De ontwikkeling van ‘ontspannen surfen’ over de elektronische snelweg naar doelbewust afkoersen op de gewenste informatie zal waarschijnlijk toch weer sneller verlopen dan verwacht.
Wellicht juist omdat ik tot nu toe Internet-ontwikkelingen vooral vanaf de zijlijn volg (ik ben net begonnen met voorbereiding van een Internetproject), las ik met instemming Internet is ‘hot’ maar waarom eigenlijk? van Maurice van Uden (Computable, 22 november 1996). Omdat voor mij als psycholoog de mens achter (of is het ‘voor’) de computer nog steeds mijn vak is, terwijl de computer zelf nog altijd een ‘uit-de-hand-gelopen-hobby’ is, wil ik ingaan op één van de door Van Uden genoemde aspecten.
‘Een websurfer weet in negen van de tien gevallen niet waarheen Internet hem zal leiden als hij inlogt. Meestal gaat de surfer op zoek naar een stukje informatie, maar onderweg wordt hij afgeleid …’ Van Uden wijt dit aan de overvloed aan ongeorganiseerde informatie. Het is de vraag of dat de enige oorzaak is.
Toen in de kantoren het proces op gang kwam waarin het bolletje van IBM vervangen werd door de beeldschermen van Big Blues eXtended Technology (eind jaren tachtig), wijdde Intermediair een serie aan het begrip ‘informatie’. In één van de artikelen werd er (nogmaals) op gewezen dat dit begrip moet worden gespecificeerd vanuit de ontvanger in plaats van vanuit de zender. Terecht, want een bit is immers een maatstaf voor het opheffen van een bepaalde mate van onzekerheid. Die onzekerheid ligt niet bij de zender, maar bij de ontvanger. In de collegebanken werd ons dit reeds begin jaren zestig gedemonstreerd met het zo bekende spelletje ‘Wedden dat ik in maximaal zes vragen vaststel welke kaart jij hebt getrokken?’
De websurfer gaat inderdaad op zoek naar een stukje informatie. Hij heeft last van onzekerheid. Stel: Ik wil een pakje sigaretten kopen. Waar kan dat? In Nederland is dat duidelijk: in de supermarkt liggen de sigaretten bij de kassa. Toen ik jaren geleden voor het eerst in Italië was, heb ik me echter wezenloos gezocht, totdat een geroutineerde medetoerist me erop wees dat je in een winkel moest zijn die zich annonceerde als sale et tabacchi. In het Italië van vóór de EG een volkomen natuurlijke zaak, althans voor Italianen.
Ruis
De beginnende websurfer heeft vele onzekerheden. Met al die onzekerheden in zijn achterhoofd logt hij in. De websurfer heeft ook zijn informatie (is: opgeheven onzekerheden). Hij weet dat het programma waarover hij informatie wil Corel Draw heet. Hij weet ook dat Corel een naam van de firma, de maker of zoiets is. Wie schetst zijn verbazing als hij onder http://www.wordperfect.com opeens over het programma Corel Draw struikelt. Hij weet nog niet dat Wordperfect inmiddels bij Corel hoort. De structuur van informaticaland is veranderd en onze websurfer is daarvan niet op de hoogte. Voor degenen die het wel weten, is de aangegeven zoekrichting duidelijk. Kortom, de beschikbare informatie heeft weliswaar een organisatiestructuur, maar die is ondoorzichtig voor de beginnende websurfer. Bovendien wil die structuur nog wel eens veranderen. En waarom staat er soms opeens zo’n gek @-figuurtje als scheidingsteken in plaats van een punt? Joost zal het wel weten, maar voor de beginnende websurfer is dat ruis en zeker geen informatie.
De websurfer gaat op zoek naar informatie omdat hij daar behoefte aan heeft, maar zijn vraag berust in feite op andere behoeften. Dat kunnen er vele zijn en het is mogelijk dat ze in de tijd wisselen. Vandaag wil ik weten waar ik over ongeveer twee weken het goedkoopste ticket naar New York kan kopen of wat de vlotste aansluitingen naar Miami zijn. Over vier weken heb ik die informatiebehoefte niet meer, want de kerstvakantie is dan voorbij. Daarom zoek ik vandaag. Omdat ik toch voor mijn beeldscherm zit, zoek ik via Internet, maar als ik een uur later, moe van mijn elektronische zwerftocht, het postkantoor binnenstap, informeer ik ook even bij de charmante dame aan de desk (een echte) van Budget Tours. Om vervolgens een ticket voor volgend weekend te kopen naar Milaan, vanwege de uitvoering in de Scala van een opera die ik ‘altijd al had willen zien’. Ik ben dan inderdaad, zoals Van Uden zegt, ‘vergeten’ waarvoor ik mijn elektronische wereldreis begonnen ben. De behoefte die me dreef tot het zoeken van informatie werd overruled door een andere behoefte. De oorzaak? Misschien de charmante dame, maar het kan ook de poster van de Scala zijn geweest. Alweer iets wat slechts Joost weet.
Kanaliseren
Ook op Internet is sprake van een overvloed van beschikbare informatie, of beter gezegd, een overvloed aan data. Die gegevens zijn daar neergezet door ‘zenders’. Om de complexiteit van de human interfacing binnen Internet aan te geven, zijn die ‘zenders’ ook te omschrijven als ‘ex-ontvangers’. Ze hebben een selectie gemaakt op grond van wat zij belangrijk vinden, ofwel wat voor hen informatie is. In mijn databestand past het gegeven dat bij de stad Assen de Witterhei ligt en dat die heide eens de basis was van een bloeiende zweefvliegclub. Of de homepage van de gemeente Assen dat vermeldt, betwijfel ik. Ik betwijfel zelfs of Assen een homepage heeft.
Terecht merkt Van Uden op dat het voor ‘Den Haag’ niet mogelijk is om de ontwikkeling van Internet en andere communicatiekanalen blijvend te blokkeren, zelfs al zouden sommige ‘Haagse kringen’ die paragraaf 10 van het handvest van het Verenigd Europa ontkennen betreffende de free flow of information dat willen. Overigens zijn er eerder – goedbedoelde – particuliere initiatieven geweest om de menselijke behoefte aan informatie (lees: verminderen van onzekerheid) te frustreren. Jaren geleden kwam er, naast al het andere overvloedige drukwerk, ook het aanbod van een stichting in de brievenbus om die drukwerkstroom te ‘kanaliseren’. Men moest aankruisen welke zaken men belangrijk vond. De stichting zou er dan voor zorgen dat men uitsluitend over die zaken drukwerkjes ontving. Dat leek een aantrekkelijk aanbod, maar in feite gaf men zich dan over aan informatiebevoogding. Bovendien hield het aanbod er geen rekening mee dat de informatiebehoefte inhoudelijk heel sterk kan veranderen.
Zoals de zaken er nu voor staan zal de elektronische snelweg veel gebruikt worden om te surfen en nog weinig dienst doen als snelweg waarover de gebruiker zich doelbewust beweegt op zoek naar de locaties waar de informatie ligt die hij voor zijn dagelijks handelen nodig heeft. Over twee jaar blijkt die ontwikkeling van ‘ontspannen surfen’ naar gericht zoeken waarschijnlijk toch weer sneller te zijn verlopen dan we nu voorzien. Toen Naisbitt in zijn boek The megatrends een schatting gaf van de te verwachten prijsdaling per byte informatie vonden velen zijn prognose veel te steil aflopen. Wie nu kijkt naar het prijsverloop van opslagmedia en ram-simm’s (single inline memory module) kan alleen maar constateren dat Naisbitt meer dan gelijk heeft gekregen. Vandaar: Keep cool man, it’s coming fast.
Han Meliëzer, psycholoog