J. Diekmeijer en Hans Haars wijten het schrijnend tekort aan geschikte IT-ers ondermeer aan de verkokering van de studierichtingen. Zij richten zich op oplossingen voor de lange termijn om de IT-er binnen te halen en binnen te houden.
Bedrijven die hun vacatures maar niet ingevuld krijgen, grijpen naar de gekste middelen om nieuwe medewerkers te werven. Maar door het afnemende aantal informaticastudenten en het slechte imago dat de IT-branche heeft, zijn op dit moment weinig mensen beschikbaar voor een baan in de IT. Volgens Diekmeijer, directeur personeelszaken bij IBM, zijn de eisen aan automatiseerders tegenwoordig echter ook veel hoger dan vroeger, zodat het nog moeilijker wordt geschikt personeel te vinden. Werknemers in de IT moeten tegenwoordig beschikken over een combinatie van technische kennis, kennis van bedrijfsprocessen en communicatieve vaardigheden. Verder moeten ze zich kunnen aanpassen aan een voortdurend veranderende omgeving. Bovendien moeten ze zich op hun gemak voelen in wisselende teams en beschikken over een flinke dosis zelfdiscipline en zelfsturing. De zware eisen die Diekmeijer stelt, baseert hij deels op een aantal trends die zich op dit moment voordoen in de branche. De toenemende onvoorspelbaarheid van de richting die de bedrijfstak opgaat bijvoorbeeld. En het snelle tempo van veranderingen, dat in de hand gewerkt wordt door ondermeer de sterk verbeterde prestaties van hard- en software en de steeds betere en goedkopere communicatiemiddelen. Verder wijst hij op de steeds grotere nadruk die in de branche gelegd wordt op de projectmatige aanpak, omdat de klant een snelle oplevering vereist. De studenten die een Nederlandse informaticastudie volgen, voldoen volgens Diekmeijer bij lange na niet aan de eisen die het bedrijfsleven stelt. Hij wijt dit aan de verkokering van de studierichtingen. De student doet bijvoorbeeld óf informatica óf economie, terwijl een combinatie van een aantal disciplines gewenst is. De informaticastudie moet dus breder worden. En nu de IT zich als een olievlek verspreidt over alle gelederen van de samenleving, moet het IT-vak een onderdeel gaan vormen van iedere studierichting.
Globalisering
Vaak zal het bedrijf de jonge instroom dus eerst moeten bijscholen. Bij veel organisaties is het echter al een groot probleem om voldoende mensen te werven. Diekmeijer heeft een aantal tips om personeel binnen te halen en in het bedrijf te houden. Zo wijst hij op de globalisering van de bedrijfstak; de grote spelers beperken zich niet tot de lokale markt. Een IT-er kun je in principe overal neerzetten en overal vandaan halen. Vooral internationaal opererende bedrijven raadt hij aan om ook in het buitenland te werven. Verder is hij van mening dat bedrijven veel meer zelf moeten opleiden. Haars – Human Resources Manager Nederland van EDS – noemt het bieden van een gedegen opleiding ‘echt een trekker’. EDS stuurt de nieuwe werknemers waar het meest van wordt verwacht – de ‘high potentials’ – drie maanden op cursus naar Amerika. Toen EDS daar onlangs mee adverteerde, reageerden 350 potentiële werknemers (en dat is veel in de huidige tijd van schaarste). Ook IBM lukt het nog steeds mensen binnen te halen. Diekmeijer beschouwt IBM’s scholingstraject als een van de belangrijkste redenen. Het bedrijf geeft de nieuwelingen eerst intern scholing, vervolgens zet het ze in op interne projecten om ze daarna pas voor het eerst op klanten los te laten. Omscholingstrajecten als Pion vindt hij ook het overwegen waard. Zeker voor kleinere bedrijven die het geld, de tijd en het aantal projecten missen dat nodig is voor zo’n uitgebreide eigen opleiding. EDS komt nog op een andere manier aan nieuwe medewerkers. Kernactiviteit van het bedrijf is ‘co-sourcing’. Een voorbeeld. EDS heeft anderhalf jaar geleden CVI overgenomen (dat de automatisering voor de NS deed). Alle 470 werknemers zijn geïntegreerd in EDS. Zij leveren diensten aan de verkeers- en vervoerswereld. Op deze manier ontstaat er een meerwaarde voor klant en medewerker. De kennis van zaken die de medewerkers opdoen, kan EDS vervolgens ook in andere landen aanbieden. Co-sourcing kan alleen in een lange relatie; de contracten duren gemiddeld acht tot tien jaar.
Diekmeijer en Haars zijn van mening dat dit soort alternatieven beter werkt dan het stuntwerk voor de korte termijn. Diekmeijer: "Het gaat erom dat je interessant werk biedt, perspectief, mogelijkheden op de lange termijn. Het is niet per se altijd het geld dat telt." YG
Hoe voorkomt een IT-bedrijf leegkoop van personeel door concurrenten? Wat zijn de mogelijkheden die arbeidsbemiddelende instanties bieden bij het selecteren en opleiden van kandidaten? Met andere woorden: Hoe vang ik een IT-er? Het congres ‘Op jacht naar de IT-er’ is exclusief gewijd aan dit probleem. Sprekers zijn ondermeer de heren Diekmeijer en Haars. Professor Adriaansens gaat in op de kloof tussen bedrijfsleven en informatica-opleidingen. Het congres vindt plaats op 20 december 1996 in de Doelen, Rotterdam.