Twee jaar en honderden miljoenen dollars kostte de ontwikkeling van Microsofts nieuwste paradepaardje op het gebied van de ‘persoonlijke produktiviteitsgereedschappen’: Office 97. Het pakket, bestaande uit ondermeer een tekstverwerker, rekenvel, presentatiemodule en elektronische agenda, is wederom omvangrijker geworden dan het al niet kinderachtige Office 95.
Reden voor de gezaghebbende Wall Street Journal om zich af te vragen wie hier nu op zit te wachten. Na rondvraag concludeert dit dagblad: "IT-managers vragen zich in toenemende mate af of het implementeren van de nieuwste PC-software de moeite waard is."
De omvang en complexiteit van nieuwe generaties software vergt in veel gevallen uitbreidingen of zelfs vervangingen van bestaande apparatuur. Voor organisaties met grote aantallen PC’s vertegenwoordigt dit enorme investeringen.
Slechts een kwart
Een voorproefje van de weerstand tegen de alsmaar uitdijende programmatuur kreeg Microsoft al na de introductie van Office 95. Volgens marktonderzoeken heeft tot op heden slechts 25 procent van de gebruikers van oudere versies de overstap naar dit pakket gemaakt.
In antwoord op de steeds omvangrijker softwarepakketten, hebben bedrijven als Oracle, Sun en IBM de handen ineen geslagen om te komen tot een computerarchitectuur waarbij de gebruiker niet meer steeds geconfronteerd wordt met de noodzaak tot uitbreidingen. De zogenaamde Netwerk Computer Architectuur (NCA) gaat uit van een centrale plaats van de applicaties op de server.
In tegenstelling tot deze sombere berichten, verwacht topman Bill Gates van Microsoft dat 40 tot 50 procent van de huidige Office-gebruikers op korte termijn overstapt op het nieuwe produkt. De geavanceerde technologie in dit produkt zou gebruikers voldoende moeten motiveren om de hoge kosten voor lief te nemen. MU