In zijn column over Internet, het gebruiks(on)gemak van PC’s en de ‘moederproef’ toont Ruud Pruijm zich ‘één van die professoren van het oude stempel die is blijven hangen in allerlei vooroordelen’.
"Laten we eerlijk zijn en bekennen dat de hedendaagse online-diensten maar verdraaid weinig te bieden hebben. Wat geeft Internet u nu bijvoorbeeld heel concreet in de vorm van gemak, ondersteuning en oplossingen voor de problemen van alledag?" Zo zeurt Ruud Pruijm nog een tijd lang door in zijn column over het beperkte nut van Internet, het gebrek aan gebruiksgemak van PC’s en de ‘moederproef’ (20 september 1996). Hij gaat eraan voorbij dat het inmiddels een peuleschil is via Internet bijvoorbeeld een vakantie te reserveren, telefoon- of faxnummers op te zoeken of e-mail te sturen. Voor lokaal tarief wereldwijd bellen of krantenarchieven raadplegen kan ook, maar blijkbaar maakt dat alles het leven van Pruijm niet gemakkelijker.
Natuurlijk heeft het Net nog kinderziektes. Er is zoveel informatie dat het niet altijd eenvoudig is iets te vinden en het opvragen gaat (nog) traag. Maar ook de telefoon kende vroeger geen nummerherhaling of doorverbinden. In de begintijd waren er overigens ook ‘Pruijms’ die meenden dat bellen nooit gemeengoed zou worden. "Waarom zou een bedrijf een telefoon aanschaffen als je ook een brief kunt sturen", vroegen ze zich spottend af. Ho ho, niet alleen het praktisch nut ontbreekt, roept Pruijm. PC’s scoren bedroevend laag op gebruiksgemak en dus wordt het nooit wat met Internet. Hij tracht dit aan te tonen met voorbeelden. Een vrouw belde hem zogenaamd met de klacht dat haar voetpedaal niet werkte. Dat bleek de muis te zijn, die ze op de grond had gelegd en trachtte te bedienen als het bedieningspaneel van een naaimachine. Opvallend veel IT-journalisten zijn door die vrouw opgebeld – ik kom haar telkens weer tegen.
Het ultieme bewijs, aldus Pruijm, is gelegen in de ‘moederproef’. "Als u echt wilt uitvinden hoe vriendelijk een computer in het gebruik is, moet u uw moeder er eens voor zetten en haar vragen een bericht naar een andere computer te sturen", eindigt hij zijn klaagstukje triomfantelijk. Waarschijnlijk heeft hij ooit gelezen dat aan het eind van een artikel een ‘uitsmijter’ moet staan.
Het zal je kind maar zijn dat je te kijk zet, alleen maar omdat je de pech had een kind te willen. Ongetwijfeld weten sommige moeders niet hoe ze een bericht naar een andere computer moeten sturen. Net zo als veel vaders, ooms en neven. Zo zijn er ook hordes mensen die de wasmachine en de video niet kunnen programmeren, of geen auto kunnen rijden. Vaak is het een kwestie van lezen, soms vergt het meer inspanning en doorzettingsvermogen. Eén ding is zeker: met moeder zijn heeft het niets te maken.
Ik heb de ‘moederproef’ met mijn moeder (van halverwege de vijftig) gedaan. Ze heeft thuis inmiddels een netwerkje van drie PC’s: één voor administratief werk, één voor geheugenvretende spelletjes en één voor Internet. Met die laatste beantwoordde zij vlot mijn e-mail. "Ach", schreef ze ruimhartig, "sommige professoren van het oude stempel zijn een beetje blijven hangen in allerlei vooroordelen". Ze ging er niet uitgebreid op in; ze moest die avond nog telebankieren met Homenet.
Yvonne Geiss, redactie Computable