen van succesvolle implementaties. Het is niet altijd kommer en kwel. De OTR Groep noemt de Engelse winkelketen Woolworth, die 4 miljoen dollar investeerde in een toepassing op een Tandem-systeem. De applicatie was in een half jaar operationeel. Dankzij het gegevenspakhuis is Woolworth in staat om aan de hand van analyses van de verkoopgegevens snel speciale acties te ondernemen. Volgens de OTR Groep steeg de winst hierdoor in 1995 met zo’n 10 miljoen dollar.