W"ordt de autonomie van de gemiddelde PC-gebruiker door de ontwikkelingen op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie eigenlijk wel voldoende vergroot, of ontbreekt daar nog het nodige aan?"
Dat het client/server-concept wel eens tot een revolutionaire ontwikkeling in de informatievoorziening zou kunnen leiden, was al in het begin van de jaren negentig te voorzien. Destijds had ik echter nog geen idee dat Internet voor de noodzakelijke doorbraak zou zorgen. Inmiddels is het als één van de beste voorbeelden van een succesvolle toepassing van het client/server-concept te beschouwen. De revolutionaire aspecten kwamen pas een jaar of drie geleden tot hun recht. Dat gebeurde toen de grafische Html-browsers en het www-concept een brede acceptatie kregen. Sinds kort kan men nog beter gebruik maken van de bijzondere eigenschappen van de client/server-architectuur doordat nu ook Java algemeen als scripttaal is geaccepteerd. Daardoor is de verwerkingscapaciteit van de PC veel beter te benutten. Verder vergroot deze taal de functionaliteit en de gebruiksvriendelijkheid aanzienlijk, zonder dat frequenter met de servers gecommuniceerd hoeft te worden.
Niet alleen de techniek heeft tot deze resultaten geleid. Het succes van Internet had nog lang op zich laten wachten als de automatiseringsmiddelen niet praktisch gratis verspreid werden en door een breed publiek te gebruiken zouden zijn, met benutting van een zekere overcapaciteit. Het strategische belang dat de hoofdrolspelers op de softwaremarkt toekennen aan een kritische gebruikersmassa speelt een belangrijke rol. Door de software gedeeltelijk gratis te verstrekken hoopt men die kritische massa te bereiken. Alleen dan zijn de investeringen in nieuwe software nog terug te verdienen. Daarvoor is een mondiale benadering nodig waarin tijd en afstand geen rol meer spelen. In een toenemend aantal sectoren kan in principe een wereldwijde markt ontstaan van vraag en aanbod van diensten en informatie.
Personen en organisaties die altijd al afhankelijk waren van veel informatie en communicatie beseffen inmiddels wel dat ze vroeg of laat op deze ontwikkeling moeten inspelen. Lang niet iedereen is echter in staat om dat snel en eenvoudig te doen. Hoewel financiële beperkingen een rol spelen, mag men de ogen niet sluiten voor belemmeringen van andere aard. Er blijken nog steeds maar weinig PC-bezitters te zijn die op eigen kracht de hen beschikbaar gestelde tools effectief weten te gebruiken. Niet iedereen kan de benodigde motivatie en het vereiste doorzettingsvermogen opbrengen. Deze factoren zijn niet alleen afhankelijk van de omgeving, zoals het werk of de kennissen op wie men kan terugvallen. Persoonlijkheidsfactoren als leervermogen, prestatiedrang en de behoefte aan autonomie zijn eveneens van belang. Op het laatste punt spelen steeds meer fabrikanten in: de fundamentele behoefte om onafhankelijk van derden tot betere inzichten en gewenste prestaties te komen. De leveranciers slagen nog niet voldoende in hun opzet. Aan de ene kant worden technische belemmeringen van vorige generaties weggenomen, en nemen de functionaliteit en de gebruikersvriendelijkheid doorgaans aanzienlijk toe met een nieuwere versie. Min of meer autonome gebruikers zullen daar dan ook gebruik van maken. Aan de andere kant nemen de complexiteit en flexibiliteit van de nieuwe generaties software dermate toe, dat nieuwe problemen ontstaan die deskundige hulp vereisen. Menig Internetgebruiker die van Windows 3.1 naar Windows 95 is overgegaan kan daarover meepraten. De omvang en complexiteit van de benodigde nieuwe procedures kunnen moeilijk op te sporen fouten in de hand werken.
Heeft men deze fase eenmaal achter de rug, dan blijkt de autonomie in andere opzichten te zijn toegenomen. Wie had een paar jaar geleden kunnen denken dat de PC-gebruiker zo gemakkelijk aan informatie kan komen en boodschappen met anderen kan uitwisselen, waar ook ter wereld hij zich bevindt?