De strijd met Libertel stelt nog niets voor en kabelexploitant Casema vormt als dochtermaatschappij van KPN een barrière voor echte concurrentie. Nederland begint nog pas de genoegens van meerdere aanbieders op de markt voor telecommunicatie te proeven. PTT Telecom kan de borst natmaken.
Dit stelt topconsultant Didier Bonnet, voor het gezaghebbende Gemini Consulting wereldwijd de ‘eerste man’ op het gebied voor adviezen aan telecommunicatiemaatschappijen en als zodanig kind aan huis bij de allergrootste aanbieders in deze markt. Hij velt desgevraagd een oordeel over de capaciteiten van PTT Telecom om overeind te blijven in de toekomstige markt.
"Om te beginnen moet ik vaststellen dat PTT Telecom in vergelijking met dergelijke concerns in het buitenland niet slecht presteert. De omzet en winst per werknemer liggen hoger dan die van andere ex-staatstelefoniebedrijven", aldus Bonnet, die overigens niet van mening is dat de PTT dus klaar is voor echte concurrentie.
Prijzenswaardig
"Het is te prijzen dat Telecom niet gaat zitten wachten op de concurrentie, maar pro-actief stappen onderneemt. Men moet er echter niet vanuit gaan dat nu de status quo bereikt is: reorganisaties en herstructureringen blijven bij de dagelijkse praktijk behoren."
Volgens Bonnet hebben nieuwkomers op de telecom-markt structurele voordelen ten opzichte van de voormalige staatsbedrijven. "Ze worden niet gehinderd door verouderde technologie, noch op het gebied van hun netwerken, noch in de informatietechnologie; ze zijn kleiner en hebben een dynamischer slag mensen in dienst; ze hoeven geen investeringen in eigen onderzoek te doen, maar kopen allemaal kant-en-klare produkten."
Nieuwkomers volgen wereldwijd dezelfde tactiek, signaleert de topconsultant. "Zoals in iedere industrie geldt ook in telecommunicatie de 80/20-regel: 80 procent van de omzet komt van 20 procent van de klanten. Nieuwkomers richten zich op die 20 procent afnemers. In eerste instantie is dat de zakelijke markt. In Nederland komen daar de paar dichtbevolkte gebieden als Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Eindhoven nog bij. In dergelijke gebieden zijn met relatief lage investeringen snel resultaten te boeken."
Meer voor minder
De markt wordt vervolgens bestookt met tarieven die gemiddeld zo’n 15 tot 20 procent lager liggen dan die van de heersende partij. Bovendien blinken de nieuwe concurrenten vaak uit in dienstverlening en dynamiek, vooral door het ontbreken van een ambtenarencultuur als in de voormalige staatsbedrijven.
Overigens kennen nieuwkomers ook een belangrijk nadeel: de vereiste investeringen in de infrastructuur zijn zo hoog dat van een korte terugverdientijd zelden sprake is. Internationaal gezien wordt rekening gehouden met periodes van vijf tot zeven jaar voordat een nieuwe infrastructuur voor het eerst winst gaat maken.
Volgens Bonnet kan PTT Telecom de borst nat maken. "Als de staat de telecom-markt volledig heeft vrijgegeven, komt de concurrentie pas goed op gang. En dat zullen niet alleen maar bedrijven zijn die hoge investeringen gaan plegen, maar ook organisaties die bestaande lijnen huren, die bandbreedte op een bestaand net kopen, of die gebruik maken van andere infrastructuren."
De kabel
Kabelexploitanten vormen een groep die in staat zou zijn de concurrentie met PTT Telecom aan te gaan. "In Nederland is de penetratie van de tv-kabel zo hoog, dat het relatief geringe inspanningen vergt om de consumentenmarkt op te gaan." De enige hieraan verbonden maar, is niet technisch van aard, maar vindt zijn oorsprong in het feit dat KPN grootaandeelhouder van Casema is, de grootste kabelexploitant in Nederland.
"Het ligt sterk aan de houding van de regelgever, de regering, of er in Nederland op korte termijn sprake zal zijn van vrije concurrentie. PTT Telecom zou gedwongen moeten worden Casema los te laten, omdat er anders van echte concurrentie geen sprake zal zijn."
Als we Bonnet mogen geloven, staat Nederland dus aan de vooravond van betere dienstverlening en lagere prijzen in de telecom-markt. "Libertel is hiervan al een klein voorbeeld. Omdat de gsm-markt echter een markt is met enorme groeicijfers, gaat het hier vooral om het ‘kopen’ van zoveel mogelijk abonnees. Er is ruimte genoeg voor beide partijen. De echte concurrentie begint pas als er klanten gewonnen moeten worden op een verzadigde markt. Dan pas moeten maatschappijen tastbare voordelen bieden ten opzichte van de concurrentie."
Verweer
Kan PTT Telecom zich niet verweren tegen de nieuwkomers? "Jawel, het moet ervoor zorgen dat het een topspeler op de markt blijft. Uitgekiende marketing, brede keuzemogelijkheden voor de klant en excellente service kunnen de concurrentie deels de pas afsnijden. KPN moet ervoor zorgen een topspeler in de thuismarkt te blijven."
Vormen in dit kader de schermutselingen (met Unisource) op de internationale markt geen bedreiging voor de positie in Nederland? "Tot op heden geeft Telecom genoeg aandacht aan de thuismarkt. Unisource biedt een mogelijkheid om wat internationale aanbieders hier afknabbelen van het marktaandeel, elders terug te verdienen. In feite probeert KPN de tactiek van zijn grote concurrenten elders te kopiëren om de omzet minimaal te stabiliseren." Overigens is Bonnet van mening dat Unisource nu snel aansluiting moet krijgen met een wereldwijd netwerk, omdat de concurrentie, vooral Concert van BT, hiermee ver voorloopt. "Zonder wereldwijd netwerk kun je multinationale klanten – ook Nederlandse bedrijven als Shell en Philips – niet afdoende van dienst zijn."
Kijkend naar markten waar concurrentie al langer actief is, verwacht Bonnet dat de gevolgen van een vrije markt voorlopig nog wel zullen meevallen. "In Groot-Brittannië is British Telecom na tien jaar concurrentie slechts 10 tot 15 procent van zijn marktaandeel verloren. De gevolgen hiervan voor de omzet zijn dankzij de sterk groeiende markt te verwaarlozen." Wel duidt de topconsultant op het feit dat BT in bepaalde gebieden maar liefst 40 procent marktaandeel verloren is. Dit is bijvoorbeeld het geval in Londen, precies zo’n gebied met veel zakelijke klanten en een hoge bevolkingsdichtheid.