De vraag naar snellere netwerken voor backbones (campus-niveau) en voor wan’s wordt urgenter naarmate nieuwe applicaties meer flexibiliteit, samenwerking en bandbreedte vergen. Frame relay biedt direct voordelen bij het koppelen van routers via wan’s voor dataverkeer, maar er is meer nodig.
Internet heeft invloed, doordat het behoefte schept aan snelle netwerken voor de thuisgebruiker. Fddi-ringen worden gebruikt om bridges te koppelen via gestructureerde bekabelingssystemen, met glasvezel-backbones van 100 Mbps. Fast Ethernet, waarvoor helaas meerdere standaarden bestaan, draait ook op 100 Mbps. Het wordt gebruikt voor bridge-backbones en voor sommige snelle technische werkstations.Een andere belangrijke ontwikkeling op afdelingsniveau is de geschakelde hub. Geschakelde hubs bestaan in feite uit een aantal snelle bridges, wat resulteert in één gebruiker per segment. Op die manier heeft bijvoorbeeld elke PC zijn eigen 10 Mbps Ethernet; een behoorlijke bandbreedte. Geschakelde hubs kunnen de bestaande hubs vervangen zonder dat de bekabeling en de adapter-kaarten op de desktop aangepast moeten worden.
Asynchronous Transfer Mode is gebaseerd op celschakeling. De cellen hebben een vaste lengte (53 bytes). De qos (quality of service) wordt geregeld bij het opzetten van een verbinding. ATM is ontworpen voor een mix van multimediaal en gewoon dataverkeer met hoge snelheid. De basissnelheid over glasvezel is een veelvoud van 52 Mbps, oplopend tot Gigabits per seconde. Onder druk van IBM is onlangs ook een 25 Mbps-standaard vastgesteld, om ATM op de desktop te krijgen. 25 Mbps is namelijk met bestaande UTP-bekabeling te realiseren. Op campus- en afdelingsniveau is ATM nu al bruikbaar als backbone (52 Mbps of sneller) voor geschakelde hubs. De meeste geschakelde hubs gebruiken leveranciersspecifieke technologie, maar inmiddels is duidelijk dat ATM-switches in gewone hubs voor veel sites de oplossing zijn, omdat veel is geïnvesteerd in Ethernet of TRN op de desktop. In het minder gebruikelijke geval van een compleet nieuwe installatie valt nu al ATM op de desktop – met een ATM-kaart in de PC – te overwegen. Een ATM-backbone heeft grote voordelen boven 100 Mbps Ethernet, omdat het gegarandeerd samenwerkt met de wan’s van morgen. Bovendien is het qos-concept ervan veel geschikter voor multimedia-toepassingen.
Deze technologie zal op de campus of in grote gebouwen niet van de grond komen als elke applicatie moet worden aangepast om de ‘native’ ATM-diensten te kunnen gebruiken. Het is een verbinding-georiënteerd concept, terwijl bestaande software meestal is gebaseerd op de ‘geen verbinding’-georiënteerdheid van Ethernet en TRN, inclusief hogere protocollen als IP. Het zal pas worden geaccepteerd als het probleemloos samenwerkt met bestaande lan’s. Deze boodschap is inmiddels overgekomen en door het ATM Forum beantwoord met lan-emulatie, geïmplementeerd in produkten als IBM’s Switched Virtual Network (SVN), Newbridge Vivid, Cabletron en Fore.
Elk eindpunt in een ATM-netwerk, hetzij een desktop-adapter in een PC of server, hetzij een backbone-interface in een geschakelde hub, heeft een lec (lan emulation client). Deze regelt een verbinding over het netwerk, met de juiste qos en een gegarandeerde bandbreedte over het gekozen pad. De lec onderhandelt daarvoor met een ‘les’-systeem (lan emulation services). Daarbij is enige redundantie nodig. Lec’s worden geadresseerd via hun normale mac-adres, om de samenwerking met Ethernet en dergelijke te waarborgen. Tussen een lec en een ‘les’ zit een luni (lan emulation user-network interface), waarin de voor het opzetten van de verbinding benodigde protocollen zijn gedefinieerd. Luni-onderhandelingen vinden plaats over een pvc (permanent virtual circuit) in het ATM-netwerk.
Er zijn nog twee andere diensten nodig. Naast de ‘les’, die een mac-adres vertaalt naar een ATM-circuit, is er de ‘bus’ (broadcast/unknown server), die een verbinding opzet tussen één en meerdere eindstations. Deze dienst is nodig om lan-broadcast-berichten te verzenden zonder het ATM-netwerk te laten overstromen. De andere dienst is de lecs (lan emulation configuration server), een centrale database met lec-configuraties. Zonder deze dienst zouden de lec’s tijdens het installeren van de ATM-kaart geconfigureerd moeten worden.
Met de introductie van lan-emulatie lijkt ATM de nodige continuïteit te bieden om de acceptatie ervan sneller te laten verlopen dan die van Fddi en Fast Ethernet. Tegelijkertijd vormt het hiermee een bedreiging voor router-georiënteerde netwerken met snellere schakeltechnologie.