Nog steeds lijkt IBM heer en meester op de markt voor mainframes, maar niemand lijkt van deze dominante positie meer echt wakker te liggen. De forse prijsverlagingen en andere klantvriendelijke vernieuwingen die IBM de laatste jaren doorvoerde, waren dan ook vooral het gevolg van een vooralsnog weinig zichtbare maar steeds gevaarlijker concurrentie, van de kant van PC-netwerken.
Nog niet zo lang geleden was de naam ‘IBM’ vrijwel synoniem met de term ‘monopolie’. De dominante positie van de computergigant in de door IBM zelf geschapen markt voor mainframes maakte het concern tot één van de meest succesvolle in Verenigde Staten. Begin jaren tachtig werd IBM onder druk van de anti-trustautoriteiten gedwongen zijn divisie dienstverlening te verzelfstandigen, om een eind te maken aan klachten dat het zijn machtspositie zou misbruiken. Maar op het moment dat de juristen de laatste documenten daarvoor ondertekenden, was IBM zijn greep op de IT-markt aan het verliezen. Het werd vervolgens op de totale computermarkt voorbijgestreefd door bedrijven die hun opkomst te danken hadden aan de personal computer, een technologie die IBM zelf had geïntroduceerd maar die het concern uit handen was geglipt.
De oorspronkelijke uitgever van deze vertaalde bijdrage geeft geen toestemming voor elektronische publicatie. Raadpleeg de Computable van bovenstaande datum voor de complete tekst van dit artikel. Heeft u de betreffende Computable niet (meer) in uw bezit, bel dan (023) 546.3413.